Kom dan en volg Mij
2–8 november. Mormon 7–9: ‘Ik spreek tot u alsof u aanwezig bent’


‘2–8 november. Mormon 7–9: “Ik spreek tot u alsof u aanwezig bent”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)

‘2–8 november. Mormon 7–9’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020

Afbeelding
Moroni schrijft op de gouden platen

Moroni schrijft op de gouden platen, Dale Kilborn

2–8 november

Mormon 7–9

‘Ik spreek tot u alsof u aanwezig bent’

Bekijk de ingevingen die u deze week tijdens uw persoonlijke Schriftstudie van Mormon 7–9 hebt opgeschreven. Welke passages uit deze hoofdstukken zijn volgens u het zinvolst om in de klas te bestuderen?

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Om uw klasleden de kans te geven iets over hun persoonlijke of gezinsstudie te vertellen, spoort u ze aan Mormon 7–9 vluchtig door te nemen en een zin of vers voor te lezen waarvoor ze Mormon en Moroni dankbaar zijn dat ze het op de platen hebben gezet.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Mormon 7:8–10; 8:12–22; 9:31–37

Het Boek van Mormon is van grote waarde.

  • Een manier om aan een bespreking over de grote waarde van het Boek van Mormon te beginnen, is door eerst klassikaal te bespreken hoe we de waarde van een voorwerp bepalen. In welk opzicht verandert ons gebruik van een voorwerp als we de waarde ervan kennen? Laat uw klas in Mormon 8:12–22 nagaan wat Moroni over de waarde van het Boek van Mormon (‘deze kroniek’) zei. Bespreek dat. Ze kunnen ook over persoonlijke ervaringen vertellen die hun de waarde van het Boek van Mormon hebben bijgebracht. Hoe kunnen we laten zien dat we het Boek van Mormon waarderen?

    Afbeelding
    exemplaren van het Boek van Mormon in verschillende talen

    Het Boek van Mormon verduidelijkt wat er in de Bijbel wordt onderwezen.

  • Om uw klasleden te laten inzien hoe het Boek van Mormon en de Bijbel elkaar ondersteunen, laat u ze Mormon 7:8–10 lezen en Mormons beschrijving van de twee kronieken in hun eigen woorden samenvatten. (‘De kroniek die van de Joden tot de andere volken […] zal komen’ slaat op de Bijbel.) Teken een venndiagram op het bord en noem de ene helft de Bijbel en de andere het Boek van Mormon. Uw klasleden kunnen de overeenkomsten tussen de twee Schriften in de doorsnede noteren en de verschillen in de andere delen. (De video ‘Bible and Book of Mormon’ op ChurchofJesusChrist.org is verhelderend.) U kunt ook enkele evangeliebeginselen op het bord zetten en uw klasleden in de Gids bij de Schriften laten zoeken naar verzen in het Boek van Mormon en de Bijbel waardoor ze die beginselen beter begrijpen.

Mormon 8:1–11

We kunnen trouw zijn, zelfs als we alleen zijn.

  • Sommige mensen in uw les voelen zich misschien eenzaam in hun evangeliebeleving. Wat kunnen ze uit het voorbeeld van Moroni halen waar ze iets aan zouden kunnen hebben? Laat uw klasleden Mormon 8:1–11 lezen, en vragen bedenken die ze Moroni zouden willen stellen om te ontdekken hoe hij ondanks zijn moeilijke omstandigheden trouw bleef. Wat inspireert hen in zijn voorbeeld? Vraag ze hun bevindingen te bespreken. Moedig uw klasleden aan om persoonlijke ervaringen aan te halen waarin zij, of mensen die ze kennen, trouw zijn gebleven, zelfs als ze zich alleen voelden. Hoe heeft de Heer ze geholpen?

Mormon 8:26–41; 9:1–30

Het Boek van Mormon is voor onze tijd geschreven.

  • Nu u het einde van deze studie van het Boek van Mormon nadert, kunnen de deelnemers aan de les stilstaan bij de vraag waarom zij denken dat dit boek voor onze tijd geschreven is. Begin aan deze bespreking door de uitspraak van president Ezra Taft Benson in de ‘Bijkomende leermiddelen’ te lezen. Uw klas kan dan de vragen van president Benson op Mormon 8:26–41 toepassen. Waarom inspireerde de Heer Moroni om deze woorden in de kroniek op te nemen? Hoe zijn zij ons tegenwoordig van nut?

  • Zoals in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen staat, bevat Mormon 9:1–30 de reactie van Moroni op het gebrek aan geloof in Jezus Christus in onze tijd. Verdeel uw klas in drie groepen en vraag elke groep om in de volgende verzen raadgevingen op te zoeken waar ze wat aan kunnen hebben: 1–6 (de gevolgen van niet in Christus geloven), 7–20 (het belang van in een God van openbaring en wonderen geloven), en 21–30 (de raad die Moroni ons geeft).

