Seminarie
Mosiah 28: Persoonlijke bekering en het evangelie delen


‘Mosiah 28: Persoonlijke bekering en het evangelie delen’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)

‘Mosiah 28’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek

Mosiah 28

Persoonlijke bekering en het evangelie delen

Afbeelding
jongeren praten over het evangelie

Welke ervaringen heb je met het delen van het evangelie van Jezus Christus? De zonen van koning Mosiah vragen hem na hun bekering toestemming om het evangelie aan de Lamanieten te prediken. Koning Mosiah vraagt het eerst aan de Heer. Daarna laat hij zijn zonen gaan om het woord van God tot de Lamanieten te prediken (zie Mosiah 28:1). In deze les word je gesterkt in je verlangen om het evangelie uit te dragen.

Help de cursisten inzien wat evangeliewaarheden voor hen kunnen betekenen. Sommige cursisten hebben misschien moeite met inzien hoe het evangelie op hun dagelijks leven van toepassing is. Zoek onder gebed naar manieren om ze te laten inzien dat wat ze leren zinvol en nuttig is voor hun persoonlijke omstandigheden, vragen en behoeften.

Voorbereiding van de cursist: Nodig de cursisten uit om met iemand te praten die volgens hen diepgaand tot het evangelie van Jezus Christus is bekeerd. Wat heeft die persoon geholpen op zijn of haar verbondspad? Vraag de cursisten hun verlangen om het evangelie uit te dragen onder de loep te nemen.

Mogelijke leeractiviteiten

Delen en bekering

Laat iets, of een foto van iets, zien waar u zo van geniet dat u het graag met anderen deelt. Vertel de cursisten over dit voorwerp voordat u de volgende vraag stelt.

  • Van welke dingen genieten jullie zo dat jullie ze met anderen zouden willen delen?

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat het niet ongebruikelijk is om anderen iets te vertellen over dingen die belangrijk voor ons zijn. Bekijk de video ‘Good Things to Share’ (2:21), die staat op ChurchofJesusChrist.org, of lees het onderstaande citaat.

Aan anderen dingen vertellen die waardevol voor ons zijn of ons gebaat hebben, is helemaal niet ongebruikelijk.

Dat patroon wordt vooral zichtbaar bij kwesties van groot geestelijk belang en met verreikende gevolgen. […]

De uitnodigingen die we u doen om onze boodschap te leren kennen en te toetsen, komen voort uit het positieve effect dat het evangelie van Jezus Christus op ons heeft. Soms zijn we wel eens onhandig, kortaf of zelfs onbuigzaam in onze verkondiging. We verlangen slechts u de waarheden te vertellen die heel veel voor ons betekenen. (David A. Bednar, ‘Kom en zie’, Liahona, november 2014, 109–110.)

Geef met een cijfer op een schaal van 1 tot 5 aan in hoeverre de volgende stellingen op jou van toepassing zijn (1 is niet van toepassing en 5 is volledig van toepassing):

Toon de volgende stellingen terwijl de cursisten de opdracht uitvoeren.

  • Waarheden over de Heiland Jezus Christus en zijn evangelie zijn voor mij van grote waarde.

  • Ik heb het verlangen om anderen over zijn evangelie te vertellen.

Denk tijdens je studie van het leven en voorbeeld van de zonen van Mosiah na over je eigen verlangen om het evangelie van de Heiland uit te dragen. Streef naar openbaring om te ontdekken welke volgende stappen de Heer wil dat je zet, zodat het evangelie nog meer betekenis voor je krijgt en je verlangen om het evangelie uit te dragen toeneemt.

De zonen van Mosiah

Bedenk dat de zonen van koning Mosiah na hun bekering het evangelie in hun eigen land predikten en de schade probeerden te herstellen die ze hadden berokkend (zie Mosiah 27:32–37).

Lees Mosiah 28:1–5 en ga na wat het verlangen is van de zonen van Mosiah en waarom. (Je kunt je bevindingen in je Schriften markeren.)

  • Welke woorden of zinsneden vallen je in deze verzen op? Waarom wilden de zonen van Mosiah het evangelie aan de Lamanieten prediken?

    Laat een aantal cursisten over hun bevindingen vertellen.

  • Waarom zouden deze redenen ons kunnen aansporen om het evangelie uit te dragen?

  • Welke waarheden heb je uit deze verzen gehaald?

De cursisten kunnen uiteenlopende ware beginselen noemen. Als de cursisten het vetgedrukte beginsel hieronder niet noemen, stelt u de volgende vragen: Hoe staat ons verlangen om het evangelie uit te dragen in verhouding tot onze persoonlijke bekering? Waarom?

Een waarheid die we in deze verzen leren, is dat als we onze bekering tot de Heer verdiepen, ons verlangen om het evangelie uit te dragen toeneemt.

