2014
De Filipijnen: geestelijke kracht op de eilanden der zee
April 2014


Pioniers in het buitenland

De Filipijnen: geestelijke kracht op de eilanden der zee

In de korte periode van 53 jaar is de kerk op de Filipijnen, ook wel de ‘Parel van het Oosten’ genoemd, enorm in kracht en omvang toegenomen.

Voor Augusto A. Lim leek de boodschap van twee jonge zendelingen uit de Verenigde Staten beginselen te bevestigen waarvan hij al wist dat ze waar waren. Augusto was destijds een jonge advocaat en christen en zei dat leerstellingen zoals voortdurende openbaring ‘dingen waren waar hij op de middelbare school en als student al in geloofde’. 1

Na enkele maanden was Augusto eraan toe om op zondag naar de kerk te gaan en nam hij de uitdaging aan om het Boek van Mormon te lezen en erover te bidden. ‘Ik begon het Boek van Mormon ernstig te bestuderen in de geest waartoe Moroni ons aanspoorde. Toen ik dat deed met het verlangen om te weten of het waar was, kreeg ik — na een paar regels — een getuigenis’, vertelde hij.2

Augusto Lim liet zich in oktober 1964 dopen en werd een pionier van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in de Filipijnen. Zijn vrouw en kinderen volgden hem spoedig. Vandaag, na tientallen jaren trouwe dienst in de kerk — waaronder in 1992 een roeping als algemeen autoriteit, de eerste Filipino in die positie — neemt broeder Lim het geloof en de toewijding van honderdduizenden heiligen der laatste dagen in de ‘Parel van het Oosten’ in ogenschouw.

Een vruchtbaar land

Ongeveer 550 jaar vóór de geboorte van Jezus Christus beloofde de Heer aan de profeet Nephi in het Boek van Mormon: ‘Weet […] dat Ik hen gedenk die zich op de eilanden der zee bevinden; […] en dat Ik de mensenkinderen, ja, alle natiën van de aarde, mijn woord breng’ (2 Nephi 29:7). Velen zullen bij deze heerlijke woorden onder meer aan een bepaalde groep ‘eilanden der zee’ denken: de Filipijnen.

De Republiek der Filipijnen is een grote archipel van ongeveer 7100 eilanden in Zuidoost-Azië met bijna honderd miljoen inwoners. Het is een prachtig tropisch land bevolkt door vriendelijke, levendige en nederige mensen. Toch staat het land vaak bloot aan aardbevingen, tyfoons, vulkaanuitbarstingen, vloedgolven en andere natuurrampen. Daarnaast zijn er legio moeilijkheden op sociaaleconomisch gebied. Armoede op grote schaal vormt een terugkerend probleem, en de Filipino’s hebben perioden van politieke instabiliteit en economische crisis gekend.

Maar voor wie bekend zijn met de wegen van de Heer is de Filipijnen een vruchtbare bodem voor het zaad van het evangelie. Naast Tagalog en andere inheemse talen spreken vele Filipino’s ook Engels, wat eveneens een landstaal is. Door een lange periode van Spaanse overheersing is ruim negentig procent van de bevolking christen. Een aanzienlijk deel van de minderheid is moslim.

De eersten die de kerk op de Filipijnen probeerden te introduceren, waren Willard Call en George Seaman. Zij deden dat in 1898 tijdens de Spaans-Amerikaanse oorlog. Deze militairen uit Utah waren vóór hun vertrek als zendeling aangesteld. Bij gelegenheid predikten zij het evangelie, maar daar volgden geen dopelingen uit.

In de Tweede Wereldoorlog waren er diverse heiligen der laatste dagen op de eilanden, die met de geallieerde strijdkrachten oprukten. In 1944 en 1945 hielden groepen militairen op vele locaties kerkbijeenkomsten. Toen de oorlog was afgelopen, bevonden vele kerkleden die bij het leger werkten zich nog op de Filipijnen. Maxine Tate en de recente bekeerling Jerome Horowitz behoorden ook tot die groep. Beiden lieten Aniceta Fajardo kennismaken met het evangelie. Broeder Horowitz hielp bij de herbouw van Aniceta’s huis in een wijk in Manila die platgebombardeerd was. Daarbij maakte hij Aniceta en haar dochter, Ruth, deelgenoot van zijn nieuwe geloof.