  • Hoewel Mormon 9:1–6 is geschreven aan ‘hen die niet in Christus geloven’, kan het zinvol zijn dat ieder van ons zich voorstelt dat we op een dag voor God staan om geoordeeld te worden. Laat uw klasleden deze verzen lezen en daarbij letten op woorden en zinsneden die beschrijven hoe de goddelozen zich op die dag zullen voelen. Hoe kunnen wij dergelijke gevoelens vermijden? Door het verhaal dat president Boyd K. Packer in de ‘Bijkomende leermiddelen’ vertelt, krijgen de klasleden meer inzicht.

  • Veel mensen geloven tegenwoordig dat wonderen niet meer bestaan. Hoe kunt u aan de hand van Moroni’s leringen het geloof van uw klasleden in een God ‘van wonderen’ laten groeien? Vraag uw klasleden om Mormon 9:7–26 te bestuderen en op de wonderen te letten waar Moroni ons in wilde laten geloven. Wat leren we uit deze verzen over God en het werk dat Hij in onze tijd verricht? Wat moeten we doen zodat God wonderen kan verrichten? (Zie Mormon 9:20–21.) Welke wonderen hebben wij waargenomen?

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Vragen uw klasleden zich soms af hoe ze hun geloof in hun hemelse Vader en Jezus Christus kunnen vergroten? Vraag ze dan in Ether 1–5 op manieren te letten om hun geloof te laten groeien.

Afbeelding
Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Het Boek van Mormon is voor onze tijd geschreven.

President Ezra Taft Benson heeft gezegd:

‘De Nephieten hadden het boek niet, noch de Lamanieten vanouds. Het is voor ons bedoeld. […]

‘De belangrijkste schrijvers in het Boek van Mormon hebben getuigd dat zij voor toekomende geslachten schreven [Zie 2 Nephi 25:21; Jakob 1:3; Mormon 7:1; 8:34–35]. […]

‘Als zij onze tijd hebben gezien en die dingen hebben uitgekozen die voor ons de meeste waarde hebben, blijkt daar dan niet uit hoe wij het Boek van Mormon moeten bestuderen? Wij behoren ons voortdurend af te vragen: Waarom heeft de Heer Mormon (of Moroni of Alma) geïnspireerd om dit in zijn kroniek op te nemen? Welke les kan ik hieruit leren die mij in deze tijd helpt?’(‘The Book of Mormon–Keystone of Our Religion’, Ensign, november 1986, 6.)

We kunnen vlekkeloos worden.

President Boyd K. Packer heeft verteld dat hij als jongeman in het leger zes dagen met zijn andere militairen in een warme, rokerige vrachttrein reisde. Er was geen gelegenheid om te baden of hun kleding te verschonen. Toen de trein stopte, gingen de hongerige soldaten naar een restaurant.

‘Het was er vol, dus gingen we in de lange rij staan wachten op zitplaatsen. Ik was als eerste aan de beurt, na enkele netjes geklede vrouwen. Zonder zelfs maar om te kijken merkte de deftige dame voor mij dat wij er waren.

‘Ze draaide zich om en keek naar ons. Toen draaide ze zich nogmaals om en bekeek mij van top tot teen. Ik stond daar in een bezweet, vies, met as bedekt, gekreukt uniform. Met een toon van afschuw in haar stem zei ze: “Lieve help, wat een slordig stel mannen!” Alle ogen werden op ons gericht.

‘Ongetwijfeld wenste ze dat wij daar niet stonden; ik deelde die wens. Ik voelde me net zo vies als ik eruitzag, was slecht op mijn gemak en schaamde me.’

President Packer haalde vervolgens Mormon 9:4 aan en vergeleek zijn ervaring met geestelijk onrein in de tegenwoordigheid van God komen. Hij getuigde dat de verzoening van Jezus Christus de enige manier was om geestelijk rein te worden door te zeggen:

‘Kunt u zich voorstellen hoe ik me voelde toen ik eindelijk inzag dat ik, als ik me hield aan de voorwaarden die de Verlosser heeft gesteld, nooit de kwelling van geestelijke onreinheid zou hoeven ondergaan? Denkt u zich eens in wat een troostrijk, bevrijdend, opbeurend gevoel u krijgt als u inziet dat de verzoening een realiteit is, en welke praktische waarde die voor u heeft.’ (‘Washed Clean’, Ensign, mei 1997, 9–10.)

Ons onderwijs verbeteren

Bid voor de mensen in uw klas. Heeft iemand in uw klas het moeilijk? U kunt er, net als de Heiland die in Lukas 22:31–32 voor Petrus bad, om bidden dat uw klasleden gesterkt worden. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 6.)