2005
Het verhaal van de schelpvissoep
December 2005


Het verhaal van de schelpvissoep

Elk jaar maakt mijn vrouw op kerstavond mijn lievelingsgerecht, schelpvissoep. We hebben die soep niet alleen aan onze kersttradities toegevoegd omdat we hem lekker vinden, maar ook omdat hij ons herinnert aan de oneindige liefde die de Heiland voor ons heeft. Als de soep op is, vertellen we het verhaal van de schelpvissoep, iets wat gebeurde toen onze kinderen nog erg klein waren.

Het was maandagavond en ik was van mijn werk op weg naar huis. Ik keek ernaar uit om wat plezier te hebben en een ontspannende avond door te brengen met mijn vrouw en kinderen. Toen ik door de achterdeur naar binnen ging, verwachtte ik dat de kinderen lekker aan het spelen zouden zijn en het avondeten op tafel zou staan. Maar dat was niet zo.

Mijn vrouw, Joy, was maar net iets eerder thuis gekomen dan ik. Ze had een drukke dag achter de rug en nu probeerden alle kinderen tegelijk haar aandacht te krijgen. Terwijl we uitzochten wat ze wilden, leek het erop dat ze allemaal huiswerk hadden dat nog die avond gedaan moest worden. Joy was doodmoe, we moesten eten koken, gezinsavond houden, en Joy had bovendien beloofd om schelpvissoep te maken voor zestig vrouwen die de volgende dag deel zouden nemen aan de ZHV-lunch.

We verdeelden de taken. Joy kookte het eten, ik hielp de kinderen met hun huiswerk, en we hielden een korte gezinsavond. Vervolgens bracht ik de kinderen naar bed terwijl Joy aan de schelpvissoep begon. Tegen half tien waren alle kinderen ingestopt. Ik liep de keuken binnen, waar Joy bezig was om de schelpvissoep klaar te maken. Dat is een langdurig en ietwat lastig proces. De soep moet voortdurend op de juiste temperatuur geroerd worden, anders brandt hij aan.

Joy moest de volgende ochtend om acht uur weg, dus de soep moest die avond klaar. Ik vroeg of ik ergens mee kon helpen. Ze zei dat het wel ging, dus ik ging naar boven om wat aan mijn cursus elektronica te doen.

Het was ongeveer half twaalf toen Joy mijn kamer binnenkwam met een kommetje schelpvissoep. Ik was net een onderdeel op een elektronisch circuit aan het vastsolderen. Toen ik opkeek, was ze weg. Daar stond de dampende kom hemelse soep. Ik deed een grote lepel vol in mijn mond, in de verwachting dat ik in de zevende hemel zou zijn. Ik schrok. Ik kon nauwelijks geloven wat ik proefde. Het was verschrikkelijk! Het smaakte aangebrand. Dat kon toch niet. Hoe kon ik dat tegen mijn vrouw zeggen?

Ik verzamelde al mijn tact en moed en ging naar beneden. Ze zat in de keuken en zag er verloren en afgemat uit. Ik zei zo vriendelijk als ik kon: ‘Liefje, dit kun je ze niet geven. Het is aangebrand.’ Ze keek op en begon te huilen. ‘Ik hoopte dat je het niet zou merken. Ik was maar aan het roeren en ineens zag ik dat er zwarte korreltjes boven kwamen. Ik haalde het gauw van het fornuis en deed het in een andere pan, in de hoop dat ik er op tijd bij was. Ze liet haar tranen de vrije loop. Ze zag er wanhopig uit. ‘Ik ben zo moe. Het is al zo laat. En we hebben het geld niet om nieuwe ingrediënten te kopen. Wat doen we nu?’

Ik sloeg mijn armen om haar heen en zei dat ze naar bed moest gaan. Ze zei: ‘Maar dat kan niet. Ik moet nog wortels schrappen en snijden.’ Ik liep met haar mee naar de slaapkamer. We spraken een gebed uit en ze ging naar bed. Ze sliep al toen ik de deur dichtdeed en naar de keuken ging. Ik vroeg me af wat ik er eigenlijk aan kon doen.

Ik pakte het kookboek en zocht naar ‘aangebrande melkproducten’ in de inhoudsopgave. Niets. Ik probeerde zelfs te bellen naar een nachtelijk radioprogramma waar men allerlei verschillende onderwerpen besprak. Maar ik kwam er niet door, dus ging ik terug naar het aanrecht en schrapte wortelen. De wanhoop was volledig. Ik had alles gedaan wat ik kon. Ik had nog maar één optie. Ik ging naar de donkere huiskamer en knielde neer.

Ik voelde me een beetje vreemd toen ik over zo’n kleinigheid begon. Maar het was geen kleinigheid voor Joy. ‘Hemelse Vader,’ begon ik, ‘ik weet dat er veel mensen met grote problemen zijn. Maar ik kan me tot niemand anders wenden. Ik heb alles gedaan wat ik kon bedenken. Dit is een heel groot probleem voor mijn vrouw en daarom is het ook belangrijk voor mij. Zij is getrouw en probeert alles te doen wat haar gevraagd wordt.’ Ik haalde diep adem. ‘Alstublieft, Vader, verwijder vóór de ochtend de aangebrande smaak uit de schelpvissoep. Vergeef me alstublieft dat ik U zoiets onbeduidends vraag, maar help mijn vrouw alstublieft.’ Ik ging naar bed.

Rond half zeven zat mijn vrouw rechtop in bed en vroeg: ‘Wat moet ik nu doen?’ Ik vertelde dat de wortels klaar waren, en dat ze zich moest aankleden en de soep proeven. Ze haalde een klein beetje uit de pan en warmde het op. Toen ze het proefde, keek ze me met tranen in de ogen aan en zei: ‘Er zitten geen zwarte korreltjes meer in en het smaakt niet meer aangebrand. Wat heb je ermee gedaan?’ Ik vertelde wat ik had gedaan. We beseften allebei welke zegening de Heer ons had gegeven. We knielden neer en bedankten onze hemelse Vader voor zijn liefde en zorg.

Hoe had de Heer het gedaan? Ik weet het niet. Waarom had hij aan mijn verzoek voldaan? Ik weet het niet. Ik weet alleen maar dat Hij heeft gezegd: ‘Bidt en u zal gegeven worden’ (Matteüs 7:7), en ik geloofde Hem. En dit keer had hij de zegening verstrekt.

O, en de schelpvissoep werd aan de zusters geserveerd. Ze zeiden allemaal hoe heerlijk het was en vroegen naar het recept.

Wij vinden de kersttijd de beste periode van het jaar om onszelf en ons gezin eraan te herinneren hoezeer de Heiland om ons geeft en dat de kleine dingen ook belangrijk voor Hem zijn.

Gary B. Lundberg is lid van de wijk Edgemont 14 in de ring Provo-Edgemont (Utah).