Aniceta kreeg een getuigenis en wilde zich laten dopen, maar de kerk gaf in die tijd geen toestemming om Filipino’s te dopen omdat er geen permanente kerkunits op de eilanden waren. Aniceta’s wens kwam ouderling Harold B. Lee (1899–1973) van het Quorum der Twaalf Apostelen ter ore. In zijn hoedanigheid als voorzitter van het kerkcomité voor contact met militairen stemde ouderling Lee met de doop van Aniceta in. Op paasochtend in 1946 liet Aniceta Fajardo zich door militair Loren Ferre dopen. Voor zover bekend wordt zij nu beschouwd als de eerste Filipino die lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is geworden.

De start van het zendingswerk

Na de oorlog werden er kerkgroepen op twee Amerikaanse militaire bases — Clark Air Base en Subic Bay Naval Base — gesticht voor kerkleden in het leger die uitkeken naar een meer officiële vestiging van de kerk in de Filipijnen. Op 21 augustus 1955 wijdde president Joseph Fielding Smith (1876–1972) de Filipijnen toe aan de prediking van het evangelie. Door juridische beperkingen kwamen er echter pas in 1961 zendelingen.

In 1960 bracht ouderling Gordon B. Hinckley (1910–2008) als assistent van het Quorum der Twaalf Apostelen een paar dagen op de Filipijnen door: ‘Ik was van mening dat het zendingswerk […] net zo vruchtbaar zou zijn als in vele andere plaatsen van de wereld.’3 Het daaropvolgende jaar, na veel voorbereiding en het nodige papierwerk door leden zoals Maxine Tate Grimm en president Robert S. Taylor van het zendingsgebied Verre Oosten-Zuid, plus vrienden buiten de kerk, keerde ouderling Hinckley naar de eilanden terug om de Filipijnen opnieuw aan het zendingswerk toe te wijden.

Op 28 april 1961 kwam ouderling Hinckley met een groepje militairen, Amerikaanse inwoners en één Filipijns lid — David Lagman — in een buitenwijk van Manila bijeen. Hij sprak een bijzonder gebed uit ‘dat vele duizenden deze boodschap zullen ontvangen en daardoor gezegend zullen worden’.4 Die woorden van een ware dienstknecht van de Heer bleken al snel profetisch.

De eerste vier zendelingen — Raymond L. Goodson, Harry J. Murray, Kent C. Lowe en Nester O. Ledesma — kwamen enkele weken later in Manila aan. ‘De Filipino’s namen het evangelie gretig aan’, aldus ouderling Lowe. ‘Wanneer het hoofd van een gezin besloot zich bij de kerk aan te sluiten, werd in heel veel gevallen het hele gezin lid van de kerk.’5

De kerk gaat vooruit

Het werk ging vooruit tot het punt waarop in 1967 het zendingsgebied Filipijnen werd gesticht. Aan het eind van dat jaar waren er 3193 leden in het zendingsgebied, van wie er 631 in dat jaar lid geworden waren. In 1973 telde de kerk in de Filipijnen bijna 13 duizend leden. Op 20 mei 1973 werd de ring Manila (Filipijnen) gesticht, met Augusto A. Lim als president. In 1974 werd het zendingsgebied gesplitst in het zendingsgebied Manila (Filipijnen) en het zendingsgebied Cebu City (Filipijnen).

In augustus 1975 kwam president Spencer W. Kimball (1895–1985) naar Manila om de eerste gebiedsconferentie op de Filipijnen te presideren. Augustus was een maand met hevige stormen, waardoor het voor de mensen moeilijk was om naar Manila te reizen. Een bus vol heiligen uit Laoag City zou het bijna niet halen, maar de heiligen duwden het voertuig uit een modderpoel en smeekten de chauffeur niet om te keren. Een andere groep heiligen trotseerde drie dagen lang de woelige zee, omdat ze erop gebrand waren, zoals een zuster het verwoordde, een levende profeet van God te zien en te horen.

