2021
Aan de deur wordt niet bekeerd…of toch wel?
Februari 2021


Regionaal Nieuws

Aan de deur wordt niet bekeerd…of toch wel?

Ik ben opgegroeid in een gezin met zes kinderen, twee jongens en vier meisjes waarvan ik de jongste dochter ben. Mijn ouders waren hervormd maar gingen door tegenslagen in het leven en teleurstellingen in het geloof niet meer naar een kerk. Ze hebben ons, hun kinderen, niet laten dopen toen we baby waren. Vooral mijn vader was daar fel op tegen. ‘Waarom moet ik mijn kinderen laten dopen ter vergeving van zonden? Ze zijn net geboren. Wat kunnen ze nu voor zonden hebben gedaan?’ zei hij altijd. Daarom was dat een van de eerste dingen die mij zo aanspraken in deze kerk toen ik ermee in aanraking kwam. Ook al gingen onze ouders zelf niet naar een kerk, ze stuurden ons toch naar een school met de Bijbel en als het zo uitkwam af en toe naar de zondagsschool. Zodat als we volwassen waren we zelf zouden kunnen beslissen of we wel of niet wilden geloven. ‘Jullie zoeken het later allemaal zelf maar uit’, zei mijn vader altijd.

De eerste keer dat ik iets hoorde over de kerk, was ik ongeveer 23 jaar. Kennissen vertelden me een keer over mormoonse zendelingen. Ze hadden een tijdje contact met hen gehad en vonden dat ze heel prettig gezelschap waren. Verder wist ik niets over de zendelingen en over de kerk. Een paar jaar later woonde ik in Leiden Zuid-West en in die buurt kwam ik de zendelingen vaak tegen. Ze vielen me op omdat ik van mijn kennissen al eerder over hen had gehoord. Het was herfst, een zeer natte herfst. Dat weet ik nog omdat in dat jaar de aardappeloogst was mislukt door de vele regen. Ik vond de zendelingen erg moedig maar had ook met ze te doen omdat ze elke dag die druipende regen trotseerden voor hun overtuiging … voor wat ze geloofden. Maar ik wilde niet door hen bekeerd worden.

Toen ze op een dag bij mij aanbelden en ik de deur open deed, had ik het hart niet om deze twee jonge mannen die werkelijk dropen van de regen weg te sturen. Ik gunde ze een tijdje in een warme droge huiskamer en mijn kennissen hadden niets te veel gezegd. Ze waren prettig gezelschap. Maar ze kwamen niet alleen voor de gezelligheid en warmte in huis. Ze hadden een missie. We hadden heel goede discussies. Veel van wat ze zeiden, klonk erg logisch en interessant. Er kwamen vervolgafspraken. Wat me erg trof aan deze jongens was hun onbevangenheid in wat ze geloofden. Het kwam mij zo echt en eerlijk over zonder schijnheiligheid. Het leek mij geweldig om zo te kunnen geloven en zoveel vertrouwen te hebben. Iets waarvan ik toen dacht dat ik dat met geen mogelijkheid zou kunnen bereiken, maar eigenlijk wel heel erg graag zou willen. De zendelingen vroegen me of ik in gebed aan onze hemelse Vader wilde vragen of het Boek van Mormon waar was. Op een avond ging ik ongemakkelijk op mijn knieën. In die tijd zat ik in een heel moeilijke periode in mijn leven en er waren ook andere dingen die ik aan een ‘hogere macht’ wilde vragen. Mijn verwachtingen waren niet hoog maar mijn gebed kwam uit het diepst van mijn hart. Een hart dat enorm werd geraakt want … ik kreeg antwoord! Het duidelijke antwoord en de enorme gevoelens die daarmee gepaard gingen zijn erg moeilijk uit te drukken, maar ze waren zo intens dat ik er echt niet meer omheen kon. Op dat moment in mijn leven was ik van veel dingen niet zeker, maar wel dat het Boek van Mormon waar was.

Zes weken nadat de zendelingen voor het eerst bij mij op de stoep stonden, heb ik me laten dopen. Mijn familie was in het begin behoorlijk sceptisch, maar dat was maar even. En mijn vader? Hij kon natuurlijk niets tegen mijn keus inbrengen want had hij niet altijd gezegd: ‘Jullie zoeken het later zelf maar uit?’ Hij heeft er ook nooit problemen mee gehad. Zelfs tientallen jaren later kan ik nog steeds zeggen: ‘Ik heb er geen moment spijt van gehad.’