Sommigen zien het voorstel van koning Mosiah om koningen door gekozen rechters te vervangen als niet meer dan een verstandige politieke hervorming. Maar voor de Nephieten, in het bijzonder voor wie onder de goddeloze koning Noach hadden geleefd, had deze verandering ook geestelijke betekenis. Zij hadden gezien hoe een onrechtvaardige koning zijn volk nadelig had beïnvloed, en verlangden ‘er buitengewoon naar’ om dergelijke invloeden uit te bannen. Met deze hervorming zouden ze verantwoordelijk zijn voor hun eigen rechtschapenheid en verklaarden ze ‘de verantwoording op zich te nemen voor [hun] eigen zonden’ (Mosiah 29:38).
Het einde van de regering door koningen betekende uiteraard niet het einde van alle problemen in de Nephitische samenleving. Listige lieden zoals Nehor en Amlici stonden valse denkbeelden voor, ongelovigen vervolgden de heiligen, en veel leden van de kerk werden hoogmoedig en vielen weg. Toch bleven ‘de ootmoedige volgelingen van God’ ‘standvastig en onverzettelijk’, wat er ook om hen heen gebeurde (Alma 4:15; 1:25).
Ik kan een positieve invloed op mijn gemeenschap hebben.
De rechters regeerden nog maar vijf jaar toen er een crisis uitbrak. Daardoor zou de verklaring van Mosiah dat de stem van het volk doorgaans kiest wat goed is, op de proef gesteld worden (zie Mosiah 29:26). Bestudeer Alma 2:1–7 om erachter te komen wat het probleem was en hoe de Nephieten het aanpakten. Wat had er kunnen gebeuren als ‘het volk van de kerk’ zijn stem niet had laten horen? Wat leer je nog meer uit dit verhaal over de reden waarom de Heer wil dat je bij de maatschappij betrokken bent? (Zie ook Mosiah 29:26–27.)
Welke belangrijke kwesties spelen er in de maatschappij? Bedenk hoe je er net als de Nephieten voor kunt zorgen dat jouw stem bij ‘de stem van het volk’ wordt gevoegd. Op welke andere manieren kun je als volgeling van Jezus Christus een positieve invloed op de maatschappij hebben?
Het woord van God kan me helpen om valse leer te herkennen.
Hoewel Nehor uiteindelijk toegaf dat hij valse leringen had verspreid, bleven die leringen de Nephieten jarenlang beïnvloeden. Waarom zouden de leringen van Nehor de mensen zo hebben aangesproken? Zoek in Alma 1:2–6 naar de leugens in Nehors leringen – en de waarheden die hij gebruikte om die leugens te verbergen.
Gideon weerstond Nehor ‘met de woorden van God’ (Alma 1:7, 9). Hier zijn enkele Schriftteksten die Nehors leugens weerleggen: Mattheüs 7:21–23; 2 Nephi 26:29–31; Mosiah 18:24–26 en Helaman 12:25–26. Vat elke Schrifttekst samen. Wat heb je geleerd van hedendaagse profeten dat valse leringen weerlegt?
Ware discipelen van Jezus Christus zijn ‘ootmoedige volgelingen van God’.
Hoofdstuk 1 en 4 van Alma beschrijven perioden van voorspoed in de kerk. Maar kerkleden gingen verschillend met die voorspoed om. Vergelijk Alma 1:19–30 bijvoorbeeld met Alma 4:6–15 om te zien hoe kerkleden in slechts enkele jaren veranderden. Overdenk wat je hebt gelezen. Wat vinden ware volgelingen van Jezus Christus van mensen met een andere geloofsovertuiging? Welke houding hebben ware volgelingen van Christus jegens rijkdom en voorspoed? Wat wil je aan je eigen houding veranderen?
Betrek de Schriften op jezelf. Bedenk hoe jij de verhalen en leringen in de Schriften kunt toepassen. Je vindt misschien overeenkomsten tussen problemen in de huidige wereld en de problemen waarmee de Nephieten in Alma 1–4 kampten.
Mijn voorbeeld en getuigenis kunnen harten veranderen.