President Kimball bezocht de Filipijnen wederom in 1980 voor nog een gebiedsconferentie. Hij had tevens een korte ontmoeting met president Ferdinand Marcos. Dat onderhoud plaveide de weg voor de uiteindelijke opening van een opleidingscentrum voor zendelingen in de Filipijnen in 1983 en de inwijding van de Manilatempel (Filipijnen) het daaropvolgende jaar. In 1987 werd het gebied Filipijnen/Micronesië gesticht met Manila als hoofdzetel.

Selecties uit het Boek van Mormon werden in 1987 in Tagalog vertaald. Vertalingen van het Boek van Mormon zijn nu in diverse Filipijnse talen, waaronder Cebuano, verkrijgbaar.

De zegeningen van de tempel

In december 1980 stuurde president Spencer W. Kimball de directeur van de afdeling onroerend goed van de kerk naar Manila om een geschikte locatie voor een tempel te zoeken. Na de overweging van meerdere locaties deed de directeur het verzoek om 1,4 hectare land in Quezon City aan te kopen. Vanaf die plek kijkt men uit over de Marikina Valley. De locatie is tevens voor veel kerkleden relatief goed bereikbaar. Het verzoek werd goedgekeurd en de grond werd in januari 1981 aangekocht. De straatnaam werd op verzoek van de kerk in Temple Drive gewijzigd.

Voor de eerstespadesteking op 25 augustus 1982 kwamen ongeveer tweeduizend kerkleden, ondanks een dreigende tyfoon, per boot, trein en bus uit alle delen van de eilanden bijeen. Er werd al snel begonnen met de bouw van de tempel, die in augustus 1984 voor de inwijding gereed was.

Bijna 27 duizend leden en andere belangstellenden lieten zich vóór de inwijding in de tempel rondleiden. Zij kwamen ondanks twee tyfoons — slechts 48 uur na elkaar — die de Filipijnen een paar dagen daarvoor geteisterd hadden. Heiligen uit verre provincies kwamen vermoeid maar opgetogen aan. In veel gevallen waren ze genoodzaakt een alternatieve route naar Manila te nemen omdat rivieren buiten hun oevers getreden waren en wegen overspoeld en bruggen vernield hadden.

De schoonheid van de tempel maakte indruk op de bezoekers, met inbegrip van vele prominente Filipino’s. De schrijver Celso Carunungan beschreef ‘een gevoel van heiligheid, dat je bij binnenkomst je Schepper tegemoet treedt’. Kolonel Bienvenido Castillo, hoofdaalmoezenier bij de Filipijnse militaire politie, noemde de tempel ‘een plaats waar je hemelse zaken kunt overwegen omdat je in een dergelijke omgeving bent’. Twee nonnen vonden de tempel ‘werkelijk een huis van de Heer.’ Eva Estrada-Kalaw, lid van het Filipijnse parlement, liet de gidsen weten: ‘Ik zou willen dat jullie hier meer tempels bouwen.’6

President Hinckley, destijds tweede raadgever in het Eerste Presidium, leidde de hoeksteenceremonie op dinsdag, 25 september 1984. Negen inwijdingsdiensten volgden, die in de celestiale zaal gehouden werden. Zo’n 6500 heiligen uit 16 ringen en 22 districten in het gebied Oceanië woonden de verschillende diensten bij.

Zodra de laatste inwijdingsdienst was afgelopen, traden Paulo V. Malit jr. en Edna A. Yasona op 27 september 1984 als eerste echtpaar in de Manilatempel (Filipijnen) in het huwelijk. De eerste president van die tempel, W. Garth Andrus, voltrok de huwelijksplechtigheid.

Vele kerkleden stonden te trappelen om hun begiftiging te ontvangen. Het eerst kwamen de verordeningswerkers aan de beurt. Het tempelwerk ging de hele nacht tot aan de volgende dag door.

De leden kregen een groter verlangen om de tempel te betreden. Wie ver van Manila af woonden, moesten zich veel offers getroosten om de grote afstand per boot of bus te overbruggen. Toch kwamen ze, vol verhalen van geloof en vastberadenheid.

