Alma 57

Beschrijf drie verschillende houdingen ten opzichte van Gods geboden gehoorzamen en waarom iemand die houding zou aannemen.

Neem even de tijd om de antwoorden op de volgende vragen in je studiedagboek te noteren:

• Wat is jouw houding ten opzichte van Gods geboden gehoorzamen? Waarom is je houding belangrijk?

• Als je er momenteel niet naar streeft om de geboden zo goed mogelijk te gehoorzamen, wat weerhoudt je er dan van om dat te doen?

Let bij je studie van vandaag op beginselen over gehoorzaamheid die je kunnen inspireren, motiveren en helpen bij vragen of zorgen. Bedenk hoe ze op jou van toepassing zijn en je tot zegen zijn.

In de vorige les heb je geleerd dat de tweeduizend jonge soldaten Antipus en zijn mannen hielpen om het ‘sterkste’ en ‘talrijkste’ leger van de Lamanieten in dat deel van het land te verslaan (zie Alma 56:34). In Alma 57 gaat de brief van Helaman aan opperbevelhebber Moroni verder. Zestig andere zonen van het volk van Ammon sluiten zich bij zijn leger aan (zie Alma 57:6) en de 2060 jonge soldaten staan nu voor andere gevaren. De Lamanieten vallen de Nephieten aan en proberen ze te overmeesteren. Op dat moment worden Helaman en zijn mannen versterkt door een groep soldaten die eerder Lamanitische gevangenen heeft weggebracht (zie Alma 57:1–18).

Belangrijke woorden en zinsneden vinden en die overdenken, zijn twee Schriftstudievaardigheden waarmee je je studie van dit verslag kunt verdiepen en de lessen die je eruit trekt op jezelf kunt toepassen.

Lees Alma 57:19–23 en ontdek wat er gebeurde. Markeer woorden en zinsneden die Helamans jonge soldaten beschrijven.

Markeer in vers 21 de woorden waarmee Helaman de gehoorzaamheid van deze jongemannen beschreef. Lees Alma 58:40 en let op de houding van de soldaten ten opzichte van God en zijn geboden na een andere militaire dreiging.

• Wat betekent het volgens jou om ieder woord van bevel nauwgezet uit te voeren (zie Alma 57:21) en zijn geboden voortdurend te gehoorzamen (zie Alma 58:40)?

• Hoe hangen ons geloof in en onze gedachten over Jezus Christus samen met ons verlangen en vermogen om Gods geboden te gehoorzamen?

Lees Alma 57:24–27 en let op woorden of zinsneden waaruit blijkt hoe de zonen van Helaman tijdens hun tweede veldslag werden gezegend vanwege hun geloof in en gehoorzaamheid aan God.

• Welke lessen heb je door dit verhaal geleerd die op jou van toepassing zijn?

Eén beginsel dat we kunnen leren, is dat God ons door zijn wonderbare macht zal zegenen, als we ons vertrouwen in Hem stellen en er voortdurend naar streven zijn geboden te gehoorzamen.

• Hoe is de kennis dat er ‘een rechtvaardig God’ met ‘wonderbaarlijke’ en ‘wonderbare macht’ is (Alma 57:26) van invloed op onze houding om Hem te gehoorzamen?

• Welke houding verlangt de Heer van ons wanneer we ernaar streven zijn geboden te gehoorzamen, ondanks dat we misschien niet altijd gehoorzaam zijn? Hoe kan begrip van de verzoening van Jezus Christus je helpen om deze vraag te beantwoorden?

Het is belangrijk om te begrijpen dat God ons op zijn manier en tijd zal zegenen wanneer we zijn geboden gehoorzamen. De jonge soldaten werden tijdens beide veldslagen gezegend. Ondanks de gevaarlijke strijd en hun verwondingen werd hun leven gespaard.

1. Lees minstens twee van de volgende teksten om de doeleinden van Gods geboden en de zegeningen van gehoorzaamheid beter te begrijpen: Abraham 3:25; Johannes 14:15; Mosiah 2:41; Alma 9:13.

2. Bedenk voorbeelden van gehoorzaamheid van de Heiland aan onze hemelse Vader en denk na over wat je van zijn voorbeeld leert. Ouderling Robert D. Hales (1932–2017) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Onze liefde voor de Heiland is de sleutel tot gehoorzaamheid zoals die van de Heiland.’ (‘Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren’, Liahona, mei 2014, 37.) Bedenk enkele redenen waarom je de Heiland liefhebt en hoe die liefde van invloed is op je houding ten opzichte van de geboden gehoorzamen.

3. Bedenk hoe jij gehoorzaam bent geweest aan Gods geboden en welke zegeningen je door je gehoorzaamheid van Hem hebt ontvangen.

Denk aan een gebod van God. Beschrijf wat het voor een tiener in deze tijd realistisch inhoudt om de Heer indachtig te zijn en dit gebod voortdurend te gehoorzamen. Beschrijf dan hoe een tiener die op deze manier gehoorzaamt hiervoor wordt gezegend.

• Wat is een reden waarom we in de verleiding komen niet ons best te doen om een gebod te gehoorzamen? Hoe kunnen we die verleidingen overwinnen?

• In welk opzicht moeten we ons op de Heiland Jezus Christus verlaten wanneer we ernaar streven voortdurend de geboden te gehoorzamen?

Schrijf ter afsluiting van deze les een doel in je studiedagboek hoe je dagelijks nauwgezet aan de Heer, jouw God, kunt denken en zijn geboden voortdurend kunt onderhouden (zie Alma 58:40). Je kunt een gebod kiezen dat je beter wilt gaan gehoorzamen. Geef met je doel ook aan wanneer je eraan gaat werken. Bijvoorbeeld: ‘Ik ga de komende vijf dagen proberen iedere ochtend en avond oprecht te bidden’ of ‘Ik ga de komende vier weken op de sabbat ’.