‘Kerkleerbeheersing: 2 Nephi 32:8–9 – “U [moet] altijd bidden”’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)
‘Kerkleerbeheersing: 2 Nephi 32:8–9’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek
Kerkleerbeheersing: 2 Nephi 32:8–9
‘U [moet] altijd bidden’
In de les ‘2 Nephi 32:8–9’ heb je geleerd dat onze hemelse Vader onze handelingen zal heiligen voor het welzijn van onze ziel als we altijd bidden. In deze les ga je de tekstverwijzing en kerngedachte van 2 Nephi 32:8–9 uit het hoofd leren, de leer uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op praktijksituaties toepassen.
Cursisten aanmoedigen om te bidden. Moedig de cursisten aan dagelijks hun dankbaarheid in gebed te uiten en in moeilijke tijden om hulp te vragen (zie 3 Nephi 18:19). De cursisten leren onze hemelse Vader en Jezus Christus beter kennen als ze de beginselen van het gebed begrijpen en toepassen.
Voorbereiding van de cursist: Vraag de cursisten naar momenten waarop ze door oprecht gebed dichter tot hun hemelse Vader en Jezus Christus zijn gekomen.
Mogelijke leeractiviteiten
Deze les kerkleerbeheersing wordt gegeven na ‘2 Nephi 32:8–9’, de contextuele les voor de Schrifttekst kerkleerbeheersing 2 Nephi 32:8–9. Als deze les kerkleerbeheersing naar een andere week moet worden verplaatst, zorg dan dat u de bijbehorende contextuele les ook in die week geeft.
Uitleggen en uit het hoofd leren
Help de cursisten om de verwijzing en kerngedachte van 2 Nephi 32:8–9 uit het hoofd te leren. Moedig de cursisten aan om zoveel mogelijk Schriftteksten kerkleerbeheersing uit het hoofd te leren, maar maak dit geen vereiste. Met de app Kerkleerbeheersing kunnen ze de teksten uit het hoofd leren.
Neem de Schrifttekst kerkleerbeheersing ‘2 Nephi 32:8–9’ en de kerngedachte ‘U [moet] altijd bidden’ door. Bedenk een kort verhaal waarin je elk getal in de Schriftverwijzing aan een kerngedachte koppelt, zoals ‘Addi bidt 32 uur per dag’. Het is niet erg als er geen logica in je verhaal zit. Het gaat erom dat je de verwijzing aan de kerngedachte van de Schrifttekst kunt koppelen.
Help de cursisten de leerstelling in 2 Nephi 32:8–9 uit te leggen. Geef iedere cursist de kans om de leer uit te leggen. Door de cursisten in tweetallen te laten werken, krijgt elke cursist de kans om te oefenen zonder dat de activiteit te veel tijd in beslag neemt. Gebruik de volgende scenario’s en instructies, of gebruik een scenario dat u hebt aangepast of zelf hebt bedacht.
Stel je voor dat je een gesprek hebt met een vriend(in), die zich niet waardig genoeg voelt om te bidden. Gebruik zinsneden uit 2 Nephi 32:8–9 om hem of haar duidelijk te maken waarom we altijd moeten bidden. Leg daarbij uit wat het volgens jou inhoudt om altijd te bidden.
Praktische toepassing
Vraag de cursisten wat de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis zijn of toon deze. Laat de cursisten een beginsel uitkiezen en in één minuut zoveel mogelijk over dat beginsel opschrijven. Voor eventuele aanvullingen kunnen ze hun antwoord vergelijken met het antwoord van een andere cursist die hetzelfde beginsel heeft bestudeerd, of ze kunnen het vergelijken met alinea 5–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022).
Als de cursisten de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis hebben doorgenomen, laat u ze vragen op het bord zetten die mensen over bidden kunnen hebben. Laat ze er vervolgens één uitkiezen en oefenen om de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis te gebruiken door een antwoord op die vraag voor te bereiden. Zo nodig kunt u de vragen die later in de les aan bod komen, gebruiken om de cursisten bij hun studie te begeleiden.
U kunt ook een van de volgende tips gebruiken om de cursisten te laten oefenen.
-
Laat de cursisten een van de problemen op het bord kiezen en een scenario bedenken van een jongere die hiermee te maken heeft. De cursisten mogen zelf een naam bedenken, een reden verzinnen waarom die persoon niet bidt en andere relevante details toevoegen.
-
Lees het volgende scenario voor en moedig de cursisten aan om de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis te gebruiken. Een vriend(in) stuurt je het volgende berichtje: ‘Terwijl ik tijdens de dienst naar een toespraak luisterde, besefte ik dat ik niet echt contact maak met mijn hemelse Vader terwijl ik bid, maar dat het een routine is geworden. Voor mijn gevoel worden mijn gebeden niet meer verhoord. Ik maak me zorgen over wat mijn hemelse Vader van me denkt. Ik verlang weer naar die echte verbinding. Misschien kunnen we morgen praten en kun je me helpen uitvogelen wat ik moet doen.’
Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen
-
Welke bronnen die God heeft aangewezen zou je gebruiken om te antwoorden?
Gebruik een door God aangewezen bron om je antwoord te formuleren. Stuur eventueel een ouder of kerkleider een berichtje voor mogelijke antwoorden. Je kunt ook antwoorden proberen te vinden in de Schriften of kerkmaterialen op ChurchofJesusChrist.org. Bij sommige vragen kan het volgende citaat van president Brigham Young (1801–1877) verhelderend zijn:
Het maakt niet uit of u en ik er wat voor voelen om te bidden: als de tijd komt om te bidden, bid dan. Als we er niets voor voelen om te bidden, moeten we bidden tot we er wel wat voor voelen.’ (Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young [1997], 45.)
Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken
-
Welke kennis over onze hemelse Vader en Jezus Christus heeft met deze vraag te maken?
-
Welke eeuwige waarheden uit 2 Nephi 32:8–9 kunnen iemand bij deze vraag helpen?
In geloof handelen
-
Wat zou je de persoon in kwestie aanraden om met geloof in Jezus Christus te handelen? Waarom?
-
Waaraan zou je deze persoon herinneren, zodat hij of zij in geloof kan handelen?
Laat de cursisten bespreken hoe ze met behulp van de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis in staat waren antwoord te geven. Moedig ze aan om deze beginselen voortaan te gebruiken wanneer zij of anderen vragen hebben.
Herhaling kerkleerbeheersing
Neem tijdens een volgende les hoogstens vijf minuten de tijd om de verwijzing en kerngedachte van ‘2 Nephi 32:8–9: “U [moet] altijd bidden”’ door te nemen. Toon bijvoorbeeld een afbeelding van iemand die bidt. Laat de cursisten de tekstverwijzing en de kerngedachte herhalen terwijl ze naar de afbeelding kijken.