Helaman 13–16

Vertel de kinderen dat wij woorden gebruiken om met elkaar te praten, maar dat de Heilige Geest kan communiceren door onze gevoelens. Laat ze hun hand op hun hart leggen telkens als u het woord ‘hart’ in Helaman 13:2–5 leest. Versier samen papieren hartjes met de woorden ‘De Geest spreekt tot mijn hart’.

Vertel de kinderen dat ze bij de bevestiging na hun doop de gave van de Heilige Geest zullen krijgen, waardoor ze kunnen weten wat onze hemelse Vader wil dat ze doen en zeggen. Bedenk samen wat de Heilige Geest hun zou kunnen zeggen, en vraag wat ze kunnen doen om gehoor te geven aan die influisteringen.

Toon de plaat van Samuel de Lamaniet in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Vertel de kinderen in eenvoudige bewoordingen wat er in Helaman 13–16 met hem gebeurde. U kunt ook ‘Hoofdstuk 40: Samuel de Lamaniet vertelt over Jezus Christus’ (Verhalen uit het Boek van Mormon, 111–113) gebruiken. Vraag de kinderen wat ze van Samuel de Lamaniet weten.

Zing met de klas ‘Samuël vertelt over het kindje Jezus’ of de zevende strofe van ‘Verhalen uit het Boek van Mormon’ (Kinderliedjes, 145, 62–63). Noem iets wat u in Samuel bewondert, en vraag de kinderen wat ze leuk vinden aan dit verhaal.

Zoek afbeeldingen van de tekens die Samuel in Helaman 14:2–7 en 20–25 voorspelde en verstop ze in het lokaal. Lees telkens een zinsnede die een van de tekens beschrijft, en laat de kinderen op zoek gaan naar de corresponderende afbeelding. Leg uit dat de Nephieten door deze tekens van Jezus Christus afwisten. Getuig dat alle profeten net als Samuel van Jezus Christus getuigen.

Bouw samen een kleine muur van blokken of boeken. Geef de kinderen beurtelings een speelgoedje of poppetje en laat ze daarmee doen alsof ze Samuel helpen de muur op te klimmen, zodat hij het volk over Jezus Christus kan prediken. (Zie ook de doe-pagina van deze week.) Lees enkele zinsneden in Helaman 16:1 en 5 die aangeven dat sommige mensen Samuel geloofden en zich lieten dopen. Lees enkele zinsneden in Helaman 16:2 en 6 die aangeven dat anderen Samuel niet geloofden en kwaad op hem waren. Getuig dat mensen die de profeet volgen gezegend worden.

Laat een plaat van de Heiland zien. Laat een kind de rol van de profeet spelen en de andere kinderen in de klas rondleiden. Zing met de klas intussen een paar strofen van ‘Volg de profeet’ (Kinderliedjes, 58–59) of een ander liedje over profeten. Laat het kind dat de rol van de profeet speelt de andere kinderen vervolgens naar de plaat van de Heiland leiden. Getuig dat als wij de profeet volgen, hij ons naar Jezus Christus zal leiden. Vertel wat de profeet onlangs zoal over Jezus heeft gezegd. Hoe kunnen we zijn raad opvolgen?

Toon een plaat van Samuel de Lamaniet (bijvoorbeeld in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen) en vraag de kinderen hoe Samuel wist wat hij moest zeggen toen hij op de stadsmuur stond te prediken. Laat ze in Helaman 13:2–4 naar het antwoord zoeken. Vertel over een situatie waarin de Heilige Geest u ingaf wat u van God moest doen of zeggen. Laat de kinderen over soortgelijke ervaringen vertellen.

Laat een foto zien van de levende profeet tijdens een toespraak in de algemene conferentie. Vertel de kinderen dat God de profeet vertelt wat hij ons moet zeggen, net zoals Hij Samuel vertelde wat hij de Nephieten moest zeggen. Praat met elkaar over dingen die de profeet heeft gezegd en die u of de kinderen hebben geïnspireerd.

Laat de ene helft van de klas Helaman 14:2–6 lezen en de tekens van Jezus’ geboorte tekenen. Laat de andere helft van de klas Helaman 14:20–28 lezen en de tekens van Jezus’ dood tekenen. Geef ze de kans elkaar hun tekeningen te laten zien. Lees samen Helaman 14:11–12 en vraag de kinderen waarom Samuel van deze tekens profeteerde. Hoe komen wij nu meer te weten over Jezus Christus?

Leg uit dat hedendaagse profeten net als Samuel de Lamaniet over Jezus Christus vertellen. Lees een uitspraak uit een recente conferentietoespraak waarin de levende profeet van Christus getuigt. Vraag de kinderen wat ze van de profeet over Jezus Christus hebben geleerd.

Lees Helaman 16:1 en 5 voor, en laat de kinderen opstaan als ze iets horen wat de mensen deden die de woorden van Samuel geloofden. Lees daarna de verzen 2 en 6, en laat de kinderen gaan zitten als ze iets horen wat de mensen deden die hem niet geloofden. Hoe kunnen we laten zien dat we de woorden van de levende profeet geloven?

Laat een foto van de levende profeet zien, en vraag de kinderen wat ze over hem weten. Vertel hoe u probeert zijn raad op te volgen en hoe dat u tot zegen is.