Leringen van kerkpresidenten
Ons gezin versterken


Hoofdstuk 19

Ons gezin versterken

Wij moeten ons gezin versterken en beschermen door thuis in het evangelie te onderwijzen en het na te leven.

Uit het leven van Spencer W. Kimball

President Spencer W. Kimball beklemtoonde vaak de noodzaak om het gezin te versterken door thuis het evangelie na te leven. Over zijn eigen ervaring daarmee zei hij ooit: ‘Ik herinner mij onze geliefde gezinsactiviteiten toen ik jong was en met mijn eigen vrouw en kinderen thuis. Thuis was een hemel op aarde. Als we allemaal wat deden, of we nu een liedje zongen, een spelletje leidden, een geloofsartikel opzeiden, een verhaaltje vertelden, een talent lieten zien of een taak uitvoerden, we groeiden erdoor en kregen er een goed gevoel van.’1

President Kimball en zijn vrouw, Camilla, sterkten hun kinderen door onderricht en aanmoediging en ze verantwoordelijkheid te laten dragen voor hun eigen keuzes. Hun dochter, Olive Beth, herinnert zich dat ze ‘ons op de paden leidden waar ze ons hebben wilden, in plaats van ons te pushen.’2

President en zuster Kimball betoonden ieder van hun kinderen veel liefde. Een van zijn zoons, Edward, heeft gezegd: ‘Mijn vader was ons zeer toegenegen. Ik wist dat hij van me hield.’ Edward herinnerde zich dat hij een keer een plechtige vergadering in de Salt Laketempel bijwoonde. ‘Er waren duizenden mannen aanwezig. Na afloop van de vergadering zag [mijn vader] mij tussen de leden van een koor dat daar zong. Op weg naar de uitgang kwam hij naar me toe, omhelsde en kuste me.’3

Leringen van Spencer W. Kimball

Het gezin staat centraal in het plan van onze Vader en is de basis van de samenleving

Het gezinsleven is de beste manier om gelukkig te worden in deze wereld. En het is een duidelijk patroon van de Heer om aan te geven hoe het in de toekomende wereld is.4

De Heer heeft het hele programma vanaf het begin af aan georganiseerd, met een vader die zich voortplant, de kost verdient, liefheeft en leiding geeft; en een moeder die kinderen draagt, ter wereld brengt, voedt en opvoedt. De Heer had het anders kunnen organiseren, maar Hij gaf de voorkeur aan een eenheid met verantwoordelijkheid en doelgerichte omgang, waar de kinderen elkaar trainen en disciplineren, en elkaar leren liefhebben, respecteren en waarderen. Het gezin is het grote plan des levens, bedacht en georganiseerd door onze Vader in de hemel.5

Het gezin is de fundamentele eenheid van Gods koninkrijk op aarde. De kerk kan nooit gezonder zijn dan haar gezinnen.6

Vanaf het begin heeft De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen nadruk op het gezinsleven gelegd. Wij hebben altijd begrepen dat de fundamenten van het gezin als eeuwige eenheid al zijn gelegd voordat deze aarde werd geschapen! Een samenleving zonder een normaal gezinsleven heeft geen fundament en zal afbrokkelen tot er niets meer van over is. (…)

Wij zouden ons juist niet moeten laten overtuigen (…) door de misleidende argumenten dat de gezinseenheid op de een of andere manier iets te maken heeft met de ontwikkelingsfase die een samenleving in dit sterfelijk leven op een bepaald moment doormaakt. Het staat ons vrij om de bewegingen die het belang van het gezin bagatelliseren en meer nadruk leggen op het belang van zelfzuchtig individualisme te weerstaan. Wij weten dat de gezinsband eeuwig is. Wij weten dat als er dingen misgaan in het gezin, er dingen misgaan in alle geledingen van de samenleving. (…)

Onze politieke instellingen (…) kunnen ons niet redden als onze basiseenheid, het gezin, niet intact is. Vredesverdragen kunnen ons niet redden als er thuis vijandschap is in plaats van liefde. Werkgelegenheidsprogramma’s kunnen ons niet redden als veel mensen niet meer leren werken, niet de gelegenheid krijgen om te werken en niet meer leren om dat te willen. De uitvoerders van de wet kunnen ons niet beschermen als teveel mensen niet bereid zijn om discipline te betrachten of zich te laten disciplineren.7

