Bibliotheek
Voetsporen in het zand des tijds
In memoriam: Gordon B. Hinckley


Voetsporen in het zand des tijds

Ik ben dankbaar voor deze uitnodiging om te spreken en bid dat de Geest mijn getuigenis en woorden in uw hart zal planten.

Bij het overpeinzen van het leven van onze geliefde profeet, president Gordon B. Hinckley, moet ik denken aan de volgende dichtregels van Henry Wadsworth Longfellow:

Het leven van ieder groot mens laat ons hopen

Dat ook ons leven subliem kan verlopen,

En dat we, alles achterlatend, bij ons afscheid

Voetsporen nalaten in het zand des tijds.1

Vandaag hoop ik dat we de nalatenschap en ‘voetsporen in het zand des tijds’ zullen gedenken die president Hinckley heeft nagelaten. Waar moet u aan denken als ik het over het tijdperk van president Gordon B. Hinckley heb? In de korte tijd die we samen hebben, kan ik maar een paar van de vele voetsporen noemen die indruk op mij hebben gemaakt.

Gordon B. Hinckley was de grote communicator. Hij opende de deur naar de wereldmedia en kenschetste de kerk voor een wereldwijd publiek. Hij begon als jonge teruggekeerde zendeling, meer dan zeventig jaar geleden, als pionier te werken met diaklankbeelden, films, illustraties in kleur, brochures en zendingslectuur om het verhaal van onze kerk te vertellen. Deze zelfde technieken worden, in voortdurend verbeterde vorm, nu nog steeds toegepast.

Het Hinckley-tijdperk roept een beeld op van zendingswerk in de hele wereld. In de bijna dertien jaar waarin president Hinckley de kerk heeft gepresideerd, zijn ruim vierhonderdduizend zendelingen geroepen. Dit is meer dan veertig procent van alle zendelingen die sinds de begintijd van de kerk zijn geroepen. Bijna één derde van alle huidige leden is gedoopt in de periode dat president Hinckley onze profeet was. De uitdaging die president Hinckley ons gaf om meer zendingswerk te doen en nieuwe bekeerlingen te behouden, is nog steeds actueel.

Wellicht zijn de meest bekende en eeuwige van alle ‘voetsporen in het zand’ van president Gordon B. Hinckley de bouw van ongeveer 75 nieuwe tempels tijdens zijn presidentschap. Elke verordening in deze tempels getuigt van de profetische visie, vooruitziende blik en wijsheid van president Hinckley om de tempel dichter bij de mensen te brengen. Wat zijn we hem ieder afzonderlijk en als kerk dankbaar voor deze bijzondere nalatenschap.

Nog een van de prachtige en aangename ‘voetsporen in het zand’ van president Hinckley is zijn goede gevoel voor humor. Iedereen die hem persoonlijk heeft meegemaakt of heeft horen spreken, kan wel iets noemen waaruit zijn unieke gevoel voor humor blijkt.

Ik kan me nog een voorval herinneren van enkele jaren geleden, nadat hij een wandelstok was gaan gebruiken. Ik kwam om ongeveer zeven uur in de ochtend aan bij het bestuursgebouw van de kerk. Toen ik bij de lift aankwam, zag ik president Hinckley en een beveiligingsbeambte de kant van de lift op komen. Ik drukte op de knop, de deur van de lift ging open en ik stapte naar binnen en hield de deur open. Ik hoorde president Hinckley, met zijn wandelstok, dichterbij komen. Toen hij bij de geopende deur was, keek president Hinckley me aan, liep door en zei: ‘Earl, ga je gang en neem de lift. Ik ga met de trap.’ De deur van de lift ging dicht. Ik voelde me erg klein. Ik ging comfortabel met de lift naar mijn verdieping, terwijl de profeet van de Heer de trap nam naar zijn kantoor.

Bij een andere gelegenheid kwamen de algemene autoriteiten (gekleed in hun donkere pak, witte overhemd en traditionele stropdas) eens binnen voor een vergadering met het Eerste Presidium. President Hinckley zei met een schittering in zijn ogen en glimlach om zijn mond: ‘Jullie lijken wel een stel pinguïns’.

We zullen zijn gevoel voor humor missen.

President Hinckley was echt een universeel genie. Hij had een brede belangstelling en was deskundig op vele gebieden. Met de bouw van het Conferentiecentrum, op zich al een van de grote nalatenschappen van president Hinckley, zijn we getuige van de verdere ontwikkeling en uitbreiding van muziekuitvoeringen en toneelvoorstellingen in de kerk. Ons leven is verrijkt omdat deze culturele mogelijkheden nu voor ons open staan.

Een van de meest omvangrijke nalatenschappen van president Hinckley en waarlijk een van zijn ‘voetsporen in het zand’ is het kerkelijk onderwijs. De grootsheid van Brigham Young University en de uitbreiding van BYU–Idaho, BYU–Hawaï, LDS Business College en de seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs zijn een bewijs van zijn liefde voor onderwijs en voor studenten. De oprichting van het permanente studiefonds, nu zeven jaar geleden, voegt nog meer toe aan deze nalatenschap. Bijna dertigduizend studenten in vele landen verbeteren nu hun leven door de speciale kansen op een opleiding.

Iets wat minder goed wordt ingezien, maar wat van groot belang is in het besturen van de kerk, is dat president Hinckley de quorums der Zeventig als een van de presiderende quorums in de kerk heeft ingesteld. De verviervoudiging van het aantal quorums en leden van de Zeventig voorziet in de groei en het bestuur van de kerk. Ook is het een vervulling van de schriftuurlijke plicht van de Twaalf om nu ‘wanneer zij hulp nodig hebben bij het voldoen aan de verschillende verzoeken om het evangelie te prediken en te bedienen, een beroep te doen op de Zeventig, en niet op welke anderen dan ook’.2

Misschien zijn de meest persoonlijke en indrukwekkende ‘voetsporen’ van president Hinckley wel zijn liefde voor mensen. Waarschijnlijk hebben we in dit wereldwijde publiek allemaal wel een speciale herinnering aan president Hinckley. Ik hoop dat mijn woorden ook enkele van uw gedachten weerspiegelen — als u de gelegenheid had hier vandaag iets te zeggen.

Namens elk kind in het jeugdwerk, namens elke jongere, jongvolwassene, lid en vriend, wil ik graag zeggen: ‘Dankuwel, president Hinckley.’ Bedankt voor uw heldhaftige leven van toewijding aan de Heer. Bedankt voor uw voorbeeld van integriteit en standvastigheid. Bedankt voor uw wijsheid en inzicht. Bedankt voor uw toespraken, geschriften en geïnspireerde raad.

Bedankt voor uw onwrikbare getuigenis van de roeping van de profeet Joseph Smith. Bedankt voor uw getuigenis en uw leringen aangaande onze hemelse Vader en onze relatie, als geestkinderen en zonen en dochters, met Hem. Bedankt voor uw getuigenis van Jezus Christus.

Bedankt voor de ‘voetsporen in het zand des tijds’ die u hebt nagelaten. Bedankt dat u ons liet weten dat u ons liefhad. Wij zijn door u betere mensen geworden. Ik wil ook de familie Hinckley bedanken dat ze hun vader en grootvader met ons hebben gedeeld.

Geliefde president Hinckley, we hebben u gaandeweg oud zien worden. U kunt nu genieten van het eeuwige gezelschap van uw geliefde Marjorie, andere familieleden en vroegere leiders van de kerk.

President Hinckley, we hebben u lief. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. ‘A Psalm of Life.’ In: John Bartlett, red., Familiar Quotations (1968), p. 620.

  2. LV 107:38