President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium bevestigde deze waarheid, toen hij zei:

‘De mate van onze bekering is uitstekend af te lezen aan de intensiteit van ons verlangen om anderen over het evangelie te vertellen.’ (Dallin H. Oaks, ‘Anderen over het evangelie vertellen’, Liahona, januari 2002, 8.)

  • Wat hadden de zonen van Mosiah meegemaakt, waardoor ze zich tot Jezus Christus en zijn evangelie bekeerden? (Zie Mosiah 27:34–36; 28:4.)

    Toon de volgende vragen en laat de cursisten deze overdenken of in hun studiedagboek beantwoorden voordat u ze klassikaal bespreekt.

  • Welke ervaringen hebben jou of mensen die je kent geholpen om meer tot Jezus Christus en zijn evangelie bekeerd te raken?

  • Welke dingen over Jezus Christus en zijn evangelie raken jou en zou je anderen willen vertellen? (Bijvoorbeeld betekenisvolle ervaringen met vergeving, Gods liefde, gebed, enz.)

Zelfs als we ons tot de Heer bekeren, zijn er redenen waarom het moeilijk is om het evangelie uit te dragen.

  • Stel je voor dat je een van de zonen van Mosiah was. Waarom zou jij je dan zorgen maken over het evangelie aan de Lamanieten prediken?

Als vader en koning heeft Mosiah genoeg redenen om zich zorgen te maken over zijn zonen, die op pad gaan om het evangelie tot de Lamanieten te prediken. Koning Mosiah vreest niet alleen voor de veiligheid van zijn zonen, maar ook dat hij, wanneer zijn zonen weg zijn, geen erfgenaam heeft aan wie hij het koninkrijk kan overdragen.

Lees Mosiah 28:6–8 en ga na waarom Mosiah toestaat dat zijn zonen op een gevaarlijke zending gaan.

  • Welke zegeningen belooft de Heer aan Mosiah?

Je volgende stappen

Neem even de tijd om op te schrijven wat jou of anderen tegenhoudt om het evangelie uit te dragen.

Zet de antwoorden van de cursisten op het bord. Overweeg of u klassikaal een belemmering bespreekt, of dat u de cursisten individueel of in groepjes laat werken.

Kies een van deze zorgen uit en bid om leiding terwijl je de Schriften bestudeert en nadenkt hoe je die kunt overwinnen. Als je bijvoorbeeld tegen een van de volgende punten aan loopt, kun je over de bijbehorende vragen nadenken en de bijbehorende Schriftteksten bestuderen.

Toon de volgende uitspraken of zet ze op het bord.

Ik weet niet of ik zelf voldoende tot het evangelie bekeerd ben om het uit te kunnen dragen. Wat kun je leren van het voorbeeld van de zonen van Mosiah? (Zie Mosiah 28:1–5.) Let tijdens het lezen van de volgende verzen op manieren waarop je je kunt bekeren: Handelingen 3:19; Jakobus 5:20; Enos 1:2–5; Mosiah 3:19; 5:2; 27:25; Alma 5:12–14; 22:15–18; 53:10; Helaman 15:7; 3 Nephi 9:20.

Ik ben bang dat ik word afgewezen. Lees in Mosiah 28:2–4 nog eens de redenen waarom de zonen van Mosiah het evangelie wilden delen, ondanks dat velen dachten dat de Lamanieten het niet zouden aanvaarden. Wat zou je aan deze redenen kunnen hebben? Hoe kun je je angst overwinnen door te bedenken wat de Heiland voor jou heeft gedaan en wat Hij voor anderen kan betekenen?

Ik ben geen goed voorbeeld geweest van iemand die het evangelie naleeft. Vóór hun bekering streden de zonen van Mosiah tegen het evangelie (zie Mosiah 27:8–10), maar nadat ze zich hadden bekeerd, waren ze enkelen van de meest succesvolle zendelingen uit het Boek van Mormon (zie Alma 17:4). Waartoe inspireert hun voorbeeld jou? Aan welke andere voorbeelden in de Schriften zou je nog iets kunnen hebben?

Laat enkele cursisten over hun bevindingen vertellen en uitleggen wat ze daaraan hebben.

Toon de volgende zinnen terwijl de cursisten ze in hun studiedagboek afmaken.

  • ‘Een van de belangrijkste dingen die ik van de zonen van Mosiah heb geleerd, is …’

  • ‘De Heer wil dat ik het voorbeeld van de zonen van Mosiah volg door …’

  • ‘Dit zal ik doen door …’

Nodig de cursisten uit om er iets over te vertellen. Vertel tot slot over uw getuigenis, gevoelens en indrukken, of nodig een of twee cursisten daartoe uit.