Mosiah 25–28

De mensen die koning Benjamins toespraak hadden gehoord, maakten een wonderbaarlijke bekering mee (zie Mosiah 5:1–7). Bekering is echter iets persoonlijks en kan niet als een nalatenschap aan iemands kinderen worden doorgegeven. We moeten allemaal onze eigen bekering tot het evangelie van Jezus Christus ondervinden. In Mosiah 26:1–6 leest u over ‘het opkomend geslacht’ van ongelovige Nephieten. Let eens op de gevolgen van hun ongeloof. Denk ook aan mensen die u graag tot Christus zou willen brengen. U kunt ze niet van uw bekering geven, maar de Geest kan u influisteren wat u wél kunt doen om ze geloof te laten vinden. In Mosiah 25–28 leest u hoe Alma en andere kerkleden het opkomend geslacht hielpen. Mogelijk komen er bij u dan aanvullende gedachten op.

Zie ook Leer en Verbonden 68:25–29.

We denken weleens dat een kerkleider zoals Alma altijd weet wat hem te doen staat. In Mosiah 26 lezen we over een probleem in de kerk waarmee Alma nooit eerder te maken had gehad, zodat ‘hij vreesde dat hij in de ogen van God verkeerd zou handelen’ (Mosiah 26:13). Wat deed Alma in die situatie? (Zie Mosiah 26:13–14, 33–34, 38–39.) Hoe kunt u naar aanleiding van wat Alma overkwam lastige problemen in uw gezin of kerktaken aanpakken?

Zet ook alle leringen die God in Mosiah 26:15–32 aan Alma openbaarde eens op een rij. Dat kan verhelderend zijn. Alma kreeg zelfs bepaalde antwoorden waar hij niet direct om gevraagd had. Wat zegt dit over gebed en persoonlijke openbaring?

Alma de jonge had duidelijk een geestelijke wedergeboorte nodig. De zonen van Mosiah en hij waren namelijk ‘allerafschuwelijkste zondaars’, die overal rondgingen om ‘de kerk van God te vernietigen’ (Mosiah 28:4; 27:10). Maar Alma getuigde al snel na zijn bekering dat bekering voor iedereen weggelegd – en noodzakelijk – is: ‘Verwonder u niet’, zei hij, ‘dat het gehele mensdom moet worden wedergeboren’ (Mosiah 27:25; cursivering toegevoegd). Dat geldt uiteraard ook voor u.

Probeer uzelf in Alma’s positie te verplaatsen terwijl u Mosiah 27:8–37 leest. U probeert de kerk niet te vernietigen, maar ziet vast wel in wat u aan uzelf moet veranderen. Wie steunt u en bidt, net als Alma’s vader, ‘met veel geloof’ voor u? Waardoor bent u ‘van de macht en het gezag van God’ overtuigd geraakt? (Mosiah 27:14.) Welke ‘grote dingen’ heeft de Heer voor u of uw gezin gedaan die u dient te ‘bedenken’? (Mosiah 27:16.) Wat leert u uit de woorden en daden van Alma de jonge over de betekenis van wedergeboren zijn? Met dergelijke vragen kunt u nagaan hoe het met uw wedergeboorte gesteld is.

Zie ook Mosiah 5:6–9; Alma 36; ‘Conversion’ (Gospel Topics, topics.ChurchofJesusChrist.org).

Afbeelding

Alma de jonge wordt naar zijn vaders huis gedragen

U kent misschien een ouder in dezelfde situatie als Alma de oude, van wie een zoon of dochter destructieve keuzes maakt. Misschien bent u zelf zo’n ouder. Wat staat er in Mosiah 27:14, 19–24 waar u hoop uit kunt putten? Hoe gaat u door die verzen anders voor anderen bidden?

Wat waren de gevoelens van het volk van Mosiah nadat hij de kronieken van het volk van Zeniff en het volk van Alma aan hen voorgelezen had? Heeft uw gezin verslagen bijgehouden waar u uit kunt voorlezen? Misschien kunt u uw verslagen eraan toevoegen of een verslag gaan bijhouden. Wat zou u erin opnemen zodat uw familie (inclusief toekomstige generaties) zal worden ‘vervuld met buitengewoon grote vreugde’ en over ‘de onmiddellijke goedheid van God’ hoort? (Mosiah 25:8, 10.)

Waarom was het belangrijk dat het volk van Limhi indachtig bleef dat de Heer het uit knechtschap had bevrijd? Wat heeft de Heiland voor ons gedaan wat we indachtig moeten blijven?

Hoe kan iemand volgens deze verzen vergeving ontvangen?

Denk bij het lezen van deze verzen aan iemand voor wie u als gezin kunt bidden en vasten.

Help uw gezinsleden om zich de verhalen in deze hoofdstukken voor te stellen. Laat ze bijvoorbeeld tekeningen van de betrokken personen maken of het verhaal aan de hand van platen navertellen. Ze vinden het misschien ook leuk om het verhaal uit te beelden. Hoe kunnen ze de verandering uitbeelden die Alma en de zonen van Mosiah ondervonden?