1 Korinthe 1–7

Laat voorwerpen of afbeeldingen zien van manieren waarop we over de wereld leren, zoals een school, een boek of een smartphone. Wat kunnen we te weten komen als we die dingen gebruiken? Leg uit dat Paulus in 1 Korinthe 2:11, 14 zei dat we alleen door de Geest van God, dat is de Heilige Geest, over God kunnen leren. Hoe kunnen wij ‘de dingen van God’ leren?

Klap bij het uitspreken van elke lettergreep van de volgende zin in uw handen: ‘De Heilige Geest onderwijst ons in waarheid.’ Laat de kinderen meeklappen en de zin herhalen. Vertel de kinderen over een ervaring waarbij de Heilige Geest u liet weten dat iets waar was.

Zing samen een liedje over de Heilige Geest, zoals ‘De Heilige Geest’ (Kinderliedjes, 56). Zoek samen woorden en zinsneden in het liedje die aangeven hoe de Heilige Geest tot ons spreekt en wat Hij ons leert.

Lees 1 Korinthe 3:11 voor en leg uit dat Jezus Christus ons fundament is. Laat enkele afbeeldingen zien van dingen waarvan we een getuigenis kunnen hebben, waaronder een plaat van Jezus Christus. Leg samen de afbeelding van Jezus onderaan, als een fundament, en ‘bouw’ de andere afbeeldingen er bovenop.

Zing samen ‘De wijze en de dwaze man’ (Kinderliedjes, 132). Maak gebaren die bij de tekst passen. Geef ieder kind een steen waar u ‘Jezus Christus is mijn fundament’ op hebt geschreven. Laat ze de steen mee naar huis nemen om hen te herinneren aan wat ze hebben geleerd.

Toon platen waarop uw favoriete verhalen uit het leven van de Heiland staan afgebeeld, en laat de kinderen vertellen wat ze zien. Laat ze hun lievelingsverhaal over Jezus vertellen. Getuig dat Jezus Christus het fundament van uw geloof is.

Laat de kinderen foto’s van tempels zien (zie het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen). Lees de volgende woorden uit 1 Korinthe 6:19 voor: ‘Uw lichaam [is] een tempel van de Heilige Geest.’ Maak de kinderen duidelijk dat onze hemelse Vader wil dat wij ons lichaam schoon en heilig houden, net als een tempel.

Laat een plaat van een kind zien, en leg er afbeeldingen omheen van dingen die goed voor ons lichaam zijn, en dingen die slecht zijn. Laat de kinderen om de beurt zeggen welke dingen goed zijn, en de slechte dingen wegnemen.

Zing samen een liedje over het lichaam, zoals ‘Hoofd, schouders, knie en teen’ (Kinderliedjes, 129). Vraag de kinderen waarom ze dankbaar zijn voor hun lichaam.

Lees samen 1 Korinthe 1:23–25 en kijk waar de woorden wijsheid en dwaasheid staan. Leg uit dat de leringen van Paulus volgens veel mensen van dwaasheid getuigden, maar Paulus legde uit dat het ware wijsheid is om in het evangelie van Christus te geloven. Waarom is het wijs om te geloven wat God zegt?

Speel met de kinderen een rollenspel waarin ze reageren op mensen die de leringen van de kerk ‘dwaas’ vinden, zoals ons geloof in de Heiland, het woord van wijsheid of de wet van tiende. Zo kunnen ze getuigen van de zegeningen die uit die leringen voortvloeien.

Vertel over een ervaring waarbij anderen uw geloof dwaas vonden, of geef een voorbeeld uit de Schriften. Laat de kinderen zo mogelijk over soortgelijke ervaringen vertellen. Hoe kan 1 Korinthe 1:25 ons motiveren om trouw te blijven als anderen ons geloof dwaas vinden?

Maak een lijst van manieren waarop we over de wereld leren. Mogelijke voorbeelden: boeken, de school, het internet. Lees vervolgens samen 1 Korinthe 2:11–14. Wat staat er in deze verzen over de manier waarop wij ‘de dingen van God’ leren?

Vraag de kinderen wanneer ze ingevingen van de Heilige Geest, ook wel ‘de Geest van God’ (1 Korinthe 2:11–14) genoemd, hebben gekregen. Mogelijke antwoorden: in de kerk, tijdens een gebed of de Schriftstudie. Maak ze duidelijk dat de Heilige Geest hun in de waarheid onderwees, zoals Paulus heeft beschreven.

Laat de kinderen een van de volgende Schriftteksten lezen: 1 Korinthe 2:11–14; 1 Nephi 10:17; Moroni 10:3–5 en Leer en Verbonden 8:2–3. Vraag de kinderen wat ze van deze Schriftteksten hebben geleerd over de manier waarop de Heilige Geest ons onderwijst. Moedig ze aan om de tekstverwijzingen in de kantlijn van hun Schriften te noteren.

Verpak een afbeelding van een kind en een tempel als een cadeautje, en neem het mee naar de klas. Laat de kinderen 1 Korinthe 6:19–20 lezen en raden wat er in het pakje zit. Laat ze het cadeautje uitpakken en bespreken in welk opzicht ons lichaam een tempel is.

Praat met de kinderen over de manier waarop we met een tempel moeten omgaan. Als ons lichaam een tempel is, hoe moeten we er dan mee omgaan? U kunt deze vraag beantwoorden met een liedje over de tempel, zoals ‘De Heer gaf mij een tempel’ (Kinderliedjes, 73). U kunt het samen zingen of de tekst lezen. Hoe kunnen we onze ‘tempel’ weer schoonmaken als we fouten hebben gemaakt?

Lees samen het hoofdstukje ’Lichamelijke en emotionele gezondheid’ in Voor de kracht van de jeugd (2011, 25–27). Laat de kinderen op het bord een lijst maken van tips over hoe we voor ons lichaam kunnen zorgen.