Seminarie
Alma 36: ‘Ik [kon] mij mijn pijnen niet meer herinneren’


‘Alma 36: “Ik [kon] mij mijn pijnen niet meer herinneren”’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)

‘Alma 36’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek

Alma 36

‘Ik kon mij mijn pijnen niet meer herinneren’

Afbeelding
blijde jongevrouw

Persoonlijke geestelijke ervaringen met onze dierbaren delen, kan een bron van kracht voor hen en ons zijn. Alma vertelt zijn zoon Helaman dat hij een engel zag, door zijn zonden gekweld werd en dankzij Jezus Christus verlossing vond. In deze les leer je je in geloof tot Jezus Christus te wenden en de vreugde van zijn verlossing te voelen.

Studievaardigheid – Schriftteksten markeren. Schriftteksten markeren, helpt de cursisten zinvolle verbanden te leggen en beter te onthouden wat ze leren. Ze kunnen kernwoorden of zinsneden onderstrepen, arceren of omcirkelen. Digitale versies van de Schriften hebben nuttige hulpmiddelen om de Schriften te markeren.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten zich voorbereiden om een voorbeeld te geven van iemand die na een periode van lijden gemoedsrust in Christus heeft gevonden. Wat heeft die persoon geholpen om gemoedsrust te vinden?

Mogelijke leeractiviteiten

Tegenstellingen

Laat de cursisten aan het begin van deze les nadenken over geestelijke verandering en wat die mogelijk maakt. U kunt dit bijvoorbeeld doen door de volgende woorden op het bord te zetten en de cursisten het tegenovergestelde te laten noteren.

  • Pijn →

  • Spijt →

  • Verdriet →

Bedenk wanneer je eens hebt gezondigd en een gevoel aan de linkerkant hebt gehad. Is dat gevoel ooit veranderd in wat je aan de rechterkant hebt genoteerd? Wat heeft die overgang mogelijk gemaakt?

Als u het bovenstaande hebt besproken, kunt u erop wijzen dat alleen de Heer ons kan helpen om negatieve gevoelens als gevolg van zonde in het positieve tegengestelde om te zetten.

Geef de cursisten de gelegenheid om stil te overdenken hoe de Heer ze heeft geholpen om te veranderen toen ze gezondigd hadden. Toon de volgende zelfevaluatie en laat de cursisten hun ingevingen bij het overdenken in hun dagboek opschrijven. Dat kunnen vragen, gevoelens of ingevingen zijn om in actie te komen.

Bedenk in hoeverre de volgende uitspraken voor jou gelden:

  • Als ik gezondigd heb, weet ik hoe ik me tot de Heer kan wenden om vergeving, gemoedsrust en hoop te ontvangen.

  • Ik heb er vertrouwen in dat ik met de hulp van de Heer kan veranderen.

  • Ik vraag de Heer regelmatig om die hulp.

Vandaag ga je bestuderen hoe de gevoelens van hevige kwelling van Alma de jonge vanwege zijn zonden veranderen in gevoelens van vreugde en gemoedsrust wanneer hij de Heiland aanroept. Ga bij je studie na hoe jij de hulp van de Heer kunt inroepen om zonde en de gevolgen ervan te overwinnen en door Jezus Christus vreugde te ervaren.

Alma’s machtige verandering

De Zoramieten verwerpen het evangelie dat hun was geleerd en sluiten zich bij de Lamanieten aan om ze tot toorn tegen de Nephieten op te hitsen. De Zoramieten en Lamanieten vallen de Nephieten vervolgens aan, wat tot een grote oorlog leidt. Het hart van vele Nephieten begint ook ‘te verstokken’ tegen Gods woord (Alma 35:15). Als reactie op de geestelijke neergang van de Nephieten roept Alma zijn zonen bijeen, ‘om ieder van hen afzonderlijk zijn aanwijzingen te geven met betrekking tot de dingen van gerechtigheid’ (Alma 35:16). Hij spreekt eerst met zijn zoon Helaman en vertelt zijn bekeringsverhaal.

Laat de volgende afbeelding zien. Laat de cursisten samen met een medecursist de volgende vraag beantwoorden.

U kunt ook woorden als de volgende op het bord zetten: Alma, zonen van Mosiah, kerk vernietigen, engel, drie dagen. Laat de koppels het verhaal vervolgens aan de hand van de woorden of zinsneden vertellen.

