Ringconferentie Den Haag – 23 en 24 november 2019

Voor de zitting op zondagmorgen waren de leden van de ring via satelliet met elkaar verbonden in Zoetermeer, Haarlem en Amsterdam.

President Micha de Jong, eerste raadgever in het ringpresidium, sprak als eerste over de vele veranderingen die in het afgelopen jaar in de kerk hebben plaatsgevonden. ‘Alles draait om persoonlijke ontwikkeling en bekering, waardoor wij steeds dichter bij de Heiland komen. Ik wil u helpen met uw persoonlijke ontwikkeling,’ zei hij ‘maar verandering begint bij een vraag om hulp. In Enos 1:4 staat dat zijn ziel hongerde en dat hij God aanriep in gebed. De broer van Jared zocht licht in duisternis. Joseph Smith schrijft in zijn eigen geschiedenis in vers 11: “Wat staat mij te doen […] hoe kom ik dat te weten?” en later als gevangene zegt hij in L&V 121:1: “O God, waar bent u?” Onze grenzen om beproeving aan te kunnen zijn allemaal anders. U bent mooi en goed zoals u bent en de Heer zal u alles geven om uzelf te ontwikkelen en bekeren als u daarom vraagt.’

Br. Tim Diduksman, pasgeroepen lid van de hoge raad, vertelde over een ervaring die hij eens in een jongemannenkamp had. Het thema was toen genomen uit 1 Nephi 3:7: ‘Ik zal heengaan en de dingen doen die de Heer heeft geboden.’ Br. Dieduksman zei dat gehoorzaamheid de rode lijn is die door het leven van Nephi loopt en hij had daar drie lessen uit geleerd:

Wij moeten onze ingevingen uitvoeren, niet morren of ontevreden zijn en weten dat de Heer altijd een weg voor ons heeft bereid. Later beschrijft Nephi in hoofdstuk 5:21 hoe belangrijk het was om de kopenen platen te verkrijgen, want hierdoor werden de geboden van de Heer voor hun kinderen bewaard. Dit alles kwam voort uit de gehoorzaamheid van één persoon.

Zr. Astrid Casares uit de wijk Wassenaar vroeg zich af hoe wij ‘vermogen’ kunnen definiëren. Bij een auto is het de snelheid en acceleratie; Albert Einstein zei dat wij maar 10% van ons hersenvermogen gebruiken; en wij hebben het vermogen om van elk van onze kinderen evenveel te houden.

‘President Nelson heeft ons gevraagd om onze geestelijke vermogens te vergroten. Nadat wij God in de stilte hebben gezocht en een antwoord hebben ontvangen, moeten wij handelen. Daarbij moeten we geloven dat God ons het vermogen heeft gegeven om werkelijk te doen wat Hij ons heeft gevraagd om te doen. Wij hebben unieke zendingen te vervullen en wij kunnen openbaring ontvangen om deze zendingen te volbrengen. Mozes, de broer van Jared en Lehi waren allen gevraagd om grote wateren over te steken met een staf, een dichte, afgesloten boot en een zeilschip. Al deze middelen, gegeven door openbaring, waren allemaal anders maar even effectief. Ook wij kunnen zoeken naar wegen om te handelen en onze vermogens te vergroten.’

Br. Merryn Jongkees, ringsecretaris, merkte op dat het fijn zou zijn als wij voor de ringconferentie niet op 3 verschillende locaties waren, maar bij elkaar zouden kunnen zijn. ‘Maar door de hedendaagse techniek zijn wij met elkaar verbonden, en in onze gedachten en ons gevoel zijn wij bij onze broeders en zusters in Haarlem en Amsterdam.’ President Russell M. Nelson spreekt vaak over stipte gehoorzaamheid. De herstelling is nog steeds gaande en is zelfs in versnelling, dus er gaat nog veel meer gebeuren. De wederkomst van Christus en onze voorbereiding daarop is ons einddoel. Hoe bereiden we ons daarop voor? Door stipte gehoorzaamheid, die wonderen brengt zoals de zendeling die zijn rugtas met al zijn geld en documenten in de bus vergat. Hij smeekte de Heer om een wonder om zijn rugtas terug te krijgen door te beloven alle zendingsregels stipt te gehoorzamen. Na een maand kwam zijn rugtas via een wonderlijke weg bij hem terug. Of de zendelingzuster die als enig kerklid in haar familie het wonder van bekering van haar gezinsleden afsmeekte door stipt alle zendingregels na te leven. Ammon was stipt in het dienen van koning Lamoni en verrichtte wonderen bij de bescherming van zijn kudde. De 2000 jonge strijders van Helaman volgden met stiptheid al zijn orders op en werden op wonderbaarlijke wijze gespaard. Op de vraag of wij tot zulke gehoorzaamheid, en dus zulke wonderen, in staat zijn, haalde hij aan wat president Dieter F. Uchtdorf op de afgelopen oktoberconferentie in 2019 zei: ‘Als u […] twijfelt of u wel goed genoeg bent, bedenk dan dat discipelschap niet betekent dat u dingen perfect doet; het betekent dat u dingen met intentie doet.’ Laat het onze intentie zijn om stipt te gehoorzamen en onze naaste te dienen zoals Christus dat deed.