We hebben geen keus: (…) we moeten het ideaal van het mormoonse gezin hooghouden. Het feit dat sommigen momenteel niet het voorrecht hebben om deel uit te maken van zo’n gezin is niet genoeg reden om er niet meer over te praten. Als wij het gezinsleven bespreken, houden we rekening met de gevoelens van andere mensen want wij beseffen dat velen (…) momenteel niet het voorrecht hebben om deel uit te maken van, of een bijdrage te leveren aan, zo’n gezin. Maar we kunnen die norm niet opzijzetten, want zoveel andere dingen hangen daar vanaf.8

Ouders moeten een voorraad geestelijke kracht aanleggen om hun kinderen steun te bieden in hun levensloop

We leggen in ons leven veel verschillende voorraden aan. Sommige voorraden betreffen water. Andere betreffen voedsel, zoals in het welzijnsprogramma voor het gezin, en zoals Jozef in Egypte deed tijdens de zeven jaren van overvloed. We hebben ook voorraden kennis nodig om te voorzien in toekomstige behoeften; voorraden moed om de angst te overwinnen die ons overspoelt en ons onzekerheid brengt; voorraden lichamelijke kracht om ons te helpen met het dragen van de lasten van werk en ziekte; voorraden goedheid; voorraden uithoudingsvermogen; voorraden geloof. Ja, vooral voorraden geloof, zodat wij standvastig en sterk zijn als de wereld ons onder druk zet, als de verleidingen van een wereld in verval om ons heen onze energie uit ons zuigen, onze geestelijke vitaliteit uitputten en proberen ons neer te halen. We hebben een voorraad geloof nodig die jongeren, en later volwassenen, over de saaie, moeilijke, beangstigende momenten heen kan helpen, en over de teleurstellingen, ontgoochelingen en de jaren van tegenspoed, behoefte, verwarring en frustratie. (…)

Ik ben dankbaar voor mijn ouders, want zij legden die voorraden aan voor mijn broers, zusters en mij. Zij hadden voorraden gebedsgewoonten, studie, activiteiten, positieve dienstbaarheid, waarheid en rechtschapenheid. Elke morgen en avond knielden we bij onze eetkamerstoel en baden om de beurt. Toen ik getrouwd was, hield ik me daar aan en ons jonge gezin zette de gewoonte voort.9

Gezinsleven, goed onderricht thuis, leiding door de ouders, dat zijn allemaal universele geneesmiddelen voor de kwalen van de wereld en haar kinderen. Ze zijn de remedies voor geestelijke en emotionele ziekten en de remedie voor de problemen van de wereld. Ouders zouden de opvoeding van hun kinderen niet aan andere mensen over moeten laten.

Er lijkt een groeiende tendens te zijn om die verantwoordelijkheid te verleggen van het gezin naar andere invloedssferen, zoals de school en de kerk — en, erger nog, naar verschillende kinderopvang- en andere instituten. Hoe belangrijk die instellingen ook mogen zijn, ze kunnen nooit goed de plaats innemen van de ouders. Voortdurende leiding, voortdurende waakzaamheid, kameraadschap en het letten op onze kinderen zijn noodzakelijke voorwaarden om ons gezin bijeen te houden en onze kinderen tot zegen te zijn op de wijze van de Heer.10

De hulporganisaties van de kerk zijn erg belangrijk en wij zouden allemaal deel moeten hebben aan de zegeningen die zij bieden. Maar we zouden nooit moeten toestaan dat ze de plaats innemen van ouders, om hen te ontlasten van de verantwoordelijkheid om hun kinderen in het evangelie van Jezus Christus te onderwijzen.11

Leidinggevenden van onze hulporganisaties en onze jongeren zouden zich moeten afvragen: ‘Hoe kan ik ertoe bijdragen dat deze jonge mensen hun ouders liefhebben, gehoorzamen en eren, en dat zij hen steunen in hun gezinstaken?’ Hoe kunnen we bijeenkomsten, gebruiken en activiteiten plannen om te voorkomen dat de gezinsbanden en –taken worden verstoord, en tegelijkertijd tijd over laten voor gezinsactiviteiten?

