Galaten

Neem verschillende soorten fruit mee naar de klas, of laat afbeeldingen zien, en vraag de kinderen hoe ze smaken. Leg uit dat wij de Heilige Geest op verschillende manieren kunnen voelen, zoals door liefde en gemoedsrust, net zoals fruit verschillende smaken kan hebben. Laat de kinderen omschrijven hoe zij de Heilige Geest aanvoelen.

Afbeelding

een boom met appels

Lees samen Galaten 5:22–23 en leg moeilijke woorden uit. Laat ieder kind een vrucht van de Geest in deze verzen uitkiezen en vertellen wanneer hij of zij die vrucht van de Geest heeft ervaren. Laat de kinderen er een eenvoudige tekening over maken.

Toon een afbeelding van een kind dat wordt gedoopt (bijvoorbeeld Evangelieplatenboek, nr. 104). Vraag de kinderen wat ze zien. Leg uit dat we bij onze doop verbonden sluiten, ofwel beloften maken. Lees Galaten 6:2 of Mosiah 18:8 en wijs de kinderen erop dat een van onze beloften is om elkaars lasten te dragen. Laat de kinderen tekenen wat ze kunnen doen om anderen die lasten dragen, te helpen.

Lees de volgende woorden uit Galaten 6:2 voor: ‘Draag elkaars lasten’. Laat een van de kinderen ter illustratie iets zwaars dragen. Laat dan een vrijwilliger een handje helpen. Leg uit dat veel dingen als een last kunnen aanvoelen, zoals ziekte of verdriet of eenzaamheid. Hoe kunnen we iemand met zo’n last helpen?

Laat een zaadje en een groente zien. Lees Galaten 6:7–9 voor. Laat de kinderen doen alsof ze een zaadje planten als ze het woord ‘zaait’ horen. Laat ze doen alsof ze groente van een plant plukken als ze het woord ‘oogsten’ horen.

Laat de kinderen verschillende soorten groente zien, en zoek samen waar de zaadjes zitten. Stop de zaadjes in een doosje. Laat de kinderen om de beurt een zaadje uitkiezen en vertellen welke groente eruit groeit als ze het planten. Maak ze duidelijk dat onze keuzes bepalen welke gevolgen en zegeningen we uiteindelijk krijgen, net zoals de keuze van het zaadje bepaalt tot welke groente het uitgroeit.

Kleef een strook afplakband op de grond. Leg aan het ene uiteinde van de strook een blij gezichtje en aan het andere uiteinde een verdrietig gezichtje. Laat een kind in het midden van de strook gaan staan, en laat de andere kinderen keuzes opnoemen die tot geluk of verdriet leiden. Wellicht moet u zelf voor een paar voorbeelden zorgen. Laat het kind bij elke keuze een stap in de richting van het blije gezichtje of het verdrietige gezichtje zetten. Herhaal de activiteit een paar keer, zodat andere kinderen ook de kans krijgen om op de strook te staan.

Laat de kinderen Galaten 5:1 lezen. Hoe heeft Jezus Christus ons vrijgemaakt zodat we naar onze hemelse Vader kunnen terugkeren? Toon afbeeldingen van het lijden van Jezus in Gethsémané en van zijn opstanding, zodat de kinderen begrijpen hoe Jezus ons van zonde en dood heeft bevrijd (zie Evangelieplatenboek, nr. 56, 59).

Zing samen een lied over de Heiland, zoals ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft’ (Lofzangen, nr. 92) en besteed daarbij extra aandacht aan de woorden. Laat de kinderen in de lofzang woorden zoeken die beschrijven hoe Jezus Christus ons uit geestelijke slavernij bevrijdt.

Geef ieder kind een stukje papier in de vorm van een stuk fruit, en laat de kinderen in Galaten 5:22–23 een ‘vrucht van de Geest’ zoeken. Laat ze op de ene kant van het papier een vrucht van de Geest noteren, en op de achterkant een woord dat het tegengestelde betekent. Verduidelijk zo nodig de woorden die ze niet kennen. Laat ze over hun vruchten vertellen.

Laat de kinderen in Galaten 5:22–23 over de vrucht van de Geest lezen. Laat ze een situatie beschrijven of tekenen waarin de Heilige Geest hun een van deze vruchten heeft laten voelen. Laat ze een ander kind in de klas over hun verhaal of tekening vertellen. Waarom is een vrucht een goede manier om ons duidelijk te maken hoe de Geest ons beïnvloedt?

Lees samen Galaten 6:7–9. Laat de kinderen een eenvoudige tekening maken van iemand die het zaadje van een vrucht plant maar een andere vrucht oogst. Waarom is dat onmogelijk? Waarom is het even onmogelijk om positieve gevolgen te ervaren na verkeerde keuzes?

Maak samen een doolhof zoals op de doe-pagina van deze week. Vraag de kinderen welke woorden nog meer beschrijven welke goede gevoelens van de Heilige Geest komen en welke slechte keuzes Hem verdrijven. Bespreek de gevolgen van de keuzes waaraan ze denken.

Laat de kinderen een lijst maken van zegeningen die ze van hun hemelse Vader hopen te ontvangen. Bedenk samen welke ‘zaadjes’ ze moeten zaaien om die zegeningen te ‘oogsten’.