Kom dan en volg Mij
Waarom zijn verordeningen belangrijk in mijn leven?


Waarom zijn verordeningen belangrijk in mijn leven?

Een verordening is een heilige, formele handeling met een geestelijke betekenis. Verordeningen worden verricht met het gezag van het priesterschap en op aanwijzing van wie priesterschapssleutels bezitten. Verordeningen herinneren ons aan wie we zijn en wat onze relatie met God is. Ze helpen ons tot Christus te komen en het eeuwige leven te ontvangen.

Uw geestelijke voorbereiding

Welke verordeningen van het evangelie hebt u ontvangen? Hoe zijn die verordeningen u tot zegen geweest? Waarom zijn ze belangrijk voor u?

Welke verordeningen hebben de jongevrouwen ontvangen? Op welke verordeningen bereiden ze zich voor? Waarom dienen ze het belang van de verordeningen van het evangelie te begrijpen?

Bestudeer deze Schriftteksten en leermiddelen met een gebed in uw hart. Wat voelt u dat u met de jongevrouwen moet bespreken om ze het belang van verordeningen duidelijk te maken?

Mattheüs 3:13–17 (de doop van Jezus Christus)

Handelingen 19:1–6 (Paulus doopt mensen die niet juist waren gedoopt opnieuw)

3 Nephi 11:21–26 (Jezus Christus verleent het gezag om te dopen en geeft instructies aangaande de juiste procedure)

Moroni 8:10–12 (Mormon vertelt over de doop)

LV 84:19–21 (de macht der goddelijkheid is kenbaar in de priesterschapsverordeningen)

Geloofsartikelen 1:3–5 (verordeningen zijn noodzakelijk voor ons heil)

David A. Bednar, ‘Altijd vergeving van uw zonden behouden’, Liahona, mei 2016, 59-62

Gary E. Stevenson, ‘Jouw vier minuten’, Liahona, mei 2014, 84–86

Priesterschapsverordeningen en -zegens’, Handboek 2: de kerk besturen (2010), 20.1

Verordeningen’, Trouw aan het geloof (2004), 177–178

Video: ‘Geloof in de macht van het priesterschap’

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

De Heiland had wie Hij onderwees lief en bad voor hen. Hoe kunt u laten zien dat u de jongevrouwen in uw klas liefhebt en steunt?

Afbeelding

Video’s: ‘Onderwijzen zoals Jezus’

Meer bekijken

Vertellen over eigen ervaringen

Vraag de jongevrouwen aan het begin van elke les om te vertellen over en te getuigen van hun ervaringen met het geleerde uit de les van vorige week. Dat zal hun bekering bevorderen en ertoe bijdragen dat ze zien hoe het evangelie van toepassing is op hun dagelijkse leven.

De leer inleiden

Kies uit deze ideeën of bedenk er zelf een om de les van deze week in te leiden:

  • Zet het woord verordening op het bord en laat de jongevrouwen met definities van dit woord komen (verwijs ze indien nodig naar de alinea aan het begin van dit leerschema). Wat zouden de jongevrouwen antwoorden als iemand beweert dat verordeningen niet nodig zijn? (Als de jongevrouwen ideeën nodig hebben, laat ze dan de paragraaf ‘De Heilige Geest en priesterschapsverordeningen’ in de toespraak van ouderling David A. Bednar, ‘Altijd vergeving van uw zonden behouden’, raadplegen.)

  • Vraag de jongevrouwen zoveel mogelijk verordeningen van het evangelie op te noemen. Help ze vast te stellen welke verordeningen noodzakelijk zijn voor de verhoging (verwijs ze eventueel naar ‘Verordeningen’ in Trouw aan het geloof). Waarom heeft onze hemelse Vader ons deze verordeningen gegeven?

Samen leren

Elk van de onderstaande leeractiviteiten zal de jongevrouwen meer inzicht geven in waarom verordeningen belangrijk zijn. Kies er onder inspiratie van de Geest een of meer uit die voor uw klas het beste zijn:

  • In ouderling David A. Bednars toespraak ‘Altijd vergeving van uw zonden behouden’, worden in de paragraaf ‘Vergeving van zonden verkrijgen en behouden door middel van verordeningen’ de zegeningen van de verordeningen van de doop, handoplegging voor de gave van de Heilige Geest, en het avondmaal omschreven. Om de jongevrouwen te leren hoe die verordeningen ons kunnen helpen, vraagt u iedere jongevrouw een verordening uit te kiezen en alles te noteren wat zij er in deze paragraaf over te weten komt. Vraag de jongevrouwen daarna de rest van de klas op een creatieve manier — bijvoorbeeld door platen te gebruiken of een spel te doen — te vertellen wat ze te weten zijn gekomen.

