Seminarie
Moroni 2–3: Priesterschapsgezag


‘Moroni 2–3: Priesterschapsgezag’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)

‘Moroni 2–3’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek

Moroni 2–3

Priesterschapsgezag

Afbeelding
bevestiging van een meisje

In Christus’ kerk is het ware priesterschapsgezag van God belangrijk. In enkele van zijn laatste woorden tot toekomstige generaties spreekt Moroni over het gezag om priesterschapsverordeningen te verrichten. Hiermee zorgt hij ervoor dat belangrijke waarheden over het gebruik van het priesterschap bewaard blijven. Deze les geeft je inzicht in het priesterschapsgezag in Christus’ kerk.

Laat cursisten zich op Jezus Christus richten. Bedenk dat er in de Schriften beginselen staan waardoor we de Heiland beter begrijpen. Laat de cursisten nagaan wat ze door de evangeliebeginselen in de Schriften over de macht, barmhartigheid en invloed van Jezus Christus te weten komen.

Voorbereiding van de cursist: Vraag de cursisten in gesprek te gaan met een priesterschapsdrager of iemand met een roeping. Laat de cursisten diegene vragen wat hij of zij ervan vindt om het gezag van de Heiland te ontvangen en zijn of haar taken daarmee uit te voeren.

Mogelijke leeractiviteiten

Verstop vóór de les een voorwerp dat u tijdens de les nodig hebt, zoals krijtjes, stiften of uw Schriften. Laat de cursisten het voorwerp zoeken en vraag ze waarom het voorwerp nodig is.

Herinner de cursisten eraan dat er tijdens de grote afval veel duidelijke en waardevolle waarheden verloren zijn gegaan (zie 1 Nephi 13:26–27, 32). De woorden van Moroni bevatten belangrijke waarheden over de organisatie van Christus’ kerk die tijdens de afval verloren waren gegaan.

‘Van waarde’

Moroni was een van de laatste priesterschapsdragers van zijn bedeling in Amerika. Hij wist dat na zijn dood belangrijke kennis over Christus’ kerk en zijn priesterschapsgezag verloren zou gaan. In zijn laatste woorden zei Moroni dat hij opschreef wat volgens hem ‘van waarde’ zou zijn voor toekomstige generaties (Moroni 1:4). Hij schreef over priesterschapsgezag en verordeningen die alleen in Christus’ kerk beschikbaar zijn.

De herrezen Heiland raakte bij zijn bezoek aan de Nephieten ‘de discipelen die Hij uitgekozen had […] met zijn hand’ aan en gaf ‘hun de macht […] om de Heilige Geest te verlenen’ (3 Nephi 18:36–37). Moroni noteerde in zijn verslag enkele aanwijzingen van de Heiland aan de twaalf Nephitische discipelen over de wijze waarop de Heilige Geest wordt verleend.

Om de samenwerking met de cursisten te bevorderen, laat u ze de volgende activiteit met een klasgenoot of in groepjes doen. Vraag de cursisten Moroni 2 of 3 te bestuderen en aan iemand die het andere hoofdstuk heeft bestudeerd te vertellen wat ze hebben geleerd. De volgende informatie kan de cursisten bij hun studie van pas komen.

Het gezag om de gave van de Heilige Geest te verlenen

Lees Moroni 2:1–3 en ga na wat volgens Moroni van waarde is.

  • Wat in deze verzen is volgens jou van waarde?

  • Welk priesterschapsgezag heeft iemand nodig om de gave van de Heilige Geest te verlenen?

  • Welke waarheid halen we uit Moroni 2?

Eén waarheid is dat Melchizedeks-priesterschapsdragers door handoplegging de gave van de Heilige Geest verlenen aan gedoopte kerkleden.

  • Waarom is het zo belangrijk om de gave van de Heilige Geest te verlenen? (Lees Handelingen 8:14–24 voor een voorbeeld.)

  • Het gezag om de gave van de Heilige Geest te verlenen komt van de Heiland. Hoe voel je je over die gave doordat je dat weet?

