2014
De beproevingen zijn de zegeningen
juni 2014


Ons gezin, ons thuis

De beproevingen zijn de zegeningen

De auteur woont in Nieuw-Zeeland.

Wat ik als beproevingen van het tempelhuwelijk beschouwde, bleken prachtige zegeningen te zijn.

Ik sprak met een goede vriendin over de zegeningen van een tempelhuwelijk. Als grap zei ik dat ik maar een paar zegeningen kon opnoemen, maar een heleboel beproevingen. Ze antwoordde: ‘Misschien zijn dat wel de zegeningen!’

Ik wist dat ze gelijk had.

Door ons tempelhuwelijk heb ik een eeuwig perspectief op het huwelijk en het gezin gekregen. Onze tempelverbonden fungeren als de ‘bril’ waardoor mijn man en ik onze keuzes bekijken. Dat deden we al toen we nog een jong, pasgetrouwd stel waren.

Eeuwig perspectief

We begonnen met een eeuwig perspectief aan ons huwelijk, en we vonden dat we daarom het krijgen van kinderen niet moesten uitstellen of beperken. Mijn echtgenoot zette zijn universitaire opleiding voort terwijl ons gezin groeide. Toen hij voltijds ging werken, hadden we vijf kinderen. Ik studeerde deeltijds zodat ik thuis voor de kinderen kon zorgen. Ik denk nog graag terug aan die jaren. Het was een geweldige tijd! We woonden met twee peuters in een klein flatje, kwamen rond van een karige studietoelage en bespaarden op onze voeding.

Ik zie die eerste jaren als onze pionierstijd — we staken de vlakten van opleiding, gezinsuitbreiding en beperkte financiële middelen over. Ik kan me inleven — al zij het zeer beperkt — in wat een van de overlevenden van het handkarrenkonvooi van Martin over hun tocht gezegd heeft: ‘Ieder van ons hield er de absolute kennis aan over dat God leeft, want wij leerden Hem kennen in onze ontberingen.’1

In de ogen van de wereld leken de keuzes die we in de beginjaren van ons huwelijk maakten, totaal onlogisch. Het leek misschien dwaas om mijn studie op te schorten en kinderen te nemen, of om van één inkomen te leven en luxe op te offeren. Maar de Heer zei tegen Jesaja:

‘Mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren.

‘Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten’ (Jesaja 55:8–9).

Het is ons tot zegen geweest dat we wereldse doelen leerden opofferen om de wil van onze hemelse Vader voor ons gezin te doen.

Samen beproevingen doorstaan

In de Leer en Verbonden lezen we dat zij ‘die gewillig zijn hun verbonden na te komen door opoffering […] door [de Heer] aanvaard [worden].

‘Want Ik, de Heer, zal hen doen voortbrengen als een zeer vruchtbare boom, die in een voortreffelijk land is geplant, bij een reine beek die veel kostbare vruchten draagt’ (LV 97:8–9). Onze vijf kinderen zijn kostbare vruchten. Ze zijn ongetwijfeld onze grootste zegeningen.

In de loop der jaren hebben mijn man en ik heel wat beproevingen in ons huwelijk doorstaan, en als ik daarop terugkijk, kan ik in alle eerlijkheid zeggen dat ik dankbaar ben voor die beproevingen. De Heer zegent ons met moeilijkheden om ons te louteren en ons tot Hem en onze huwelijkspartner te wenden.

Het tempelhuwelijk is het belangrijkste verbond dat noodzakelijk is voor de verhoging. Als we dit verbond naleven, leidt het ons naar de hoogste graad van het celestiale koninkrijk, het eeuwige leven, ofwel eeuwig nakomelingschap (zie LV 131:1–4). Omdat we er die grote beloning voor krijgen, kunnen we verwachten dat een tempelhuwelijk ons op de proef stelt, om ons innerlijk te veranderen.

Ouderling Bruce C. Hafen, emeritus lid van de Zeventig, heeft gezegd: ‘Soms beginnen we aan een huwelijk omdat ons dat aangenaam voorkomt. Maar dan komen er problemen. Als we die ijverig proberen op te lossen, is het wellicht niet meer zo aangenaam, maar we groeien wel. Dan zijn we uiteindelijk niet getrouwd omdat het louter aangenaam is, maar omdat het vreugde oplevert.’2 Onze problemen samen oplossen is niet altijd aangenaam geweest, maar het heeft ons wel vreugde opgeleverd.

Hard werken en vreugde

Het moederschap is het moeilijkste wat ik ooit ondernomen heb. Voor ik kinderen kreeg, dacht ik dat het moederschap me meestal, of zelfs altijd, vreugde zou brengen en dat ik af en toe hard zou moeten werken. Maar ik heb ingezien dat het net andersom is. Door het eeuwige partnerschap met mijn echtgenoot zijn ons ouderschap en huwelijk een laboratorium geworden, waar we ontdekken hoe we meer op onze hemelse Vader kunnen lijken. We kunnen de plichten van dit aardse ouderschap vergelijken met de doelen van onze hemelse Vader: ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39). Echtgenote en moeder zijn vergt veel geduld, kracht en liefde. Het moederschap biedt me de kans om in karakter, verlangens en mogelijkheden meer op God te lijken.

Mijn tempelhuwelijk is me op onverwachte manieren tot zegen geweest. Het is een bron van kracht en biedt mijn kinderen stabiliteit. Het bindt me aan mijn voorouders en is hun tot zegen door het tempelwerk dat ik voor hen verricht. Mijn tempelhuwelijk is elk offer waard, en ik weet dat het grote zegeningen met zich meebrengt.

Noten

  1. Francis Webster, in William R. Palmer, ‘Pioneers of Southern Utah’, The Instructor, mei 1944, pp. 217–218.

  2. Bruce C. Hafen, Covenant Hearts: Marriage and the Joy of Human Love (2005), p. 13.

Foto met dank aan Rachel Harrison