2007
Correspondentievriendinnen en verwijzingen
Maart 2007


Correspondentievriendinnen en verwijzingen

Mijn collega overhandigde me een envelop en zei: ‘Zuster Jones, ik denk dat dit voor jou is.’ Ik keek naar de afzender en zag tot mijn plezier de naam van mijn nicht, netjes in de hoek geschreven. Ik was zojuist naar een nieuwe stad overgeplaatst, helemaal naar de andere kant van zuidelijk Frankrijk, en ik dacht niet dat iemand thuis in de Verenigde Staten al van mijn nieuwe adres afwist. Ik maakte de envelop open en las een kort briefje van mijn nicht waarin ze zei dat ze kort geleden na een pauze van acht jaar een e-mailtje van haar Franse correspondentievriendin had gekregen.

Mijn nicht legde uit dat Céline en zij elkaars adres hadden gekregen bij respectievelijk Engelse en Franse les, maar dat ze elkaar nooit hadden geschreven. Daarom was mijn nicht erg verbaasd toen ze Céline’s e-mail kreeg. Ze wist niet of Céline in het zuiden van Frankrijk woonde, waar ik op zending was, maar ze sloot haar naam en adres bij en vroeg mij om zo mogelijk contact met haar op te nemen.

Omdat ik nieuw was in dat gebied, gaf ik mijn collega het briefje en vroeg of de correspondentievriendin van mijn nicht in ons zendingsgebied woonde. ‘Ze woont niet alleen in ons zendingsgebied,’ antwoordde zij, ‘maar bovendien in ons district!’ Opgewonden belden we Céline om ons voor te stellen, en zij stemde in met een ontmoeting. We ondernamen de korte treinreis naar Montauban.

Toen we uit de trein stapten, werden we hartelijk verwelkomd door Céline en haar ouders. Ze nodigden ons uit om mee naar hun huis te gaan en onze boodschap te brengen. Toen we over het Boek van Mormon en de profeet Joseph Smith vertelden, getuigde de Geest van de waarachtigheid van het herstelde evangelie. De familieleden spraken hun waardering uit voor de kerkelijke waarden en na een lang gesprek lieten we een boek-van-mormon bij hen achter, spraken een gebed uit en beloofden terug te keren.

Dit was het eerste van meerdere bezoeken aan Céline en haar familie. Mijn zending liep ten einde toen ze nog over de kerk aan het leren waren, maar voordat ik afscheid nam van Céline vroeg ik haar waarom ze na acht jaar besloten had om contact op te nemen met mijn nicht. Haar antwoord verbaasde me: ‘Ik was een la aan het opruimen en vond haar adres op een papiertje waarvan ik dacht dat ik het kwijt was. Ik had sterk het gevoel dat ik haar moest schrijven.’

Op weg naar ons appartement staarde ik uit het raam van de trein en verbaasde me over de manier waarop onze liefhebbende Vader in de hemel een kwijtgeraakt adres had laten vinden en een oud contact hernieuwen precies op het moment dat ik onverwacht voor de laatste zes weken van mijn zending werd overgeplaatst naar een nieuwe stad. Hij denkt aan iedereen en laat wonderen plaatsvinden, zelfs met iets kleins en eenvoudigs als het adres van een correspondentievriendin.