Misschien kun je je inleven in de droefheid die Alma voelde toen hij zag wat er onder zijn volk gebeurde. Zoek in Alma 4:6–15 op welke problemen hij zag. Heb jij weleens soortgelijke problemen opgemerkt? Misschien maak je je zorgen over een dierbare die met deze problemen worstelt. Heb je je weleens afgevraagd wat je zou kunnen doen om te helpen?
Sommigen zouden zeggen dat Alma als opperrechter de aangewezen persoon was om deze problemen op te lossen. Maar Alma vond dat er een betere manier was. Wat valt je bij het lezen van vers 16–20 op aan zijn aanpak om zijn volk te helpen?
Alma had groot geloof in het woord van God en een ‘zuiver getuigenis’ (vers 19). Welke voorbeelden van de kracht van ‘een zuiver getuigenis’ heb je gezien? Terwijl je bedenkt hoe je je getuigenis van Jezus Christus en zijn evangelie kunt geven, kun je Alma 4:6–14 nog eens doorlezen. Wat onthullen de daden van de kerkleden in deze verzen over hun getuigenis van Jezus Christus en zijn leringen? Wat valt je op aan het effect van hun daden – op henzelf en op anderen? Je kunt ook bedenken hoe het zuivere getuigenis van anderen, gegeven door woord of daad, jou tot zegen is geweest.
Bedenk manieren waarop jij je getuigenis van Jezus Christus kunt geven – in woord of daad. Wie zou er baat kunnen hebben bij je getuigenis?
De Heer kan me helpen om valse leringen te herkennen.
Een manier om Alma 1:2–4 met je kinderen te bestuderen, is samen een waar-of-niet-waar-quiz te maken met uitspraken van Nehor, een valse leraar. Bespreek vervolgens waarom Satan leugens vaak met waarheden combineert. Bedenk met je kinderen enkele voorbeelden. Hoe weerstond Gideon in vers 7–9 Nehors leugens? (Zie ook ‘Hoofdstuk 20: Alma en Nehor’, Verhalen uit het Boek van Mormon, 54–55.)
Sommige leden van de kerk van de Heer in de tijd van Alma waren vrijgevig en gul, en anderen waren onvriendelijk en hoogmoedig. Om je kinderen te helpen hiervan te leren, kunnen jullie samen Alma 1:27, 30 lezen en een lijstje maken van de mensen die door de leden van de kerk van de Heer werden geholpen. Wie kennen wij die ‘hulpbehoevend’ zijn (Alma 1:30) en onze liefde en hulp nodig hebben? Jullie kunnen ook samen een liedje zingen over liefde en dienstbaarheid, zoals ‘Ik wil zo graag lief zijn’ (Kinderliedjes, p. 83). Laat de kinderen er gebaren bij bedenken.
Wat moeten we doen als mensen onvriendelijk tegen ons zijn? Lees eventueel met je kinderen hoe de volgelingen van Christus in Alma 1:19–20 werden behandeld. Bespreek hoe ze in vers 22 en 25 reageerden. Oefen manieren om gepast te reageren als anderen ons geloof aanvallen.
Het ‘zuiver getuigenis’ (Alma 4:19) van een kind kan een grote invloed op anderen hebben. Laat je kinderen dit ontdekken door Alma 4:8–12, 15 met ze te lezen en samen te letten op de problemen die er toen in de kerk waren. Wat kon Alma doen om deze problemen op te lossen? Zoek samen uit wat Alma in Alma 4:16–20 besloot te doen. Misschien kunnen jullie aan elkaar vertellen hoe iemands getuigenis van Christus jullie heeft gesterkt.
Als je kinderen voorbeelden van een getuigenis nodig hebben, kun je een videofragment laten zien van iemand die in de algemene conferentie zijn of haar getuigenis geeft. Je kunt ook de doe-pagina van deze week gebruiken of samen een lied zingen als ‘Getuigenis’ (Lofzangen, nr. 93). Wat leren we uit deze bronnen over een getuigenis? Laat je kinderen oefenen met het geven van hun getuigenis.