Seminarie
Kerkleerbeheersing: 2 Nephi 26:33: ‘Allen zijn voor God gelijk’


‘Kerkleerbeheersing: 2 Nephi 26:33: “Allen zijn voor God gelijk”’, Het Boek van Mormon — cursistenboek (2024)

‘Kerkleerbeheersing: 2 Nephi 26:33’, Het Boek van Mormon — cursistenboek

Kerkleerbeheersing: 2 Nephi 26:33

‘Allen zijn voor God gelijk’

Afbeelding
groep mensen

Bij je studie van 2 Nephi 26 heb je geleerd dat allen voor God gelijk zijn (zie vers 33) en dat God al zijn kinderen uitnodigt om tot Hem te komen. In deze les ga je de tekstverwijzing en kerngedachte van de Schrifttekst kerkleerbeheersing 2 Nephi 26:33 uit je hoofd leren, de leer uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op praktijksituaties toepassen.

Uitleggen en uit het hoofd leren

Lees 2 Nephi 26:33 en neem de leerstelling door die je in de vorige les hebt geleerd, namelijk dat allen voor God gelijk zijn.

  • In welke situaties kan de leerstelling in dit vers van nut zijn? Leg uit hoe.

Noteer de tekstverwijzing en kerngedachte van 2 Nephi 26:33, ‘Allen zijn voor God gelijk’, in je studiedagboek. Zeg (of schrijf) de tekstverwijzing en kerngedachte een paar keer op, tot je die uit het hoofd kent.

Praktische toepassing

Neem de beginselen in alinea 5–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022) nog eens door.

Het volgende verhaal, aangepast overgenomen uit het artikel ‘I Will Take It in Faith’ van Elizabeth Maki (history.ChurchofJesusChrist.org), gaat over een man die met de priesterschapsrestrictie te maken heeft gehad. Zie voor meer informatie over de priesterschapsrestrictie het opschrift van Officiële Verklaring 2 aan het eind van de Leer en Verbonden.

Let terwijl je broeder Rickfords verhaal leest specifiek op aanwijzingen dat hij elk beginsel voor het verkrijgen van geestelijke kennis toepast.

Het verhaal van George Rickford

Boek van Mormon – leerkrachtenboek, Kerkleerbeheersing: 2 Nephi 26:33: ‘Allen zijn voor God gelijk’

George Rickford, een jongvolwassene in Leicester (Engeland), kwam in 1969 zendelingen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen tegen. Eerst wilde George niets van hun boodschap horen, maar na een tijdje begon hij de lessen van de zendelingen te volgen. Na drie maanden waarin George de kerk intensief had onderzocht, werd hij op een ochtend wakker in de vaste overtuiging dat de kerk waar was.

George kon haast niet wachten om de zendelingen over zijn getuigenis te vertellen. Voordat hij iets kon zeggen, zeiden ze dat hij als kerklid het priesterschap niet zou kunnen ontvangen, omdat hij een halfbloed was en zwarte Afrikaanse voorouders had.

Op een dag zat George met een goede vriend over zijn ervaringen met de zendelingen te praten, en begon hij over de profeet Joseph Smith te vertellen. Hij zei later: ‘Terwijl ik aan het vertellen was, leefde ik helemaal op. Er kwam iets over mij en ik begon helemaal te stralen.’

Deze ervaring bevestigde het getuigenis van George, maar hij maakte zich nog steeds zorgen over de priesterschapsrestrictie. Hij bleef om meer begrip bidden, en hij kreeg dit antwoord: ‘Je hoeft mijn evangelie niet helemaal te begrijpen om je eraan toe te wijden. Waarom toon je je geloof niet door te aanvaarden wat je hebt gehoord en de rest in mijn handen te leggen?’

George vond troost in die boodschap, en antwoordde in gebed: ‘Ja, Heer, dat zal ik doen. Ik zal er in geloof mee omgaan. En dank u trouwens. Dank u.’ Twee maanden later liet George zich dopen, en hij werd een trouw lid van de kerk.

In 1975, drie jaar vóór de openbaring over het priesterschap, uitte George zijn geloof in een rechtvaardig God. Hij schreef dat hij de restrictie ‘met geloof en zonder enige aarzeling’ had aanvaard. Hij voegde daaraan toe: ‘Ik ben gewoon dankbaar dat het priesterschap van de Heer wederom op aarde is, met alle bijbehorende zegeningen, gezag en verantwoordelijkheid. Het maakt mij niet zoveel uit wie het draagt en wie niet, maar wel hoe het wordt gebruikt.’

In 1978 hoorde George van de openbaring dat alle getrouwe mannen het priesterschap konden ontvangen (zie Officiële Verklaring 2).

Toen George eenmaal thuis was, besprak hij met June [zijn vrouw] de hele nacht wat het nieuws voor hun gezin zou betekenen. De verandering was immens. De volgende ochtend werd George Rickford tot priester in het Aäronisch priesterschap geordend. Twee maanden later werd hij tot zeventiger geordend en werd hij senior lid van het zeventigersquorum van de ring. En twee maanden daarna werden George en June Rickford in de Londentempel verzegeld, samen met hun vier kinderen. (‘I Will Take It in Faith’.)

  • Hoe zou George zich gevoeld hebben toen hij hoorde dat hij het priesterschap niet kon ontvangen?

Afbeelding
opschrijven (pictogram)
  1. Beantwoord de volgende vragen:

In geloof handelen

  • Op welke manieren handelde broeder Rickford in geloof? Wat had hij daaraan?

Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken

  • Hoe heeft het antwoord van onze hemelse Vader op broeder Rickfords gebed hem geholpen zijn situatie vanuit een eeuwig perspectief te bezien? Hoe hielp dat broeder Rickford om de Heer te volgen?

Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen

  • In welke opzichten is de Heilige Geest een bron die God heeft aangewezen om broeder Rickford hulp te bieden?

  • Welke andere bronnen die God heeft aangewezen kunnen mensen met vragen over de priesterschapsrestrictie van nut zijn? Wat hebben ze aan Officiële Verklaring 2 en 2 Nephi 26:33?

Meer informatie in verband met vragen over de priesterschapsrestrictie staat in ‘Facultatief: Wil je meer weten?’ aan het eind van deze les.