  • Nodig een gastspreker of een jongevrouw die iets bijzonders heeft gedaan uit om te vertellen aan welke vereisten zij moest voldoen en heeft voldaan om haar doel te bereiken (misschien kreeg zij een onderscheiding in het kader van Persoonlijke vooruitgang, behaalde zij een academisch graad, of deed zij auditie voor een rol in een toneelstuk). Vraag de jongevrouw daarna om de alinea die begint met ‘Net zoals bepaalde stappen’ in de toespraak van ouderling Gary E. Stevenson, ‘Jouw vier minuten’, te lezen. Hoe lijken de verordeningen op de vereisten waar de gastspreker of de jongevrouw over heeft gesproken? U kunt ook de rest van ouderling Stevensons toespraak lezen om te zien wat hij nog meer over verordeningen bespreekt.

  • Neem met de klas de vier vereisten voor het verrichten van verordeningen door in paragraaf 20.1 van Handboek 2. Vraag de jongevrouwen 3 Nephi 11:21–26 te lezen en vast te stellen hoe in de beschrijving van de doop door de Heiland aan die vereisten wordt voldaan. Laat ze aan een verordening denken die ze onlangs hebben meegemaakt en beschrijven hoe aan die vier vereisten werd voldaan. Wat gebeurt er als een verordening wordt verricht zonder aan die vereisten te voldoen? Vraag de jongevrouwen waarom het belangrijk voor ze is om van die vereisten af te weten.

  • Laat de jongevrouwen zich voorstellen dat ze iemand van een ander geloof de doop uiteenzetten en hij of zij zegt: ‘Ik ben al gedoopt in mijn eigen kerk.’ Hoe zouden de jongevrouwen deze persoon op attente wijze uitleggen waarom hij of zij zich opnieuw dient te laten dopen? Welke Schriftteksten of ervaringen zouden ze aanhalen? U kunt ze wijzen op de genoemde vereisten in paragraaf 20.1 van Handboek 2; Mattheüs 3:13–17; Handelingen 19:1–6; 3 Nephi 11:21–26; of Moroni 8:10–12. Nodig indien mogelijk de voltijdzendelingen in de klas uit om te vertellen hoe zij hun onderzoekers het belang van verordeningen uitleggen (vraag daartoe eerst toestemming aan de bisschop).

  • Lees de volgende uitspraak van president Spencer W. Kimball aan de klas voor: ‘Verordeningen dienen als geheugensteun. Dat is het werkelijke doel van het avondmaal, om ons niet te laten vergeten, om ons te helpen herinneren.’ (Teachings of Spencer W. Kimball, red. Edward L. Kimball [1982], 112.) Laat de jongevrouwen de verordeningen van het evangelie opsommen (bijvoorbeeld die op pp. 177–178 van Trouw aan het geloof) en bespreken waar elke verordeningen ons aan helpt herinneren.

Vraag de jongevrouwen wat ze vandaag hebben geleerd. Begrijpen zij het belang van verordeningen? Wat voor gevoelens of ingevingen hebben ze gekregen? Hebben ze nog vragen? Zou het de moeite waard zijn om meer tijd aan deze leer te besteden?

Naleven wat we leren

Laat de jongevrouwen bedenken hoe ze kunnen toepassen wat ze vandaag hebben geleerd. Bijvoorbeeld: Ze kunnen bijvoorbeeld het volgende doen:

Vertel de jongevrouwen wat ze volgende week zullen bestuderen. Wat kunnen we doen om ons voor te bereiden op onze ontmoeting met God? Ze kunnen bijvoorbeeld een toespraak lezen, een video bekijken of een Schrifttekst bestuderen die verband houdt met de les van volgende week.

Relevante jongerenactiviteiten

Afbeelding

Plan een activiteit voor de wekelijkse activiteitenavond waardoor de jongevrouwen leren toepassen wat ze in deze les hebben geleerd.