Zr. Marjolein Prosman, ZHV-presidente van de ring, vertelde dat zij door haar omgang met leerlingen weet dat zij graag gezien willen worden. Eigenlijk willen we allemaal met onze sterke en minder sterke kanten geaccepteerd worden, dan kan er een onderlinge band ontstaan. Het is niet altijd gemakkelijk om onszelf bloot te geven en te accepteren zoals we zijn. Dit kan ons tegenhouden om werkelijk vreugde te hebben. ‘Ik ken een jongeman die gevoelens heeft voor hetzelfde geslacht en hij vertelde dit aan zijn ouders en bisschop. Hij ontving onvoorwaardelijke liefde en de aanmoediging om op zending te gaan, die hij met succes vervulde. Misschien worstelt u zelf ook met bepaalde gevoelens of beperkingen.’

Zij citeerde de volgende uitspraak van ouderling D. Todd Christofferson uit de aprilconferentie van 2015: ‘Met de verkondiging van de fundamentele waarheden aangaande het huwelijk en het gezin wil ik geenszins voorbijgaan of afbreuk doen aan de offers en het succes van degenen voor wie het huwelijksideaal momenteel buiten bereik ligt. Sommigen van u lijkt de zegening van een huwelijk niet beschoren wegens een gebrek aan geschikte potentiële partners, aantrekking tot hetzelfde geslacht, lichamelijke of psychische beperkingen, of eenvoudigweg de angst om te falen die, zoals het er nu in elk geval voor staat, uw geloof overschaduwt. Of misschien bent u getrouwd geweest maar is dat huwelijk gestrand en moet u het alleen zien te rooien, wat voor twee mensen samen al een hele klus is. Sommigen van u die getrouwd zijn, kunnen geen kinderen krijgen, hoewel u er wel erg naar verlangt en de Heer erom smeekt.

‘Niettemin heeft iedereen bepaalde gaven; iedereen heeft talenten; iedereen kan het goddelijke plan in elke generatie helpen ontvouwen. Er kan veel goeds, veel wat essentieel is — soms zelfs alles wat op dit moment nodig is — worden bereikt in minder dan ideale omstandigheden. Velen van u doen uw uiterste best. En als u, die uitermate zwaar beproefd wordt, pal staat voor Gods plan ter verhoging van zijn kinderen, dan zijn wij er om u te steunen. Met vertrouwen getuigen wij dat de verzoening van Jezus Christus alle ontberingen en verliezen heeft voorzien en uiteindelijk alles zal rechtzetten voor wie zich tot Hem wenden. Niemand is voorbestemd om minder te ontvangen dan alles wat de Vader voor zijn kinderen heeft’.

Ringpresident Eelco Scheltinga sprak over de aanmoediging die onze leiders aan kinderen en jongeren geven om doelen te stellen. ‘Hierbij kunnen wij niet achterblijven. Ga met uw gezin zitten om op geestelijk, sociaal, verstandelijk en lichamelijk gebied uzelf te ontwikkelen. President Nelson vroeg aan de zusters of zij een afspraak met de Heer willen maken om Hem één keer per maand in de tempel te ontmoeten. Vaak focussen wij op onze zwakheden en dan voelen wij ons onbekwaam. Focus echter op uw drie tot vijf sterke punten en wat u daarmee kunt doen om uw zwakheden te overwinnen. In Hebreeën 11 noemt Paulus enkele mensen op die door geloof iets groots hebben gedaan. Laten wij openstaan voor stipte gehoorzaamheid waardoor deze wonderen tot stand zijn gebracht.’