3 Nephi 27–4 Nephi

Laat de kinderen zeggen hoe ze heten. Waarom is onze naam belangrijk? Vertel dat de discipelen van Jezus wilden weten hoe ze de kerk van Christus moesten noemen. Lees in 3 Nephi 27:7 wat de Heiland antwoordde. Met welke naam moesten ze de kerk van Jezus aanduiden?

Maak voor elk kind een badge waarop staat: ‘Ik ben lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen’. Laat de kinderen hun badge mee naar huis nemen. Laat de kinderen hun badge inkleuren. Zing met de klas ‘De Kerk van Jezus Christus’ (Kinderliedjes, 48). Vertel waarom u dankbaar bent voor uw lidmaatschap van de kerk, en vraag de kinderen waarom ze dankbaar voor de kerk zijn.

Help de kinderen met de puzzel op de doe-pagina van deze week. Leg uit dat Jezus wil dat zijn kerk op zijn evangelie wordt gebouwd, en leg de kinderen aan de hand van de doe-pagina uit wat dat inhoudt.

Vraag de kinderen wat hen gelukkig maakt. Vertel de kinderen hoe gelukkig de mensen in 4 Nephi waren door kernzinnen uit de verzen 2–3 en 15–17 voor te lezen. U kunt ook ‘Hoofdstuk 48: Vrede in Amerika’ (Verhalen uit het Boek van Mormon, 136–137) gebruiken. Leg uit dat de mensen gelukkig waren omdat ze zich tot de Heer hadden bekeerd, de geboden naleefden en van elkaar hielden.

Laat afbeeldingen van gelukkige mensen zien. Vertel dat het volk in 4 Nephi bijna tweehonderd jaar lang gelukkig was omdat iedereen zijn best deed om het evangelie na te leven. Bedenk samen welke geboden de kinderen kunnen gehoorzamen. U kunt bijvoorbeeld 4 Nephi 1:15 voorlezen om ze te leren dat de mensen geen ruzie meer maakten. Laat de kinderen uitbeelden dat ze die geboden onderhouden. Zing samen een liedje over de vreugde die voortkomt uit het naleven van het evangelie, zoals ‘And’ren helpen’ (Kinderliedjes, 108).

Lees zinsneden uit 4 Nephi 1:24–29, 34–35 en 43 waarin staat wat er gebeurde toen sommige Nephieten de geboden niet meer onderhielden. Laat de kinderen terwijl u leest verdrietig kijken als ze iets horen wat ongelukkig klinkt. Getuig dat de geboden naleven tot geluk leidt.

Zoek samen in 3 Nephi 27:3 welke vraag Jezus’ discipelen Hem stelden. Laat de kinderen in 3 Nephi 27:5–8 het antwoord opzoeken. Waarom is de naam van de kerk volgens deze verzen belangrijk?

Bedenk samen met de kinderen tot welke groepen ze horen, zoals hun gezin of hun jeugdwerkklas. Laat ze vertellen wat ze er leuk aan vinden om tot die groepen te horen. Laat de kinderen u helpen om elk woord van de naam van de kerk op afzonderlijke vellen papier te schrijven. Doe de vellen door elkaar en laat de kinderen ze weer op volgorde leggen. Welke zegeningen hebben wij ontvangen doordat we lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zijn?

Het woord evangelie komt van een Grieks woord dat ‘blijde boodschap’ betekent. (Zie Bible Dictionary, ‘Gospels’.) Zoek samen met de kinderen in 3 Nephi 27:13–15 naar iets wat op een blijde boodschap lijkt. Waarom zijn we dankbaar dat we het evangelie van Jezus Christus kennen?

Schrijf op het bord evangeliebeginselen als geloof, bekering, doop, de Heilige Geest en volharden tot het einde. Laat de kinderen in 3 Nephi 27:19–21 zoeken naar deze of soortgelijke woorden in Jezus’ beschrijving van zijn evangelie.

Laat de kinderen zich voorstellen dat een vriendje hun vraagt wat zij als lid van de kerk geloven. Zoek samen in 3 Nephi 27:13–21 naar waarheden waarmee ze ons geloof kunnen samenvatten.

Laat de kinderen een van de evangeliewaarheden die de Heiland in 3 Nephi 27:13–21 noemde, uitkiezen om er meer over te weten te komen. Laat ze in de voetnoten of de Gids bij de Schriften zoeken naar een of twee Schriftteksten over die waarheid. Moedig de kinderen aan om elkaar te vertellen welke Schrifttekst ze hebben gevonden en wat ze hebben geleerd. Waarom zijn we dankbaar dat we het evangelie van Jezus Christus kennen?

Maak vooraf strookjes papier met zinsneden uit 4 Nephi 1:2–3, 5 en 15–17 die beschrijven welke zegeningen de mensen ontvingen. (Bijvoorbeeld: ‘er was geen twist in het land’.) Leg de strookjes in een bakje, en laat elk kind er eentje uithalen en voorlezen. Laat de kinderen in bovenstaande verzen uit 4 Nephi op zoek gaan naar hun zinsnede. Wat kunnen ze eruit leren? Welke overeenkomsten zijn er tussen deze verzen en de definitie van Zion in Mozes 7:18?

Bedenk situaties waarin mensen kwaad op elkaar zijn om de kinderen te laten oefenen op wat er in 4 Nephi 1:15–16 wordt gezegd. Laat ze een rollenspel spelen waarin de situatie ‘zonder twist’ verloopt. Hoe komt het dat het makkelijker is om twist te vermijden als we de ‘liefde van God’ in ons hart hebben?

Lees samen de volgende verzen, en laat de kinderen opzoeken waarom de Nephieten en Lamanieten geen vrede en geluk meer hadden: 4 Nephi 1:20, 24–29, 34–35 en 43. Hoe kunnen wij die gevaren vermijden? Laat de kinderen Leringen van kerkpresidenten: Ezra Taft Benson (2014), 253–255 doornemen en opzoeken hoe we hoogmoed kunnen vermijden.