2014
Goed doorstaan
Januari 2014


Goed doorstaan

Naar de toespraak ‘That’s Life’, op 30 oktober 2012 gehouden tijdens een devotional aan de Brigham Young University–Hawaï. Zie voor de volledige Engelse tekst devotional.byuh.edu/archive.

We moeten niet van de Heer verwachten dat Hij onze beproevingen zal wegnemen, omdat wij Hem beloven dat we altijd getrouw zullen zijn als Hij dat doet. We moeten ze goed doorstaan en dan zullen we gezegend worden.

Het heilsplan is een geweldig plan. Als onderdeel van dat plan moeten we obstakels overwinnen die op ons pad komen en ons beletten onze hoop en dromen te verwezenlijken. Elk van ons maakt crises door tijdens het leven op aarde. Sommigen zijn klein en andere groot.

Een voorbeeld van een kleine crisis is zonder benzine komen te staan op een drukke weg. Een grote crisis kan de dood van een dierbare, een ernstig ongeval of een familiedrama zijn. Sommige crises veroorzaken we zelf door onze ongehoorzaamheid aan de wetten van God of het land. Andere zijn niet onze fout. Ik vermoed dat de meesten onder ons wel ervaring hebben met wat ik de ‘stuiterballen’ van het leven noem. Iedereen die ooit al een balspel heeft gespeeld, weet hoe lastig een stuiterbal kan zijn. Ze maken deel uit van het spel. Je weet nooit hoe vaak en hoe hoog de bal zal stuiteren.

Een goede speler weet dat stuiterballen deel uitmaken van het leven en probeert met geloof en moed verder te leven. Om weer bij onze hemelse Vader te kunnen terugkeren, moeten we een manier vinden om obstakels te overwinnen en erachter komen wat echt belangrijk in het leven is.

Gewoon blijven zwemmen

Toen onze enige dochter Lindsay nog klein was, keken we samen graag naar films. Finding Nemo was een animatiefilm die we leuk vonden en waar we samen graag naar keken. In die film wordt Nemo door een duiker gevangen en in een aquarium in het kantoor van een tandarts gestopt. Zijn vader Marlin is vastbesloten om Nemo te vinden. Marlin ontmoet op zijn reis een vis die Dory heet. Ze komen heel wat obstakels tegen bij het zoeken naar Nemo. Of de obstakels nu groot of klein zijn, blijft Dory’s boodschap voor Marlin dezelfde: ‘Gewoon blijven zwemmen.’

Vele jaren later was Lindsay op zending in Santiago (Chili). Een zending is moeilijk. Er zijn veel teleurstellingen. Aan het eind van mijn wekelijkse e-mail schreef ik telkens: ‘Gewoon blijven zwemmen. Liefs, je vader.’

Toen Lindsay in verwachting was van haar tweede kind, ontdekte ze dat het ongeboren kindje een gaatje in zijn hart en het syndroom van Down had. Ik sloot mijn e-mails aan haar tijdens deze moeilijke periode af met: ‘Gewoon blijven zwemmen.’

Iedereen komt hindernissen tegen in het leven, maar om die te overwinnen en onze bestemming te bereiken, moeten we blijven zwemmen.

Een van mijn lievelingsteksten is afdeling 121 van de Leer en Verbonden. Dat is een geweldige tekst waarin de profeet Joseph Smith zich in de diepten van wanhoop bevindt en opklimt tot celestiale hoogten. Deze afdeling en afdelingen 122 en 123 komen uit een brief die Joseph aan de kerk schreef. Om deze grote openbaringen beter te begrijpen, dienen we ze in de juiste context te bekijken.

Van december 1838 tot april 1839 waren Joseph en enkele van zijn volgelingen gevangenen in Liberty (Missouri). Er was geen verwarming in de gevangenis en het voedsel was amper eetbaar. Ze zaten in een kerker in de kelder met een aarden vloer en een plafond dat zo laag was dat men er niet rechtop kon staan. Veel heiligen waren ondertussen uit hun huis verdreven. Tijdens deze roerige periode gaf gouverneur Lilburn W. Boggs zijn beruchte uitroeiingsbevel.

Joseph vraagt: ‘O God, waar zijt Gij? En waar is de tent die uw schuilplaats bedekt?’ (LV 121:1). Dit is dezelfde Joseph Smith die hemels bezoek kreeg van God de Vader, Jezus Christus, Moroni, Johannes de Doper, Petrus, Jakobus en Johannes en anderen. Kort na zijn vragen in de eerste verzen uit Joseph zijn frustratie:

‘Laat uw toorn ontbranden tegen onze vijanden; en wreek ons met uw zwaard, in de grimmigheid van uw hart, wegens het ons aangedane onrecht.

Denk aan uw lijdende heiligen, o onze God; en uw dienstknechten zullen zich voor eeuwig in uw naam verheugen (vss. 5–6).’

De Heer beantwoordt Josephs gebed met deze woorden: ‘Mijn zoon, vrede zij uw ziel; uw tegenspoed en uw ellende zullen slechts van korte duur zijn’ (vs. 7).

Daarna leert hij Joseph een geweldig beginsel: ‘En dan, indien gij het goed doorstaat, zal God u ten hemel verhogen; gij zult over al uw vijanden zegevieren’ (vs. 8).

