Kom dan en volg Mij
5–11 augustus. Romeinen 1–6: “Een kracht van God tot zaligheid”


‘5–11 augustus. Romeinen 1–6: “Een kracht van God tot zaligheid” Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘5–11 augustus. Romeinen 1–6’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2019

Afbeelding
Paulus schrijft een brief

5–11 augustus

Romeinen 1–6

‘Een kracht van God tot zaligheid’

Als u ingevingen opschrijft, onthoudt u beter wat de Geest u influistert. Noteer eventueel ook uw gevoelens bij die ingevingen.

Schrijf uw ingevingen op

Tegen de tijd dat Paulus zijn zendbrief aan de Romeinse kerkleden (een gemêleerde groep Joden en niet-Joden) schreef, was de Kerk van Jezus Christus al veel meer dan een handjevol gelovigen uit Galilea. Zo’n 20 jaar na de opstanding van de Heiland waren er vrijwel overal waar de apostelen redelijkerwijs heen konden reizen gemeenten van christenen. Rome, de hoofdstad van een uitgestrekt rijk, hoorde daar ook bij. Paulus richtte zich tot de Romeinse heiligen, maar zijn boodschap is universeel en voor iedereen bestemd: ‘Het Evangelie van Christus […] is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft’ (Romeinen 1:16, cursivering toegevoegd).

Afbeelding
individuele studie (pictogram)

Ideeën voor individuele Schriftstudie

Romeinen–Filemon

Wat zijn de zendbrieven en hoe zijn ze geordend?

De zendbrieven zijn door kerkleiders aan heiligen in verschillende delen van de wereld geschreven. De apostel Paulus schreef de meeste zendbrieven in het Nieuwe Testament: van Romeinen tot en met Filemon. Zijn brieven zijn op lengte geordend. Romeinen is weliswaar de eerste zendbrief in het Nieuwe Testament, maar werd eigenlijk aan het eind van Paulus’ zendingsreizen geschreven. Zie de Gids bij de Schriften, ‘Brieven van Paulus’ voor meer informatie over de zendbrieven.

Romeinen 1–6

Als ik geloof in de Heiland toon door zijn geboden te onderhouden, word ik door zijn genade gerechtvaardigd.

De volgende definities maken de brief aan de Romeinen inzichtelijker:

De wet:Paulus bedoelde met ‘de wet’ de wet van Mozes. Het woord ‘werken’ in de geschriften van Paulus verwees ook vaak naar de ceremoniën en rituelen van de wet van Mozes. Paulus zette deze wet af tegen ‘de wet van het geloof’ (zie Romeinen 3:27–31), oftewel de leer van Jezus Christus. Hij is de ware bron van ons heil.

Besnedene, onbesnedene:Besnijdenis was vroeger een teken of symbool van het verbond dat God met Abraham had gesloten. Paulus duidde met de term ‘besnedene’ de Joden (het verbondsvolk) aan en met ‘onbesnedene’ de andere volken (zij die niet van het Abrahamitische verbond zijn). Besnijdenis is niet langer als teken van Gods verbond met zijn volk vereist (zie Handelingen 15:23–29).

Rechtvaardiging, rechtvaardigen, gerechtvaardigd:Deze term verwijst naar de vergeving, of kwijtschelding, van zonde. Rechtvaardiging wil zeggen dat we vergeven zijn, schuldeloos zijn verklaard en van eeuwige straf voor onze zonden zijn verlost. Paulus legde uit dat dit door Jezus Christus mogelijk is gemaakt. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Rechtvaardigen, rechtvaardiging’, scriptures.lds.org; zie ook D. Todd Christofferson, ‘Justification and Sanctification’, Ensign, juni 2001, 18–25.) In Romeinen is gerechtigheid als synoniem voor rechtvaardiging op te vatten.

Genade:Genade is ‘goddelijke […] hulp of kracht die we door de overvloedige barmhartigheid en liefde van Jezus Christus krijgen.’ Door de genade zullen alle mensen uit de dood opstaan en onsterfelijk worden. Genade is bovendien ‘een activerende kracht die mannen en vrouwen in staat stelt om het eeuwige leven en de verhoging te verkrijgen als zij zelf hun uiterste best hebben gedaan.’ We verdienen genade niet door onze inzet. Genade geeft ons juist de ‘kracht en steun om goede werken te doen die [we] anders […] niet hadden kunnen doen.’ (Bible Dictionary, ‘Grace’; zie ook Dieter F. Uchtdorf, ‘De gave van genade’, Liahona, mei 2015, 107; 2 Nephi 25:23.)