Afbeelding
de bekering van Alma de jonge
  • Wat weet je nog over Alma de jonge en wat er op deze plaat afgebeeld wordt?

Lees Alma 36:6–11 en let op details die je misschien over het hoofd hebt gezien.

  • Waarom hebben de woorden van de engel zo’n grote invloed op Alma volgens jou?

  • Wat kan er naast het zien van een engel toe leiden dat iemand beseft dat hij of zij moet veranderen?

Onderstreep het belang van de Schriften markeren en moedig de cursisten aan die vaardigheid in deze les te oefenen. Als die optie beschikbaar is, kunt u een digitale of papieren versie van de Schriften tonen en manieren laten zien om Schriftteksten te markeren.

Laat de cursisten voor de volgende activiteit woorden en zinsneden op verschillende manieren markeren. Overweeg om de eerste reeks verzen klassikaal door te nemen en de activiteit voor te doen. Daarna kunnen de cursisten zelf de tweede en derde reeks verzen doen. Als ze klaar zijn, laat u ze hun bevindingen en wijze van markeren met een medecursist of de hele klas bespreken.

Lees in de volgende reeksen verzen Alma’s beschrijving van wat hij in de drie dagen dat hij zich niet kon bewegen, meemaakt en voelt. Markeer eventueel wat er wordt gesuggereerd.

  • Alma 36:12–16: woorden of zinsneden die beschrijven hoe Alma zich over zijn zonden voelt.

  • Alma 36:17–18: woorden of zinsneden die aangeven wat Alma zich herinnert en doet dat zijn verandering teweegbrengt.

  • Alma 36:19–21: woorden of zinsneden die beschrijven dat Alma iets tegenovergestelds voelt van wat hij aanvankelijk doormaakt.

Vraag de cursisten wat ze bij hun studie van vers 12–21 hebben opgemerkt of geleerd. Stel zo nodig een vraag als: ‘Wat valt je op als je Alma’s emoties voor en na zijn verandering met elkaar vergelijkt?’ U kunt ook de volgende vragen stellen.

  • Wat valt je op aan de aanleiding voor Alma’s verandering?

  • Wat kunnen wij van zijn ervaring leren?

We leren onder meer dat Jezus Christus de macht heeft om ons van de pijn van onze zonden te verlossen en ons met vreugde te vervullen.

  • Hoe doet Alma een beroep op de verlossende macht van de Heiland?

De volgende citaten bieden de cursisten meer inzicht in de vetgedrukte waarheid. U kunt de cursisten ook vragen om vers 24–26 te bestuderen en na te gaan hoe Alma geloof in Jezus Christus oefent.

President Boyd K. Packer (1924–2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Je hoeft niet alles te weten alvorens de kracht van de verzoening werkzaam wordt voor jou. Heb geloof in Christus, dan begint het al voor je te werken op de dag dat je erom vraagt! (Boyd K. Packer, ‘Washed Clean’, Ensign, mei 1997, 10.)

Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Als wij onze zonden oprecht belijden, het met anderen naar beste kunnen goedmaken en onze zonden verzaken door de geboden te onderhouden, zijn wij op weg naar vergeving. Na verloop van tijd neemt de pijn van onze wroeging af, wordt ‘de schuld uit ons hart […] weggenomen’ en ontvangen wij ‘gemoedsrust’. (Neil L. Andersen, ‘Bekeer u opdat Ik u moge genezen’, Liahona, november 2009, 42.)

  • Wat heb je door de citaten aan extra inzichten opgedaan?

Wijs er eventueel op dat de hulp van Jezus Christus kan beginnen op het moment dat we erom vragen, maar dat het proces van bekering en vergeving doorgaans geleidelijker verloopt.

Laat de cursisten in groepjes of koppels bespreken hoe ze in de volgende situaties zouden reageren.

Wat zou je zeggen tegen een tiener die:

  • Enorme spijt en verdriet heeft vanwege zijn of haar zonden.

  • Het idee heeft dat zijn of haar zonden niet erg zijn en na verloop van tijd zonder bekering wel vanzelf opgelost worden.

Denk over je eigen situatie na en hoe de les van vandaag op jouw leven van toepassing kan zijn. Overweeg wat je vandaag kunt doen om je tot de Heiland te wenden en een beroep op zijn verlossende macht te doen.

Getuig desgewenst hoe de genezende macht van de Heiland u tot zegen is geweest, en van uw vertrouwen in zijn verlangen om uw cursisten gemoedsrust en vreugde te schenken.