Onze bediening aan mensen met een beperking

Afbeelding

women visiting in a kitchen

Midden: foto-illustratie, Nancy Ann Kirkpatrick; rechts: foto-illustratie, Getty Images

Het kan moeilijk zijn om vrienden en buren met een beperking te bedienen. Hoewel we op christelijke wijze willen helpen, weten we soms niet goed hoe.

Toen ze in New Canaan (Connecticut, VS) woonden, kregen de Thompsons een tweeling. Toen de meisjes te vroeg geboren werden en bleek dat ze het syndroom van Down hadden, kwam hun wijk te hulp. Ze kregen steun toen de tweelingzusjes een openhartoperatie moesten ondergaan en maandenlang in het ziekenhuis moesten blijven. In het begin waren de behoeften duidelijk waar te nemen. De leden verzorgden maaltijden, kinderopvang, huishoudelijke hulp, hulp met Kerstmis enzovoort.

Maar de liefdevolle hulp hield niet op toen de kinderen ouder werden en de behoeften minder zichtbaar waren. Liefdevolle vrienden, leidinggevenden en dienende broeders en zusters deden hun best om met de Thompsons te overleggen hoe ze konden helpen.

‘Een vriendin vroeg me waar we het moeilijk mee hadden’, zei zuster Thompson. ‘Ik antwoordde dat de zondag vooral moeilijk was omdat mijn man en ik het vaak druk met onze roeping hadden, en dat de verantwoordelijkheid daardoor bij onze oudste dochter terechtkwam. Mijn vriendin bood meteen aan om elke zondag enkele uren voor de tweeling te zorgen. Dat deed ze maandenlang.’

In de tienerjaren van de tweeling overlegden leidinggevenden geregeld met de ouders om activiteiten te plannen die geschikt waren voor de tweeling en leuk voor alle jongevrouwen. Een andere vriendin nodigde de meisjes bij haar thuis uit zodat de Thompsons aan de koorrepetities konden deelnemen.

Toen de Thompsons naar Utah verhuisden, werd er een echtpaar aangewezen om het gezin te dienen. ‘Voordat ze ons bezochten, vroegen ze altijd wat onze behoeften waren en wat voor boodschap het meest geschikt voor ons gezin zou zijn’, zei zuster Thompson. ‘Ze namen de tijd om alle gezinsleden te leren kennen. Dat is belangrijk omdat de broers en zussen van gehandicapte kinderen vaak over het hoofd worden gezien.’ Het echtpaar nodigde de tweeling geregeld uit voor speciale activiteiten, om de rest van het gezin te ontlasten.

Zuster Thompson adviseert dienende broeders en zusters niet bang te zijn om aan ouders te vragen waar ze het moeilijk mee hebben en hoe ze kunnen helpen. ‘Neem gewoon contact op. Hoe beter u iemand leert kennen, hoe beter u gaat begrijpen hoe u hem of haar kunt dienen.’

Suggesties voor het bedienen van mensen met een beperking en hun familie

Afbeelding

group of people supporting young woman in a wheelchair

Midden: foto-illustratie, Nancy Ann Kirkpatrick; rechts: foto-illustratie, Getty Images

1. Leer ze persoonlijk kennen, onafhankelijk van hun beperking. Vraag ze wat ze u over zichzelf willen vertellen. Wat zijn hun interesses?

2. Benader ze zoals u anderen van die leeftijd zou benaderen. Zorg ervoor dat u door uw gedrag en de toon van uw stem respect toont. Zorg ervoor dat u ze rechtstreeks aanspreekt.

3. Negeer mensen met een beperking niet. Erken ze en betrek ze erbij. Bespreek met het lid en het gezin wat zij kunnen bijdragen en hoe ze kunnen helpen.

4. Als het om jonge gehandicapten gaat, kunt u iets zeggen als: ‘Vertel me wat meer over David.’ Op die manier kan het gezin dat vertellen waar ze zich prettig bij voelen.

5. Aanbieden om tijd met gehandicapte kinderen door te brengen, stelt de ouders in staat om aandacht aan de andere kinderen te besteden of in andere behoeften te voorzien. Het kweekt ook begrip voor de last die op de verzorgers rust.

6. Ook als u niet persoonlijk beschikbaar bent, kunt u hulp bieden. Een briefje met een bemoedigend woord of een vriendelijke stem kan veel betekenen. U kunt eventueel iets online bestellen voor een verjaardag of voor andere behoeften.