Onze toewijding aan het naleven van het evangelie in het gezin zou de duidelijke boodschap moeten worden van elk programma van de priesterschap en de hulporganisaties en zou tot gevolg moeten hebben dat we enkele facultatieve activiteiten die afbreuk kunnen doen aan de aandacht voor het gezin zo nodig op een lager pitje zetten.12

Alleen door ons gezinsleven goed te plannen en te agenderen, kunnen we onze kinderen leiden en hen beschermen voor de valkuilen die tot zonde en vernietiging leiden en hen op het pad naar het geluk en de verhoging zetten. Hierbij heeft niets een sterkere uitwerking dan het voorbeeld van hun eigen ouders en de invloed van hun gezinsleven. Het leven van onze kinderen zal later erg lijken op het leven dat ze bij het opgroeien in hun ouderlijk huis zien. Daarom zouden we onze eigen koers moeten uitzetten langs het pad dat we onze kinderen willen laten volgen.13

Het kind neemt van wat hij in het gezinsleven in zijn ouderlijk huis ziet veel mee naar zijn eigen leven. Als hij zijn ouders vaak naar de tempel ziet gaan, zal hij zelf een leven in de tempel plannen. Als hij leert om voor de zendelingen te bidden, zal hij geleidelijk naar een zending toe groeien. Dat lijkt erg eenvoudig, maar zo werkt het in het leven. En wij beloven u dat uw kinderen u zullen eren als u hen het juiste voorbeeld en de juiste opvoeding geeft.14

Ik heb kinderen uit goede gezinnen in opstand zien komen, af zien dwalen, zien zondigen en zelfs tegen God zien strijden. Daarmee doen zij hun ouders verdriet, die hun best hebben gedaan (…) om ze te onderwijzen en een goed voorbeeld te geven. Maar ik heb veel van deze kinderen jaren later milder zien worden, na jarenlang afgedwaald te zijn geweest. Ze beseffen wat ze hebben gemist, ze bekeren zich en leveren een grote bijdrage aan het geestelijk leven in hun gemeenschap. En ik ben van mening dat dit kan gebeuren omdat zij, ondanks hun beproevingen, nog meer beïnvloed zijn, meer dan zij beseffen, door hun opvoeding en door het leven dat zij thuis hebben geleefd. Als zij later het verlangen hebben om in hun eigen gezin een soortgelijke sfeer te scheppen, zullen zij geneigd zijn om terug te keren naar het geloof dat het leven van hun ouders zinvol maakte.15

Ouders, uw gezin is uw voornaamste verantwoordelijkheid. Als u samenwerkt, kunt u de soort gezinsleven hebben die de Heer van u verwacht. Als u liefde toont voor elkaar en voor uw kinderen, kunt u een voorraad geestelijke kracht aanleggen die nooit uitgeput raakt.16

We moeten ons gezin sterken tegen het kwaad om ons heen

De tijd zal aanbreken dat alleen zij die diepgaand en actief in het gezin geloven, in staat zijn om hun gezin te behouden te midden van het toenemende kwaad om ons heen.17

De boze weet waar hij moet aanvallen. Hij valt het gezin aan. Hij zal het gezin vernietigen. Dat wil hij doen. (…) Laten wij besluiten dat hij het niet met ons gezin zal doen.18

Wij moeten ons gezin voortdurend versterken en verdedigen tegen het toenemende kwaad, zoals: echtscheiding, ontwrichting, wreedheid, mishandeling en misbruik, vooral van vrouw en kinderen. We moeten ons voortdurend beschermen tegen onzedelijkheid, pornografie en seksuele toegeeflijkheid, waardoor de reinheid van de gezinsleden, jong en oud, vernietigd kan worden.

(…) We vinden die krachten van het kwaad bijna overal. We worden er vrijwel voortdurend aan blootgesteld. We zien dat ze ons thuis bereiken uit school, vanaf de speelplaats, uit het theater, uit het kantoor en uit de zakenwereld. Er zijn in de huidige wereld slechts weinig plekken waar we aan ze kunnen ontkomen.