  • Hoe is de gave van de Heilige Geest je tot zegen geweest?

Anderen tot een priesterschapsambt ordenen

Moroni legt vervolgens uit hoe priesters en leraren geordend moeten worden.

Lees Moroni 3:1–4 en ga na hoe iemand tot een priesterschapsambt wordt geordend.

  • Wat viel je op aan de manier waarop mensen tot een priesterschapsambt worden geordend?

Laat de cursisten Geloofsartikelen 1:5 en Moroni 3 lezen en aan elkaar koppelen.

Hoewel in Moroni 3 alleen over het ordenen van priesters en leraren wordt gesproken, geldt het gezag voor iedereen die een roeping in Christus’ kerk heeft.

  • Waarom hebben mensen die in Christus’ kerk dienen zijn gezag nodig?

Neem indien mogelijk een priesterschapsgezagslijn mee naar de les.

Priesterschapsgezag is afkomstig van Jezus Christus. Hoewel iedereen die een roeping in de kerk heeft priesterschapsgezag bezit, hebben zij die tot een ambt in het Aäronisch of Melchizedeks priesterschap zijn geordend een priesterschapsgezagslijn. Deze lijn voert het gezag van een priesterschapsdrager terug tot Jezus Christus. Melchizedeks-priesterschapsdragers kunnen op ChurchofJesusChrist.org hun priesterschapsgezagslijn opvragen. De kerk voorziet niet in de priesterschapsgezagslijn voor Aäronisch-priesterschapsdragers. Als een Aäronisch-priesterschapsdrager echter door een Melchizedeks-priesterschapsdrager is geordend, kan hij de priesterschapsgezagslijn vernemen van de man die hem heeft geordend.

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Om in Gods naam te handelen is meer nodig dan een maatschappelijk contract. Gezag krijgt men niet door een theologische opleiding te volgen of een beroeping door de kerkgemeente. Nee, in het gevolmachtigde werk van God moet een hogere macht de macht van de mensen in de kerkbanken, of op de straat, of in de seminaries, overstijgen – een feit dat veel oprechte gelovigen bekend was en openlijk erkend werd in de generaties voorafgaand aan de herstelling.

[De priesterschapsgezagslijn van iedere priesterschapsdrager in de kerk] gaat ononderbroken terug op de hemelse boodschappers, die deze weergaloze hemelse gave van de Zoon van God zelf hadden gekregen. (Jeffrey R. Holland, ‘Ons allerbelangrijkste kenmerk’, Liahona, mei 2005, 44.)

Laat de cursisten een ketting zien. Leg uit dat de eerste schakel van de ketting Jezus Christus voorstelt en dat de tweede schakel de mensen zijn die Hij tot een priesterschapsambt heeft geordend. De derde schakel stelt de mensen voor die zij in de daaropvolgende generaties hebben geordend tot aan de priesterschapsdragers van deze tijd, de laatste schakel.

  • Waarom is het belangrijk dat het priesterschapsgezag tot Jezus Christus teruggevoerd kan worden?

  • Wat betekent de kennis van deze link met Jezus Christus voor je gevoelens ten opzichte van verordeningen, roepingen of zegeningen die je door het priesterschap ontvangt?

Laat de cursisten verslag uitbrengen over de voorbereidingsactiviteit voor de les.

De cursisten kunnen ook Moroni 2 en 3 doornemen, overeenkomsten tussen de hoofdstukken zoeken en verslag uitbrengen.

Anderen vertellen wat je hebt geleerd

Als het nuttig is dat de cursisten laten zien dat ze begrijpen wat ze in Moroni 2–3 hebben bestudeerd, bespreekt u het volgende scenario.

Stel dat je een familielid hebt dat zich laat dopen en bevestigen, tot het priesterschap wordt geordend of voor een roeping wordt aangesteld. Hoe zou je met Moroni 2 of 3 het belang van de gebeurtenis duidelijk kunnen maken?