Schriftteksten kerkleerbeheersing en kerngedachten per cursus

Mozes 1:39:‘Dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.’

Mozes 7:18:‘De Heer noemde zijn volk Zion, omdat zij één van hart en één van zin waren.’

Abraham 2:9–11:De Heer beloofde Abraham dat zijn zaad ‘deze bediening en dit priesterschap’ tot ‘alle natiën’ zou brengen.

Abraham 3:22–23:We waren als geesten ‘georganiseerd eer de wereld was’.

Genesis 1:26–27:‘God schiep de mens naar Zijn beeld.’

Genesis 2:24:‘Een man [zal] zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.’

Genesis 39:9:‘Hoe zou ik dan dit grote kwaad doen en zondigen tegen God?’

Exodus 20:3–17:De tien geboden

Jozua 24:15:‘Kies voor u heden wie u zult dienen.’

Psalmen 24:3–4:‘Wie zal staan in Zijn heilige plaats? Wie rein is van handen en zuiver van hart.’

Spreuken 3:5–6:‘Vertrouw op de Heere met heel je hart, […] dan zal Hij je paden rechtmaken.’

Jesaja 1:18:‘Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw.’

Jesaja 5:20:‘Wee hun die het kwade goed noemen en het goede kwaad.’

Jesaja 29:13–14:De herstelling van het evangelie is ‘wonderlijk en wonderbaar’.

Jesaja 53:3–5:‘Voorwaar, onze ziekten heeft [Jezus Christus] op Zich genomen, onze smarten heeft Hij gedragen.’

Jesaja 58:6–7:De zegeningen van vasten op de juiste manier

Jesaja 58:13–14:Houd ermee op ‘om op Mijn heilige dag te doen wat u zelf wilt [en noem] de sabbat een verlustiging’.

Jeremia 1:4–5:‘Voordat Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik […] u aangesteld tot een profeet voor de volken.’

Ezechiël 3:16–17:De profeet is een ‘wachter over het huis van Israël’.

Ezechiël 37:15–17:De Bijbel en het Boek van Mormon zullen ‘in uw hand één worden’.

Daniël 2:44–45:‘God [zal] een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan.’

Amos 3:7:‘De Heere [openbaart] Zijn geheimenis […] aan Zijn dienaren, de profeten.’

Maleachi 3:8–10:De zegeningen van tiende betalen

Maleachi 4:5–6:Elia zal ‘het hart van de kinderen tot hun vaders’ terugbrengen.

Mattheüs 5:14–16:‘Laat uw licht zo schijnen voor de mensen.’

Mattheüs 11:28–30:‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.’

Mattheüs 16:15–19:Jezus zei: ‘Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven.’

Mattheüs 22:36–39:‘U zult de Heere, uw God, liefhebben. […] U zult uw naaste liefhebben.’

Lukas 2:10–12:‘Ik verkondig […] dat heden voor u geboren is de Zaligmaker, in de stad van David; Hij is Christus, de Heere.’

Lukas 22:19–20:Jezus Christus heeft geboden: neem ‘tot Mijn gedachtenis’ deel aan het avondmaal.

Lukas 24:36–39:‘Want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb.’

Johannes 3:5:‘Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan.’

Johannes 3:16:‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.’

Johannes 7:17:‘Als iemand de wil heeft om Zijn wil te doen, zal hij van dit onderricht weten.’

Johannes 17:3:‘En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus.’

1 Korinthe 6:19–20:‘Uw lichaam [is] een tempel van de Heilige Geest.’

1 Korinthe 11:11:‘De man [is] niet zonder de vrouw, en de vrouw niet zonder de man, in de Heere.’

1 Korinthe 15:20–22:‘Zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.’

1 Korinthe 15:40–42:Er zijn in de opstanding drie graden van heerlijkheid.

Efeze 1:10:‘Om in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen.’

Efeze 2:19–20:De kerk is ‘gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is’.

2 Thessalonicenzen 2:1–3:‘De dag van Christus […] komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is.’

2 Timotheüs 3:15–17:‘De heilige Schriften [kunnen] u wijs maken tot zaligheid.’

Hebreeën 12:9:Onze hemelse Vader is ‘de Vader van de geesten’.

Jakobus 1:5–6:‘Als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God.’

Jakobus 2:17–18:‘Als [geloof] geen werken heeft, [is het] in zichzelf dood.’

1 Petrus 4:6:‘Aan de doden [is] het Evangelie verkondigd.’

Openbaring 20:12:‘En de doden werden geoordeeld […] overeenkomstig hun werken.’

1 Nephi 3:7:‘Ik zal heengaan en de dingen doen die de Heer heeft geboden.’

2 Nephi 2:25:‘Adam viel, opdat de mensen zouden zijn; en de mensen zijn, opdat zij vreugde zullen hebben.’

2 Nephi 2:27:‘Zij zijn vrij om vrijheid en eeuwig leven te kiezen […] of om gevangenschap en dood te kiezen.’

2 Nephi 26:33:‘Allen zijn voor God gelijk.’

2 Nephi 28:30:‘God […] zal de mensenkinderen regel op regel geven, voorschrift op voorschrift.’

2 Nephi 32:3:‘Vergast u aan de woorden van Christus; want zie, de woorden van Christus zullen u alle dingen zeggen die u behoort te doen.’