Hoe moeten we ons dan opstellen? Wat moeten we doen? We moeten voortdurend waken voor hun kwade aanwezigheid bij ons thuis en ze vernietigen zoals we bacteriën, vuil of ziekte zouden vernietigen. We moeten ze uit de kasten van onze gedachten jagen, ons bevrijden van die wereldsheid, de vonken van het kwaad doven voordat ze vernietigende vlammen worden. Hoe doen we dat?

Als we de dodelijke slagen van het kwaad willen ontvluchten en ons gezin beschermen en sterken tegen alle destructieve invloeden die zo welig tieren om ons heen, hebben we de hulp van de Schepper zelf nodig — de stichter en organisator van dit gezinsplan. Er is maar één zekere manier om die te krijgen, en dat is door het evangelie van de Heer Jezus Christus en gehoorzaamheid aan zijn wijze, geïnspireerde leringen. We moeten in gaan zien dat de prijs voor een thuis dat vrij is van dergelijke kwade invloeden het onderhouden van Gods geboden is.19

Als ouders kranten en tijdschriften lezen en zien wat de wereld hun kinderen probeert te leren, zouden ze nog vastbeslotener moeten zijn om ervoor te zorgen dat hun kinderen niet door dergelijke zonden en dwaling beschadigd raken. De ouders moeten vervolgens een gezinsleven, discipline en opvoeding bieden die een goed tegenwicht bieden aan het kwaad in de wereld, en het effect daarvan tenietdoen. Komen kinderen in aanraking met de verfoeilijke dingen in de wereld, dan moeten ze ook kennismaken met de goede dingen, de juiste reacties en de juiste houding.20

Jaren geleden brachten we een bezoek aan een land waar vreemde ideologieën werden verkondigd en dagelijks ‘schadelijke leringen’ werden verspreid via het onderwijs en de gecensureerde pers. De kinderen luisterden dagelijks naar die leringen, filosofieën en idealen die hun leerkrachten uiteenzetten.

Iemand zei dat ‘voortdurend druppelen zelfs de hardste steen doet slijten.’ Dat wist ik, dus vroeg ik over de kinderen: ‘Behouden ze hun geloof? Worden ze niet overweldigd door de voortdurende druk van hun leerkrachten? Hoe weet u zeker dat ze niet zullen afdwalen van het eenvoudige geloof in God?’

Het antwoordde luidde ongeveer: ‘We repareren elke avond het gat dat in hun voorraad is geslagen. We leren onze kinderen positieve rechtschapenheid zodat de valse leringen geen vat op ze krijgen. Onze kinderen groeien op in geloof en rechtschapenheid, ondanks de bijna overweldigende druk van buitenaf.’

Zelfs gebroken dammen zijn te repareren en te redden — overstromingen zijn met zandzakken tegen te houden. En waarheid die voortdurend herhaald wordt, gebeden, evangelieleringen en uitingen van liefde die telkens weer worden uitgesproken, en herhaalde aandacht van de ouders, kunnen het kind redden en het op het rechte pad houden.21

Spiritualiteit moet thuis worden aangeleerd en gevoed

Een thuis van ware heiligen der laatste dagen is een toevluchtsoord voor de stormen en worstelingen van het leven. Spiritualiteit wordt geboren en gevoed door dagelijks gebed, schriftstudie, evangeliebesprekingen en aanverwante activiteiten thuis, gezinsavonden, gezinsraden, samen werken en spelen, elkaar dienen en mensen om ons heen over het evangelie vertellen. Spiritualiteit wordt bovendien gevoed door ons gedrag tegenover elkaar waar geduld, vriendelijkheid en vergevensgezindheid uit blijkt en door de beginselen van het evangelie in de huiselijke kring toe te passen. Thuis worden wij deskundigen en geleerden op het gebied van de evangelische rechtschapenheid door samen de waarheden van het evangelie te leren en ze na te leven.22

