Mosiah 18

Denk aan je doop en je herinneringen van de rest van die dag. Als je nog niet gedoopt bent, bedenk dan wat je over de doop weet of wat je je nog kan herinneren van een doopdienst die je hebt bijgewoond.

• Wat is je het meest bijgebleven van die dag? Hoe voelde je je?

• Welke invloed heeft je beslissing om je te laten dopen gehad op je relatie met God en andere mensen?

Afbeelding

Abinadi getuigt tot koning Noach

In Mosiah 18 staat het verslag van Alma, een van koning Noachs priesters, die anderen over de woorden van Abinadi vertelt. Alma moet heimelijk prediken, omdat koning Noach hem wil doden wegens zijn geloof in Abinadi’s getuigenis van Jezus Christus.

Lees Mosiah 18:1–7 en ga na wat Alma tot het volk predikt.

• Wat predikt Alma over de Heiland als hij het getuigenis van Abinadi heeft gehoord?

• Waarom zou Alma ervoor hebben gekozen om deze dingen te prediken?

Als Alma tot het volk over de verlossing door Jezus Christus heeft gesproken, gaat hij in op het belang van de doop. Uit zijn leringen kunnen we opmaken dat we bij de doop een verbond met God sluiten. Bedenk tijdens je verdere studie van Alma’s leringen wat je weet over het doopverbond, dat we hernieuwen door aan het avondmaal deel te nemen, en bedenk of je nog andere vragen hebt. Bid dat je de invloed die dit verbond op je relatie met God en anderen heeft, beter kunt begrijpen.

Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd wat een verbond is:

Afbeelding

Ouderling D. Todd Christofferson

Een verbond is een overeenkomst tussen God en de mens, een akkoord waarvan God de voorwaarden vaststelt (zie Gids bij de Schriften, ‘Verbond’, 197–198). In deze goddelijke overeenkomsten verbindt God Zich ertoe om ons te steunen, te heiligen en te verhogen als wij Hem op onze beurt toegewijd dienen en zijn geboden onderhouden. (D. Todd Christofferson, ‘De kracht van verbonden’, Liahona, mei 2009, 20.)

In Mosiah 18:8–10 beschrijft Alma het doopverbond. Lees Mosiah 18:8–10 en markeer eventueel wat we bij de doop beloven, en markeer in een andere kleur de zegeningen die onze hemelse Vader ons biedt.

• Wat betekent het volgens jou om ‘te treuren met hen die treuren’ en ‘hen te vertroosten die vertroosting nodig hebben’ (vers 9)?

• Op welke manieren kunnen we ‘te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen […] als getuige van God’ optreden (vers 9)? Ken je iemand die daar een goed voorbeeld van is?

• Waarmee heeft God jou of anderen gezegend vanwege zijn beloften bij onze doop?

• ‘Club tegen vloeken’ (4:56)

  

• ‘Ogen om te zien’ (vanaf tijdcode 4:55 tot 6:53)

  

• ‘Daytons benen’ (3:02)

  

Kies ten minste één van de beloften die we bij de doop doen, waarover Alma in Mosiah 18:8–10 spreekt. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor ‘elkaars lasten dragen’ (zie vers 8) of ‘zijn geboden onderhouden’ (vers 10).

• Op welke manieren kan een tiener die belofte nakomen?

• Waarom zou onze hemelse Vader ons deze beloften laten doen als onderdeel van ons doopverbond?

• Hoe heeft de Heiland door zijn voorbeeld laten zien hoe we die belofte kunnen nakomen?

• Wanneer ben jij of is iemand die je kent die belofte nagekomen? Wat heb je daarvan geleerd?

Noteer in je dagboek hoe je je aan de doopbeloften uit Mosiah 18:8–10 houdt. Hoe ben je die beloften nagekomen? In welke situaties zou je die beloften bewuster kunnen nakomen? Welke invloed zou dat hebben op je relatie met de Heer en andere mensen?