De boodschap is duidelijk en beknopt. We moeten niet van de Heer verwachten dat Hij onze beproevingen zal wegnemen, omdat wij Hem beloven dat we altijd getrouw zullen zijn als Hij dat doet. We moeten ze goed doorstaan en dan zullen we gezegend worden. Dat is een wonderbare levensles voor ieder van ons.

Meer instructie volgt in vers 10, waarin de Heer Joseph zegt: ‘Gij zijt nog niet zoals Job; uw vrienden bestrijden u niet, noch beschuldigen zij u van overtreding, zoals Jobs vrienden dat deden.’ Ondanks het leed van Job, lezen we: ‘De Zoon des Mensen is onder dat alles afgedaald. Zijt gij groter dan Hij?’ (LV 122:8).

Afdeling 122 vult afdeling 121 aan. Ik noem het de indien-afdeling. Het woord indien komt er vijftien keer in voor. In vers vijf bijvoorbeeld staat er: ‘Indien gij geroepen zijt beproeving te doorstaan; indien gij in gevaar verkeert onder valse broeders; indien gij in gevaar verkeert onder rovers; indien gij in gevaar verkeert te land of ter zee’ (LV 122:5; cursivering toegevoegd).

Als we onze beproevingen heden ten dage in de plaats zetten van die beproevingen, leren we misschien iets. Bijvoorbeeld: indien er een sterfgeval is in mijn familie of indien mijn vriend of vriendin het uitmaakt of indien ik financiële moeilijkheden heb of indien ik slimmer zou zijn.

Na de indiens zegt de Heer: ‘Weet dan, mijn zoon [of dochter], dat al deze dingen u ondervinding zullen geven en voor uw bestwil zullen zijn’ (vs. 7). Met andere woorden: de uitdagingen van het leven zijn nuttig en zelfs noodzakelijk.

‘Welnu, zeer geliefde broeders’, schrijft de profeet, ‘laten wij blijmoedig alle dingen doen die binnen ons vermogen liggen, en mogen wij dan met het volste vertrouwen stilhouden om het heil Gods te zien, en in afwachting van de openbaring van zijn arm’ (LV 123:17).

Het leven is vol hindernissen, waaronder sommige die onoverkomelijk lijken. We moeten ze blijmoedig en getrouw doorstaan. Zo zullen we uiteindelijk eeuwig bij God kunnen leven.

Het voorbeeld van de Heiland

Het leven van de Heiland is het grootste voorbeeld van volharding. De verzoening eiste dat Hij onder alles afdaalde en zijn volmaakte leven voor ons neerlegde. Door onder alles af te dalen, leed Hij voor alle onheil en zonde in het leven, ‘welk lijden Mij, ja, God, de grootste van allen, van pijn deed sidderen en uit iedere porie bloeden, en naar lichaam en geest deed lijden’ (LV 19:18).

Jezus wist wat van Hem vereist was en op een zeer menselijke manier zei Hij: ‘Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt’ (Matteüs 26:39). Toch was Hij bereid om zijn Vaders wil te doen en alle dingen te doorstaan.

Wie we worden is het belangrijkst

60 jaar geleden stichtte mijn vader de zaak waarvan ik nu eigenaar ben. Hij stierf in 1980 en liet zo de leiding van de zaak aan mij over toen ik 30 jaar was.

In de beginjaren ontstonden er situaties waarin ik beslissingen moest nemen die de toekomst van onze zwakke onderneming bepaalden. Ik probeerde naar mijn vaders voorbeeld te handelen en bracht veel tijd door op mijn knieën om in te zien wat ik moest doen. In het nemen van die beslissingen heb ik nooit een rustgevende invloed of vorm van aanwijzing gevoeld. Ik deed uiteindelijk wat me het beste leek en ging verder. Maar ik was teleurgesteld dat ik geen bevestiging had gekregen dat ik het juiste had gedaan.

Op een nacht zag ik mijn vader in een droom. Ik berispte hem omdat hij me niet had geholpen om te weten wat ik moest doen. Hij zei dat hij zich bewust was van mijn situatie, maar dat hij het druk had en dat zijn vroegere zaak niet vreselijk belangrijk was. ‘Chris, hier geven we niet om de onderneming’, zei hij. ‘Waar we wel veel om geven is wie jij wordt door jouw onderneming.’

Ik hoop dat ik die grote les nooit vergeet. Wat we tijdens het leven verdienen is onbeduidend, wie we worden, dat is het belangrijkst.

Soms vergeten we dat we in het voorsterfelijk bestaan naast de Heiland vochten ter verdediging van het plan van keuzevrijheid van de Vader. En we wonnen! Lucifer en zijn volgelingen werden uitgeworpen en wij kregen de mogelijkheid om het leven waarvoor we hadden gevochten, te ervaren. De verzoening was onderdeel van het plan van de Vader. Het is onze taak om onze beproevingen het hoofd te bieden en ze goed te doorstaan. Zo heeft de verzoening betekenis in ons leven en vervullen we zijn werk en zijn heerlijkheid om ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39).

Ik geef mijn getuigenis dat Jezus de Christus is. Hij is de Heiland van de wereld. Hij is de Vredevorst en onze Voorspraak bij de Vader. Ik geef mijn getuigenis dat de Vader ons bij naam kent en ondanks onze onvolmaaktheden van ons houdt. Dat Hij een plaats voor ons zal bereiden als we getrouw zijn en volharden tot het einde.

Afbeeldingen iStockphoto/Thinkstock