Thuis zou de plek moeten zijn waar we het heel gewoon gaan vinden om op de Heer te vertrouwen, zodat dat niet alleen voor bijzondere gelegenheden voorbehouden blijft. Een van de manieren om daar een gewoonte van te maken, is regelmatig oprecht te bidden. Het is niet genoeg om alleen te bidden. Het is essentieel dat we echt tot de Heer spreken in het geloof dat Hij ons, als ouders, zal openbaren wat we moeten weten en doen voor het welzijn van onze gezinsleden.23

Individuele en gezamenlijke schriftstudie is van essentieel belang voor het leren van het evangelie. Dagelijks in de Schriften lezen en ze samen bespreken is al vaak genoemd als een krachtig middel om onwetendheid en de verleidingen van Satan tegen te gaan. Dat gebruik zal veel geluk voortbrengen en zal de gezinsleden beter in staat stellen om de Heer en zijn goedheid lief te hebben.

Wat betreft het bestuur van ons gezin is ons terecht geleerd dat de gezinsraad de meest fundamentele raad van de kerk is. Onder leiding van de vader en moeder, die ook onderling overleg moeten plegen, kan men in een gezinsraad gezinsaangelegenheden bespreken zoals gezinsfinanciën en plannen, en kan men de gezinsleden steun bieden.24

Wat de gezinsavond betreft, voldoet een avond die we thuis met het gezin doorbrengen of een avond uit naar iets wat uw gezin interesseert de behoefte aan de gezinsavond slechts gedeeltelijk. Kinderen de juiste levenswijze leren is van fundamenteel belang. Als we alleen maar samen naar een voorstelling of een feest gaan, of samen gaan vissen, voldoet dat slechts voor de helft aan de ware behoefte. Echter, thuisblijven en de kinderen het evangelie en de Schriften leren en ze liefde voor elkaar en hun ouders bijbrengen, is uiterst belangrijk.

Als we regelmatig een inspirerende gezinsavond hebben en we de inhoud daarvan zorgvuldig plannen, geven we onze kinderen een signaal dat ze nooit zullen vergeten. Als we onze kinderen op die manier onze tijd geven, als we onze aanwezigheid geven, is dat een geschenk dat niet onopgemerkt zal blijven.26

Ik vergelijk de gezinsavond, het gezinsgebed en andere kerkactiviteiten bedoeld om het gezin te beschermen, en zorgvuldig uitgevoerd, graag met een paraplu. Als de paraplu niet geopend is, is hij niet veel meer dan een stok en biedt hij weinig bescherming tegen de regen. Ook de plannen van God hebben weinig waarde als ze niet gebruikt worden.

Als we de paraplu open doen, spannen we het zijdeachtige materiaal. Als de regen valt, loopt het eraf. Als het sneeuwt, glijdt het eraf. Als het hagelt, kaatst het eraf. Als de wind waait, wordt hij omgeleid door de paraplu. En deze geestelijke paraplu weert de vijanden van onwetendheid, bijgeloof, scepsis, afval, onkuisheid en andere vormen van goddeloosheid af.

Het is mijn gebed dat we allemaal onze geestelijke paraplu opendoen om ons gezin te beschermen.27

We moeten onze kinderen net zo liefhebben als God ons liefheeft

God is onze Vader. Hij heeft ons lief. Hij steekt veel energie in onze training en wij moeten zijn voorbeeld volgen en onze kinderen intens liefhebben en hen in rechtschapenheid opvoeden.28

Hoe lang geleden hebt u uw kinderen, hoe groot of klein ze ook zijn, in uw armen genomen en ze gezegd dat u van ze houdt en dat u blij bent dat ze voor eeuwig bij u kunnen horen?29

O, broeders en zusters, het gezin kán eeuwig zijn! Laat de verlokkingen van het moment u niet van hen wegleiden! Goddelijkheid, eeuwigheid en gezin gaan hand in hand, en dat moeten wij ook doen!30

Ideeën voor studie en bespreking

Denk na over deze ideeën terwijl u het hoofdstuk bestudeert of u zich voorbereidt op uw onderwijs. Zie pp. V–IX voor meer informatie.

  • President Kimball heeft over zijn eigen leven bij zijn ouders thuis gezegd: ‘Thuis was een hemel op aarde’ (pagina 223). Hoe kunnen we thuis een hemelse sfeer scheppen? In welke opzichten kan ons leven thuis ons voorbereiden op het eeuwige leven?

