2010
‘Als ik daar was’
December 2010


jongvolwassenen

‘Als ik daar was’

De woorden en muziek die zijn geschreven door een jonge man uit Zuid-Afrika moedigen ons aan dieper na te denken over de Heiland, niet alleen met de kerst maar altijd.

Het wijsje begint zo zacht als een fluistering, een melodie die niet alleen je oren streelt maar ook je ziel. Het wordt nog veel mooier als het koor begint te zingen:

Als ik daar was en deze man zag komen, deze man, een timmerman Jezus genaamd,

Als ik duizenden tot Hem zag komen, zou ik hen niet volgen en naar Hem gaan luisteren?

Als ik Hem zag, zou ik Hem, na slechts één blik, onmiddellijk herkennen?

Zou ik weten dat Hij de Christus is?

Als je het koor kon zien zou je weten dat alle leden uit hun hart zingen. Zie de begeleiders die zorgvuldig elk akkoord opbouwen en de geluidstechnici die de hele uitvoering mengen tot een uitgebalanceerde harmonie. Kijk en zie de jongvolwassenen uit de ring Pretoria, zelf een mengsel van afkomst en ervaring, die hun stemmen laten samenvloeien in lof aan de Heer Jezus Christus.

En in het centrum van het geheel staat een twintigjarige dirigent, die elk woord schreef, elke noot componeerde, elke repetitie en uitvoering coördineerde, en schiep wat een kerstgeschenk bleek te zijn voor zijn vrienden, voor de kerkleden, voor de gemeenschap, en zelfs voor zijn Heiland en zijn Vader in de hemel.

Michael McLeod, die binnenkort een voltijdzending zal gaan vervullen, had niet verwacht dat zijn initiatief tot zo’n evenement zou uitgroeien — uitvoeringen in vier kerkgebouwen, alle met honderden enthousiaste toehoorders. Hij had niets anders gedaan dan gehoor geven aan een opdracht die de jonge alleenstaanden (jovo) van zijn ring hadden gekregen om een cantate voor te bereiden, een programma van muziek en woord om mensen tot aanbidding van de Heiland te brengen. Het programma stond aanvankelijk gepland voor juni of juli 2009, maar was na verschillende vertragingen naar december verschoven.

‘Toen de jovo-vertegenwoordigers van de ring mij zeiden wat hun gevraagd was te doen, zei ik onmiddellijk: “Waarom schrijven we zelf geen muziek in plaats van andermans muziek te lenen?”’De jovo-vertegenwoordigers waren het ermee eens. En ze kenden ook iemand die geknipt was voor deze taak — Michael McLeod.

Michael studeert Engels en wiskunde aan de Universiteit van Pretoria. ‘Ik wil het liefst docent worden’, zegt hij. Maar muziek heeft altijd Michaels interesse gehad. Hij heeft tot zijn zeventiende zelfs intensief muziek gestudeerd.

‘Muziek werd mijn hobby’, legt hij uit, ‘en ik vind het nog steeds leuk. Ik vind het prachtig hoe muziek mensen weet te ontroeren. Ik vind het fijn om te dirigeren en de energie van het koor te voelen, vooral als het een gospelsong betreft. Ik kijk graag naar het publiek als de muziek bezit van hen neemt en voel graag de Geest die zij voelen. Ik denk dat ik mij mijn verdere leven op muziek zal toeleggen, omdat zij zoveel voor mij betekent.

Maar bovenal houdt Michael ervan om zijn getuigenis van de Heiland te geven, en dat door middel van muziek in de kersttijd te doen was een godsgeschenk. ‘Het doel was om ons getuigenis van de Heiland te geven door middel van de muziek en de woorden van de cantate’, zegt hij. ‘We wilden krachtige muziek en terzelfdertijd krachtig getuigenis geven, vandaar dat we de getuigenissen uit de Schriften namen van mensen die de Heiland kenden: Maria, Jozef, Anna, Simeon, Petrus, Jakobus, Johannes de Geliefde, Maria Magdalena, en anderen die door Christus genezen en onderricht werden. We probeerden over te brengen wat ze wisten, en dat was vol kracht. We gebruikten ook het getuigenis van Jezus zelf. Het sloot perfect op elkaar aan.’