Voor Bernardo en Leonides Obedoza uit General Santos leek de tempel in het verre Manila onbereikbaar. Maar net als de koopman die heenging en al wat hij had verkocht om die ene kostbare parel te kopen (zie Matteüs 13:45–46), besloot dit echtpaar hun huis te verkopen voor de reis zodat zij en hun kinderen als eeuwig gezin aan elkaar verzegeld konden worden. Nadat zij hun huis en vrijwel al hun bezittingen hadden verkocht, wisten ze het precieze bedrag voor de bootreis naar Manila voor hun gezin van negen bijeen te schrapen. Leonides maakte zich zorgen omdat zij geen huis meer hadden om naar terug te keren. Maar Bernardo verzekerde haar dat de Heer voor hen zou zorgen. Zij werden in 1985 als gezin voor tijd en alle eeuwigheid in de tempel verzegeld. Dat was alle offers waard die ze gebracht hadden, want in de tempel vonden ze ongekende vreugde — hun kostbare parel. En de Heer heeft voor hen gezorgd, zoals Bernardo had gezegd. Na hun terugkeer uit Manila boden welwillende kennissen hun onderdak aan. Hun kinderen maakten hun school af en het gezin betrok uiteindelijk een eigen woning op een nieuwe locatie.

Op 18 april 2006 kondigde het Eerste Presidium de bouw van de Cebu Citytempel (Filipijnen) aan. Dat bericht bracht bij vele kerkleden tranen van vreugde teweeg. ‘Wij zijn gezegend omdat de Heer Cebu City heeft gekozen als locatie voor de volgende tempel’, zei Cesar Perez jr., bestuurder van het instituut voor godsdienstonderwijs in Cebu City.

Enkele maanden na de inwijding van de Cebu Citytempel (Filipijnen) hadden de Filipijnse heiligen der laatste dagen wederom reden zich te verheugen. Op 2 oktober 2010 kondigde president Thomas S. Monson in zijn openingswoorden op de algemene conferentie de bouw van de Urdanetatempel (Filipijnen) in Pangasinan aan.

Het beste moet nog komen

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is in vergelijking met andere landen relatief kort in de Filipijnen, maar haar bestemming in het eilandenrijk is heerlijk. De kerk heeft een geweldige groei doorgemaakt, en het beste moet nog komen. Ouderling Michael John U. Teh van de Zeventig, de tweede Filipino die als algemeen autoriteit is geroepen, heeft gezegd: ‘Wij [Filipijnse heiligen der laatste dagen] moeten ons geestelijk beter voorbereiden dan ooit omdat het werk met of zonder onze hulp voorwaarts zal gaan.’7

In de 21ste eeuw zal de herstelde kerk inderdaad in omvang en invloed blijven groeien, doordat steeds meer Filipino’s de boodschap ervan zullen aannemen en deze uitverkoren mensen op de eilanden der zee tot zegen zijn. Voor ouderling Teh en de Filipijnse heiligen gaan ‘de [grote] beloften des Heren aan hen die zich op de eilanden der zee bevinden’ (2 Nephi 10:21) nu in vervulling.

Noten

  1. Augusto A. Lim. In: R. Lanier Britsch, ‘“Faithful, Good, Virtuous, True”: Pioneers in the Philippines’, Ensign, augustus 1997, p. 60.

  2. Augusto Lim. In: Gelene Tobias, ‘Augusto Lim: The Man of Many Firsts’, countrywebsites.lds.org/ph/index.php/dateline-philippines/jubilee-2011.

  3. Zie Sheri L. Dew, Go Forward with Faith: The Biography of Gordon B. Hinckley (1996), pp. 213–215.

  4. Gordon B. Hinckley, ‘Commencement of Missionary Work in the Philippines’, Tambuli, april 1991, p. 18.

  5. Interview met Kent Clyde Lowe door James Neil Clark, 3 september 2007.

  6. Francis M. Orquiola, ‘Temple Dedication Rewards Faith of Filipino Saints’, Ensign, november 1984, p. 107.

  7. Michael John U. Teh, ‘Scriptures and Spiritual Preparation’ [Boodschappen van het gebiedspresidium, mei 2011].

Groei in lidmaatschap voor de Filipijnen

1967: 3193

1970: 13.000

1980: 17.424

1990: 237.000

2000: 373.000

2012: 661.598