  • Welke uiterst belangrijke dingen kunnen ouders doen om hun kinderen een voorraad geestelijke kracht te geven? (Zie voor enkele voorbeelden pp. 226–231.)

  • Wat zijn de risico’s als ouders de instructie van hun kinderen aan andere mensen overlaten? Welke hulpmiddelen biedt de kerk ouders voor het onderrichten van hun kinderen? Hoe kunnen kerkleiders en –leerkrachten ouders steunen? (Zie voor enkele voorbeelden pp. 227–229.)

  • Denk na over de raadgevingen die president Kimball op de pagina’s 231–233 geeft. Welke aanwijzingen hebt u gezien dat gezinsgebed, gezamenlijke schriftstudie, gezinsraad en gezinsavond daadwerkelijk verschil uitmaken?

  • Lees de laatste alinea op p. 233. Denk na over de vraag die president Kimball op pagina 234 stelt: ‘Hoe lang geleden hebt u uw kinderen, hoe groot of klein ze ook zijn, in uw armen genomen en ze gezegd dat u van ze houdt en dat u blij bent dat ze voor eeuwig bij u kunnen horen?’

Relevante teksten: Deuteronomium 6:3–7; 2 Nephi 25:26; Mosiah 4:14–15; LV 68:25–28

Noten

  1. ‘Therefore I Was Taught’, Ensign, januari 1982, p. 3.

  2. Olive Beth Mack, ‘How a Daughter Sees Her Father, the Prophet’, toespraak gehouden tijdens een devotional aan het instituut voor godsdienstonderwijs te Salt Lake City, 9 april 1976, p. 8.

  3. Gerry Avant in ‘As Father, Prophet Made Time Count’, Church News, 11 juni 1977, p. 5.

  4. ‘Privileges and Responsibilities of Sisters’, Ensign, november 1978, p. 103.

  5. Conference Report, april 1973, p. 151; of Ensign, juli 1973, p. 15.

  6. Conference Report, april 1978, p. 67; of Ensign, mei 1978, p. 45.

  7. Conference Report, oktober 1980, pp. 3, 4; of Ensign, november 1980, pp. 4, 5.

  8. Ensign, november 1978, p. 103.

  9. Faith Precedes the Miracle (1972), pp. 110–111.

  10. Conference Report, april 1979, pp. 4–5; of Ensign, mei 1979, p. 5.

  11. ‘The Example of Abraham’, Ensign, juni 1975, p. 5.

  12. ‘Living the Gospel in the Home’, Ensign, mei 1978, p. 101.

  13. The Miracle of Forgiveness (1969), pp. 258–259.

  14. Verslag gebiedsconferentie Seoel (Korea) 1975, p. 35.

  15. Conference Report, oktober 1974, p. 160; of Ensign, november 1974, p. 111.

  16. Ensign, juni 1975, p. 5.

  17. Conference Report, oktober 1980, p. 3; of Ensign, november 1980, p. 4.

  18. Conference Report, oktober 1975, p. 165; of Ensign, november 1975, p. 111.

  19. Conference Report, april 1979, p. 5; of Ensign, mei 1979, pp. 5–6.

  20. ‘Train Up a Child’, Ensign, april 1978, p. 4.

  21. Faith Precedes the Miracle, pp. 113–114.

  22. Ensign, januari 1982, p. 3.

  23. Conference Report, oktober 1974, pp. 161–162; of Ensign, november 1974, p. 113.

  24. Ensign, januari 1982, p. 4.

  25. Conference Report, oktober 1977, p. 4; of Ensign, november 1977, p. 4.

  26. Conference Report, april 1978, p. 5; of Ensign, mei 1978, p. 5.

  27. Conference Report, oktober 1969, p. 23; of Improvement Era, december 1969, pp. 50–51.

  28. Ensign, april 1978, p. 5.

  29. Conference Report, oktober 1974, p. 161; of Ensign, november 1974, pp. 112–113.

  30. Conference Report, oktober 1980, p. 5; of Ensign, november 1980, p. 5.