Galaten

Paulus schreef de heiligen in Galatië toen hij vernam dat ze door valse leringen misleid werden. Een van die leringen was dat bekeerlingen uit andere volken zich moesten laten besnijden. Ze moesten zich ook aan andere tradities van de wet van Mozes houden om het heil te verwerven. Paulus noemde die tradities ‘een juk van slavernij’ (Galaten 5:1). Ze weerhielden de heiligen ervan om de wet van Christus volledig na te leven, die tot ware vrijheid voert. Welke raad van Paulus aan de Galaten doet u beter beseffen wat ware vrijheid is? Ga ook na onder welk juk van slavernij u gebukt gaat. Is er iets wat u ervan weerhoudt om te genieten van de vrijheid die het evangelie biedt? Hoe hebben Christus en zijn evangelie u ‘vrijgemaakt’ (Galaten 5:1)?

Zie ook 2 Nephi 2:27; 9:10–12.

Sommige heiligen in Galatië maakten zich zorgen dat ze geen letterlijke nakomelingen van Abraham waren. Ze waren bang dat ze de beloofde zegeningen aan Abraham, waaronder de verhoging, zouden mislopen. Wat maakt iemand volgens Galaten 3:7–9, 13–14, 27–29 tot ‘Abrahams nageslacht’? Voor meer informatie over de beloofde zegeningen aan Abraham en de zegeningen die wij als zijn nageslacht kunnen beërven, raadpleegt u de Gids bij de Schriften, ‘Abraham, verbond van’ en ‘Verbond van Abraham’, Trouw aan het geloof: evangeliewijzer, lds.org/manual/true-to-the-faith?lang=nld.

De profeet Joseph Smith heeft uitgelegd: ‘Wij geloven toch niet dat de ouden in alle eeuwen zo weinig van het hemelse systeem wisten als veel mensen denken? Want iedereen die ooit gered is, is door de macht van dit grote verlossingsplan gered, zowel vóór de komst van Christus als daarna. […] Abraham bracht offers, en toch werd het evangelie aan hem gepredikt.’ (‘The Elders of the Church in Kirtland to Their Brethren Abroad’, The Evening and the Morning Star, maart 1834, 143, josephsmithpapers.org.) De volgende Schriftteksten geven ook aan dat het evangelie van Jezus Christus ook vóór de aardse bediening van de Heiland gepredikt werd: Helaman 8:13–20; Mozes 6:50–66.

Als u deze verzen bestudeert, kunt u evalueren in hoeverre u door de Geest wandelt. Geniet u van de genoemde vrucht van de Geest in de verzen 22–23? Welke andere vruchten, of gevolgen, van geestelijk leven hebt u opgemerkt? Bedenk wat u moet doen om die vrucht verder te kweken. Hoe kan het kweken van deze vrucht uw belangrijkste relaties verbeteren?

Afbeelding

appels aan een boom

U probeert misschien wel door de Geest te wandelen, maar de beloofde vrucht lijkt uit te blijven. Lees Galaten 6:7–10 (vaak de wet van de oogst genoemd). Wat probeert de Heer u in deze verzen duidelijk te maken? Hoe kunt u aan de hand van deze verzen iemand aanmoedigen om het evangelie na te leven?

Zie ook Alma 32:28, 41–43; Leer en Verbonden 64:32–34.

Wat betekent ‘uit het geloof leven’? Hoe laat u als gezin zien dat u uit het geloof leeft?

Bespreek ter inleiding van Galaten 4 de verschillen tussen slaven en kinderen van een koning. Welke mogelijkheden of kansen heeft het kind van een koning die een slaaf niet heeft? Denk hierover na terwijl u samen de verzen 1–7 leest. Wat staat er in deze verzen over onze relatie met onze hemelse Vader?

Om de bespreking van Galaten 5:22–23 levendiger te maken, kunt u als gezin verschillende vruchten van een etiket voorzien met woorden waarmee Paulus de ‘vrucht van de Geest’ beschreef. Ieder gezinslid kiest er een uit, geeft er een definitie van en vertelt over iemand die een toonbeeld van die vrucht is. Bespreek hoe u de Geest in uw gezin kunt uitnodigen en die vrucht kunt kweken. Geniet na afloop samen van een vruchtensalade.

Het kan gebeuren dat iemand in uw gezin ‘onverhoeds tot enige overtreding komt’. Wat kunt u volgens Galaten 6:1 in zo’n situatie doen?

Als u ooit als gezin iets hebt gezaaid, kunt u met dat voorbeeld dit beginsel illustreren: ‘Wat de mens zaait, zal hij ook oogsten’ (vers 7). Of vraag uw gezinsleden naar hun favoriete vrucht of groente. Bespreek wat er bij komt kijken om een dergelijke plant of boom te kweken. (U kunt de foto in dit schema als visueel hulpmiddel gebruiken.) Praat vervolgens over de zegeningen waar uw gezin op hoopt en hoe u die zegeningen kunt ‘oogsten’.