Romeinen 2:17–29

Mijn daden moeten mijn innerlijke bekering weerspiegelen en versterken.

Uit de leringen van Paulus blijkt dat sommige joodse christenen in Rome nog steeds geloofden dat gehoorzaamheid aan de riten en rituelen van de wet van Mozes het eeuwig heil kon bewerkstelligen. Dat lijkt misschien een probleem dat niet meer opgaat. We leven immers niet meer naar de wet van Mozes. Maar denk aan uw eigen inspanningen om het evangelie na te leven terwijl u de geschriften van Paulus, in het bijzonder Romeinen 2:17–29, leest. Leiden uw uiterlijke riten, zoals aan het avondmaal deelnemen of naar de tempel gaan, u tot bekering en meer geloof in Christus? (Zie Alma 25:15–16.) Hoe kunt u ervoor zorgen dat uw uiterlijke handelingen tot een verandering van hart leiden?

Zie ook Dallin H. Oaks, ‘Opdracht tot wording’, Liahona, januari 2001, 40–43.

Romeinen 3:10–315

Dankzij Jezus Christus kan ik vergeving van mijn zonden krijgen.

Sommige mensen raken misschien ontmoedigd door de krasse uitspraak van Paulus: ‘Er is niemand rechtvaardig, ook niet één’ (Romeinen 3:10). Maar er staan ook hoopvolle boodschappen in Romeinen. Let daarop in hoofdstuk 3 en 5. Bedenk ook waarom het besef dat ‘allen hebben gezondigd en […] de heerlijkheid van God’ missen (Romeinen 3:23) een belangrijke stap is om te kunnen ‘roemen in de hoop’ door Jezus Christus (Romeinen 5:2).

Romeinen 6

Het evangelie van Jezus Christus nodigt me uit om ‘in een nieuw leven [te] wandelen’.

Paulus legde uit dat het evangelie onze manier van leven dient te veranderen. Met welke woorden uit Romeinen 6 zou u iemand uitleggen hoe u met het evangelie ‘in een nieuw leven [hebt leren] wandelen’ (vers 4)? Wat voor persoonlijke ervaringen zou u noemen?

Afbeelding
studie in gezinsverband (pictogram)

Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en de gezinsavond

Als u thuis samen de Schriften leest, kan de Geest u ingeven welke beginselen u moet beklemtonen en bespreken om in de behoeften van uw gezin te voorzien. Hier zijn enkele suggesties:

Romeinen 1:16–17

Hoe kunnen we laten zien dat we ons niet voor het evangelie van Jezus Christus schamen?

Romeinen 3:23–28

Sommige mensen zeggen misschien dat we ‘om niet gerechtvaardigd [worden] door [Gods] genade’ (Romeinen 3:24) en er dus verder geen voorwaarden aan die genade zijn verbonden. Wij kunnen inderdaad nooit genoeg doen om Gods genade te ‘verdienen’. Maar God vraagt ons wel om iets voor die genade te doen. Wat kunnen we doen om genade te ontvangen?

Romeinen 5:3–5

Wat voor verdrukkingen hebben wij zoal gekend? Hoe hebben we door die verdrukkingen volharding, ondervinding en hoop kunnen ontwikkelen?

Romeinen 6:3–6

Wat zei Paulus in deze verzen over de symboliek van de doop? Misschien kunt u met uw gezin een doopdienst bijwonen. Of iemand in het gezin kan foto’s of herinneringen van zijn of haar doop ophalen. Hoe kunnen we door het sluiten en nakomen van onze doopverbonden ‘in een nieuw leven […] wandelen’?

Afbeelding
man doopt een andere man in een meer

De doop is een symbool van een nieuw leven als discipel van Christus.

Zie voor meer ideeën voor onderwijs aan kinderen de lesideeën van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Uw individuele studie verbeteren

Stel vragen terwijl u studeert. Er komen misschien vragen bij u op terwijl u de Schriften bestudeert. Overdenk die vragen en zoek naar antwoorden. Zoek in Romeinen 1–6 bijvoorbeeld naar antwoorden op de vraag: ‘Wat is genade?’

Afbeelding
Christus redt een meisje uit een beek

Wees niet bevreesd, Greg K. Olsen