Seminarie
Mosiah 26: ‘Als hij zijn zonden […] belijdt en zich […] bekeert’


‘Mosiah 26: “Als hij zijn zonden […] belijdt en zich […] bekeert”’, Het Boek van Mormon — cursistenboek (2024)

‘Mosiah 26’, Het Boek van Mormon — cursistenboek

Mosiah 26

‘Als hij zijn zonden […] belijdt en zich […] bekeert’

Afbeelding
een jongere praat met zijn bisschop of gemeentepresident

Wat hebben we aan bekering in ons dagelijks leven? Waarom moeten we onze zonden belijden als we ons willen bekeren? Alma de oude wil als hogepriester van Christus’ kerk de mensen helpen die ernstige zonden hebben begaan. De Heer vertelt hem duidelijk wat hij moet doen. In deze les leer je over het liefdevolle en vergevensgezinde karakter van je hemelse Vader en Jezus Christus, en waarom je je van je zonden moet bekeren.

Wat zou je doen?

Stel je voor dat je iemand het volgende over bekering hoort zeggen:

  • Ik weet niet of bekering zin heeft.

  • Waarom zou ik mijn zonden moeten belijden? Waarom moeten sommige zonden aan een priesterschapsleider worden beleden?

  • Ik heb zoveel gezondigd dat de Heer me niet meer kan vergeven.

Ken je iemand die zich in deze vragen of uitspraken kan vinden?

  • Welke vragen zou iemand nog meer over bekering kunnen hebben?

Overweeg aan welke van deze vragen je tijdens je studie van deze les de meeste aandacht wilt besteden. Zoek de leiding van je hemelse Vader om antwoorden te vinden en bekering beter te gaan begrijpen.

Problemen in de kerk

Na door de Heer uit knechtschap te zijn bevrijd, voegen Alma en zijn volk zich bij de Nephieten en het volk van Limhi in Zarahemla. Daar benoemt koning Mosiah Alma tot leider van de kerk. Sommige leden begaan ernstige zonden en bekeren zich niet (zie Mosiah 26:1–6). Ze worden voor Alma gebracht, maar Alma weet niet goed wat hij moet doen.

Lees Mosiah 26:13–15, 19–24, 28–31 en let op het advies van de Heer aan Alma.

  • Wat moeten de mensen volgens de Heer doen om door Hem aangenomen en vergeven te worden?

  • Waarom kan volgens vers 23 de Heiland bepalen wie vergeving en het eeuwige leven ontvangen?

  • Wat ben je door deze verzen nog meer over de Heer te weten gekomen?

Als we ons bekeren

Je hebt misschien de volgende beginselen gevonden: Als we onze zonden belijden en we ons met een oprecht hart bekeren, zal de Heer ons vergeven. Zo vaak als we ons bekeren, zal de Heer ons vergeven.

  • Wat houdt het in om onze zonden te belijden?

  • Wat betekent het volgens jou om je ‘met een oprecht hart’ (Mosiah 26:29) te bekeren?

  • Welke invloed heeft je kennis van het vergevensgezinde karakter van de Heer op je houding ten opzichte van bekering?

Deze beginselen kunnen nuttig zijn bij de vragen en uitspraken over bekering aan het begin van de les.

  1. Kies twee van de vier vragen of uitspraken en beantwoord de bijbehorende vragen:

A: Ik weet niet of bekering zin heeft.

  • Welke Schriftteksten en beginselen uit Mosiah 26, of andere Schriftteksten, zou je als antwoord kunnen aandragen?

Bedenk dat Alma de oude eerder in zijn leven ernstige zonden had begaan, zich had bekeerd en door de Heiland Jezus Christus vergiffenis had ontvangen (zie Mosiah 11:5–7; 18:1–3; 26:15, 20).

  • Wat zou Alma zeggen tegen iemand die een dergelijke uitspraak doet?

Denk na over jouw eigen ervaring toen je je tot de Heiland Jezus Christus bekeerde.

B: Waarom zou ik mijn zonden moeten belijden? Waarom moeten sommige zonden aan een priesterschapsleider worden beleden?

De Heer zegt tegen Alma dat wie gezondigd hebben hun zonden aan Alma en de Heer moeten belijden (zie Mosiah 26:29).

  • Waarom is het belangrijk dat we onze zonden aan de Heer belijden, ondanks dat Hij al bekend is met onze zonden? Hoe zal bekering ons tot zegen zijn?

Lees de volgende uitspraken uit het boekje Voor de kracht van de jeugd en van ouderling C. Scott Grow, emeritus algemeen zeventiger. Ga na wanneer en waarom we onze zonden aan een bisschop of gemeentepresident moeten belijden.

De bisschop [heeft] recht op openbaring van de Heilige Geest omtrent de leden van zijn wijk, met inbegrip van jou. [Hij] kan je bij je bekeringsproces helpen op een manier die je ouders of andere leidinggevenden niet kunnen bieden.

[Als we onze zonden niet belijden, blijven we] de last van zonde met [ons] meedragen, in plaats van de Heiland die last te laten wegnemen. (C. Scott Grow, ‘Waarom en wat moet ik aan mijn bisschop belijden?’, Liahona, oktober 2013, 58–59.)

  • Wat zou iemand die vragen heeft over zonden belijden aan een priesterschapsleider, aan dit citaat kunnen hebben?

C: Ik heb zoveel gezondigd dat de Heer me niet meer kan vergeven.

D: Een eigen vraag

Denk na over een andere oprechte vraag die iemand over bekering zou kunnen hebben. Bestudeer ‘Bekeren (zich), bekering’ of ‘Belijden, belijdenis’ in de Gids bij de Schriften (scriptures.ChurchofJesusChrist.org), en let op waarheden waar je iets aan zou kunnen hebben. Je kunt ook de Schriftteksten doornemen die in de Gids bij de Schriften staan onder ‘Bekeren (zich), bekering’ of ‘Belijden, belijdenis’ (ChurchofJesusChrist.org). Het kan ook nuttig zijn om het hoofdstuk ‘Bekering’ in het boekje Voor de kracht van de jeugd te bestuderen en te overdenken wat je over de Heer weet.

Wat is er gebeurd?

Lees Mosiah 26:34–37 om te ontdekken wat er gebeurt als Alma de raad van de Heer opvolgt.

Noteer in je studiedagboek wat je naar aanleiding van deze les wilt onthouden of doen. Dat kan zijn dat je wilt onthouden dat de Heer bereid is om te vergeven, of dat je ernaar wilt streven om je eigen zonden te belijden en je te bekeren.