2018
Een wonder in het huis des Heren in Kiev
Oktober 2018


Een wonder in het huis des Heren in Kiev

Doru Vasile

Boekarest (Roemenië)

Afbeelding
President Monson greeting members in the temple

Illustratie Allen Garns

In augustus 2010 reed ik enthousiast met mijn gezin van Roemenië naar Kiev (Oekraïne) voor de inwijding van de tempel. Wij wisten dat dit de tempel voor de heiligen in het zendingsgebied Roemenië/Moldavië zou zijn en dus reisden we 14 uur, alleen maar om er bij te zijn. Toen we aankwamen, zagen we een andere groep die ook uit Roemenië was gekomen. We waren allemaal blij dat we voor deze heilige gebeurtenis in Kiev waren.

Op de dag van de inwijding werd onze groep uit Roemenië ingedeeld om de inwijding op een scherm in een kamer op de benedenverdieping van de tempel te volgen. Sommigen uitten hun teleurstelling. Ze hadden gehoopt de inwijding samen met de profeet in de celestiale zaal bij te wonen. Sommigen zeiden zelfs dat ze net zo goed thuis hadden kunnen blijven en de uitzending in hun kerkgebouw in Roemenië hadden kunnen volgen.

Ik begon in stilte te bidden: ‘Hemelse Vader, hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze leden uit Roemenië een onvergetelijke ervaring in uw huis hebben?’

Ik had nog geen antwoord ontvangen toen de inwijdingsdienst begon. Al gauw hoorden we dat de profeet, president Thomas S. Monson (1927–2018), naar beneden zou komen om de hoeksteen te plaatsen. Misschien was dat ons antwoord! Ik bad dat de profeet naar hen toe mocht komen en de Roemeense heiligen zou begroeten.

‘Ik vraag het niet voor mijzelf,’ bad ik, ‘maar voor mijn broeders en zusters.’

Na afloop van de hoeksteenceremonie kwam president Monson op de terugweg naar de celestiale zaal langs onze kamer. Opeens had ik het gevoel dat ik op moest staan en hem in onze kamer uitnodigen.

Ik stond op en zei: ‘Onze profeet! Kom even binnen. Wij komen uit Roemenië.’

Hij leek me niet te horen. Toen, een ogenblik later, kwam hij terug. ‘Roemenië!’ zei hij en kwam binnen.

Hij begroette ons allemaal en zei dat hij veel van ons hield. Ik was ontroerd bij het zien van het vreugdevolle gelaat van onze goede leden. ‘Dank u, lieve Vader’, bad ik, ‘voor dit wonder in uw huis.’

Toen de profeet de kamer verliet, was niemand meer verdrietig. Ik vond dat wij ons in de meest gezegende kamer in de tempel bevonden. Het was een ervaring die ik nooit zal vergeten.