Touwtjespringen op een Jamaicaanse maat

In Jamaica hebben de scholen elk jaar een jongensdag en een meisjesdag. Op de meisjesdag gaan de jongens niet naar school. In plaats daarvan gaan de moeders met hun dochters mee. Ze hebben een talentenshow, een spellingwedstrijd en andere leuke activiteiten.

Giordayne werd uit haar klas gekozen om mee te doen aan de spellingwedstrijd, en ze won. ‘Mijn lievelingswoord om te spellen is milieu’, zegt Giordayne.

Op jongensdag gaan de vaders naar school met hun zoons. Samuel deed mee aan de schrijfwedstrijd. Hij schreef een opstel over respect tonen voor jezelf en anderen. Hij won ook de eerste prijs.

Samuel kijkt uit naar de dag dat hij naar de tempel kan. Voor veel families in Jamaica is het een grote opoffering om naar de tempel te gaan, omdat er in dat land geen tempel is. En het kost veel geld om in de Verenigde Staten naar de tempel te gaan.

Gelukkig kon de familie van Samuel en Giordayne naar de tempel. Samuel zegt: ‘De vakantie die ik het leukste vond, was toen we naar New York City gingen om mijn tante te bezoeken. We zagen de Manhattantempel. Het is de enige tempel die ik heb gezien.’

De hele familie is erg blij met de tempel die in 2008 in Panama-Stad is geopend, want het is niet zo moeilijk om daar naartoe te reizen. Een of twee keer per jaar gaan de leden uit Jamaica naar de Panama-Stadtempel. ‘Ik wil erg graag naar de tempel als ik twaalf ben’, zegt Samuel.

Op een dag hoorden ze dat hun vaders bedrijf moest sluiten. Giordayne moedigde haar familie aan hun hemelse Vader om hulp te vragen. ‘Giordayne is zo ijverig met bidden. Ze herinnert ons altijd aan de dingen waar we om moeten bidden’, zegt haar moeder. De gebeden van de familie werden verhoord toen vader een nieuwe baan kreeg. ‘Ik wist dat alles goed zou komen als we baden’, zegt Giordayne vol vertrouwen.

Samuel droomt ervan leraar te worden als hij groot is. Hij wil lesgeven in zijn lievelingsvakken: wiskunde en wetenschappen. Giordayne, die opziet naar haar oudere broer, wil ook lerares worden.

Samuel en Giordayne zijn al leerkrachten doordat ze zulke goede voorbeelden zijn voor hun vrienden. Er zijn maar een paar kinderen op hun school die ook lid zijn van de kerk.

‘Als iemand iets doet dat niet goed is, zoals vechten, zeg ik dat ze het goede moeten doen’, zegt Samuel.

Samuel en Giordayne geven graag hun getuigenis. En hun jeugdwerkpresidente weet dat ze graag invallen voor een toespraakje als de spreker verhinderd is. Op zondagmorgen staan ze extra vroeg op om een toespraakje voor te bereiden voor het geval ze moeten spreken.

Samuel en Giordayne proberen de Heer in alles trouw te dienen. Giordayne zegt: ‘Ik weet dat ik niet zal omkomen als ik geloof heb, en ik wil graag weer bij hemelse Vader en Jezus Christus wonen.’