2 Nephi 32:8–9:‘U [moet] altijd bidden.’

Mosiah 2:17:‘Wanneer u in dienst van uw medemensen bent, [bent] u louter in dienst van uw God.’

Mosiah 2:41:Wie ‘de geboden van God onderhouden […] worden gezegend in alle dingen’.

Mosiah 3:19:‘[Leg] de natuurlijke mens [af] en [word] een heilige door de verzoening van Christus, de Heer.’

Mosiah 4:9:‘Geloof in God; […] geloof dat Hij alle wijsheid […] bezit.’

Mosiah 18:8–10:Laat u dopen ‘in de naam van de Heer […] als getuigenis […] dat u een verbond met Hem hebt aangegaan’.

Alma 7:11–13:‘En Hij zal uitgaan en pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen doorstaan.’

Alma 34:9–10:‘Er [moet] een verzoening worden teweeggebracht, […] een oneindig en eeuwig offer.’

Alma 39:9:‘[Jaag] niet meer de begeerten van je ogen na.’

Alma 41:10:‘Goddeloosheid heeft nooit geluk betekend.’

Helaman 5:12:‘Het is op de rots van onze Verlosser […] dat jullie je fundament moeten bouwen.’

3 Nephi 11:10–11:‘Ik [heb] Mij in alle dingen aan de wil van de Vader onderworpen vanaf het begin.’

3 Nephi 12:48:Wees ‘volmaakt […] zoals Ik, of zoals uw Vader die in de hemel is, volmaakt is’.

3 Nephi 27:20:‘Kom tot Mij en laat u dopen […], zodat u door het ontvangen van de Heilige Geest kunt worden geheiligd.’

Ether 12:6:‘U ontvangt geen getuigenis dan na de beproeving van uw geloof.’

Ether 12:27:‘Indien de mensen tot Mij komen, […] zal Ik maken dat zwakke dingen sterk voor hen worden.’

Moroni 7:45–48:‘Naastenliefde is de reine liefde van Christus.’

Moroni 10:4–5:‘[Vraag] met een oprecht hart, met een eerlijke bedoeling en met geloof in Christus, […] en door de macht van de Heilige Geest kunt u de waarheid van alle dingen kennen.’

Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–20:Joseph Smith zag ‘twee Personen, wier glans en heerlijkheid elke beschrijving tarten’.

Leer en Verbonden 1:30:‘De enige ware en levende kerk.’

Leer en Verbonden 1:37–38:‘Hetzij door mijn eigen stem, hetzij door de stem van mijn dienstknechten, dat is hetzelfde.’

Leer en Verbonden 6:36:‘Vertrouw op Mij bij iedere gedachte; twijfel niet, vrees niet.’

Leer en Verbonden 8:2–3:‘Ik zal in uw gedachten en in uw hart tot u spreken door de Heilige Geest.’

Leer en Verbonden 13:1:Het Aäronisch priesterschap ‘omvat [de sleutels] van de bediening van engelen en van het evangelie van bekering en van de doop’.

Leer en Verbonden 18:10–11:‘De waarde van zielen [is] groot in de ogen van God.’

Leer en Verbonden 18:15–16:‘Hoe groot zal dan uw vreugde zijn indien u vele zielen tot Mij brengt!’

Leer en Verbonden 19:16–19:‘Ik, [Jezus Christus], heb deze dingen voor allen geleden.’

Leer en Verbonden 21:4–6:Het ‘woord [van de profeet] zult u aanvaarden, alsof uit mijn eigen mond’.

Leer en Verbonden 29:10–11:‘Ik zal Mijzelf met macht en grote heerlijkheid openbaren vanuit de hemel […] en duizend jaar lang in gerechtigheid bij de mensen op aarde wonen.’

Leer en Verbonden 49:15–17:‘Het huwelijk is […] door God verordonneerd.’

Leer en Verbonden 58:42–43:‘Wie zich van zijn zonden bekeerd heeft, die ontvangt vergeving.’

Leer en Verbonden 64:9–11:‘Van u wordt het vereist alle mensen te vergeven.’

Leer en Verbonden 76:22–24:‘De werelden worden en werden [door Jezus Christus] geschapen.’

Leer en Verbonden 82:10:‘Ik, de Heer, ben gebonden wanneer u doet wat Ik zeg.’

Leer en Verbonden 84:20–22:‘In de verordeningen daarvan is de macht der goddelijkheid kenbaar.’

Leer en Verbonden 88:118:‘Zoek kennis, ja, door studie en ook door geloof.’

Leer en Verbonden 89:18–21:De zegeningen van het woord van wijsheid

Leer en Verbonden 107:8:‘Het Melchizedeks priesterschap […] bezit de macht en het gezag […] om geestelijke zaken te besturen.’

Leer en Verbonden 121:36, 41–42:‘De rechten van het priesterschap [kunnen] niet beheerst noch aangewend worden, dan alleen volgens de beginselen van de gerechtigheid.’

Leer en Verbonden 130:22–23:‘De Vader heeft een lichaam van vlees en beenderen […]; de Zoon eveneens; maar de Heilige Geest […] is een Persoon van Geest.’

Leer en Verbonden 131:1–4:‘Het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond.’

Leer en Verbonden 135:3:Joseph Smith heeft ‘het Boek van Mormon het licht doen zien, dat hij door de gave en macht van God had vertaald’.