Helaman 7–12

Vertel de kinderen over een situatie waarin u iets belangrijks vergeten was. Vraag of ze weleens iets zijn vergeten. Lees Helaman 7:20 voor en leg uit dat de Nephieten ervoor hadden gekozen God te vergeten. De profeet Nephi wilde hen aan God herinneren. Stop afbeeldingen van manieren waarop de kinderen aan hun hemelse Vader en Jezus kunnen denken in een zak. Laat de kinderen beurtelings een afbeelding uitkiezen en vertellen hoe we elke dag aan God kunnen denken.

Help de kinderen met de doe-pagina van deze week.

Laat een plaat van Jezus Christus zien, en leg uit dat profeten als Nephi ons uitnodigen om Jezus te volgen. Lees voor wat in Helaman 8:22 over profeten wordt gezegd: ‘Zij hebben getuigd van de komst van Christus en hebben ernaar uitgezien en hebben zich verheugd op zijn dag die komen zal.’ Vertel de kinderen iets wat onze levende profeet over de Heiland heeft gezegd.

Zing met de klas een liedje over profeten, zoals ‘Volg de profeet’ (Kinderliedjes, 58). Kies een kernzin uit het liedje, en schrijf de woorden op aparte papieren voetafdrukken. Leg de voetafdrukken op de grond zodat ze naar een plaat van de Heiland leiden. Laat de kinderen de voetsporen volgen, en lees samen de woorden.

Lees Helaman 10:2, 11–12 en leg uit dat Nephi God gehoorzaamde. Laat de kinderen uitbeelden wat Nephi deed. Laat ze bijvoorbeeld naar een kant van de klas lopen (alsof ze naar huis gaan), blijven staan, zich omdraaien, en naar de andere kant van de klas lopen (alsof ze teruggaan om het volk te onderwijzen). Maak de kinderen duidelijk dat Nephi de Heer wilde gehoorzamen, ook al moest hij daarvoor iets moeilijks doen.

Zorg ervoor dat de kinderen begrijpen dat onze hemelse Vader van ons soms ook iets vraagt wat we liever niet doen, maar dat we Hem net als Nephi kunnen gehoorzamen. Zeg dingen als ‘Soms voel ik dat ik boos ga worden, maar mijn hemelse Vader wil dat ik…’, en laat de kinderen aanvullen. Moedig de kinderen aan om zich geregeld af te vragen wat hun hemelse Vader van hen verlangt, en dat ook te doen.

Laat de kinderen op het bord een lijstje maken van dingen die een profeet doet (zie ‘Profeet’, Gids bij de Schriften, scriptures.ChurchofJesusChrist.org). Laat ze in Helaman 7:1–2, 27–29; 8:22–23 en 10:3–4, 6–7 opzoeken welke dingen van hun lijstje Nephi deed. Wanneer zien we onze hedendaagse profeet die dingen doen? Geef uw getuigenis van de levende profeet.

Lees met de klas Helaman 11:3–7. U kunt ook ‘Hoofdstuk 39: Nephi krijgt grote macht’ (Verhalen uit het Boek van Mormon, 108–110) gebruiken. Vraag de kinderen wat er gebeurde met de mensen die niet naar de profeet luisterden. Wat zou er kunnen gebeuren als wij niet naar de profeet luisteren? Hoe worden we gezegend als we hem volgen? Vertel iets wat onze profeet heeft gezegd, en moedig de kinderen aan om te doen wat hij vraagt.

Lees met de klas Helaman 7:20–21 en vraag de kinderen wat God vergeten volgens hen betekent. Leg uit dat het woord vergeten ook verwaarlozen of negeren kan betekenen. Laat een plaat van de Heiland zien. Laat de kinderen tekenen welke dingen hun tijd in beslag kunnen nemen zodat ze de Heer vergeten. Zet hun tekeningen voor de plaat van Jezus. Vraag de kinderen wat ze elke dag kunnen doen om aan hun hemelse Vader en Jezus te denken. Neem bij elk antwoord een tekening weg tot de plaat van de Heiland weer helemaal zichtbaar is.

Help de kinderen met de doe-pagina van deze week.

Zorg dat de kinderen begrijpen wat overwegen of overleggen betekent. (Zie ‘Overwegen’, Gids bij de Schriften, scriptures.ChurchofJesusChrist.org.) Vraag de kinderen of ze nog andere synoniemen van overleggen kennen. Laat ze Helaman 10:1–3 lezen en de verschillende vormen van overleggen vervangen door hun woorden. Wat gebeurde er toen Nephi over de Schriften nadacht? (Zie Helaman 10:3–7.) Vertel over een gelegenheid waarbij u openbaring hebt ontvangen nadat u over een Schrifttekst, hedendaagse openbaring of een geestelijke ervaring had nagedacht.

Geef de kinderen de tijd om Helaman 10 te lezen, of lees het hoofdstuk samen. Moedig ze aan om een vers uit te zoeken waarover ze de komende week willen nadenken. Moedig ze aan om dat vers op een papiertje of kaartje te schrijven en het ergens te leggen waar het de komende week als een geheugensteuntje dient. In een komende les kunt u de kinderen de kans geven om te vertellen wat ze hebben geleerd door over het vers na te denken.