Seminarie
Kerkleerbeheersing: Jakobus 2:17–18


Kerkleerbeheersing: Jakobus 2:17–18

‘Als [geloof] geen werken heeft, [is het] in zichzelf dood’

Afbeelding
two young men sharing Book of Mormon

In een vorige les heb je geleerd dat ons geloof in Jezus Christus blijkt uit onze rechtschapen daden. In deze les ga je de tekstverwijzing en kerngedachte van Jakobus 2:17–18 uit het hoofd leren, de leer uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op praktijksituaties toepassen.

De cursisten duidelijk maken dat hun bijdragen waardevol en essentieel zijn. Zoek naar manieren om ervoor te zorgen dat iedere cursist zich gewaardeerd en aanvaard voelt, en weet dat zijn of haar bijdragen de klas tot zegen zijn. Bedank de cursisten voor hun deelname en laat ze weten dat u het op prijs stelt dat ze actief aan de les deelnemen.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten nadenken over een evangeliebeginsel waarin ze geloven, maar waarmee ze in de praktijk moeite hebben. Laat de cursisten zich afvragen wat ze ervan weerhoudt om naar dat beginsel te handelen.

Mogelijke leeractiviteiten

Deze les kerkleerbeheersing wordt gegeven na ‘Jakobus 2’, de contextuele les voor de Schrifttekst kerkleerbeheersing Jakobus 2:17–18 . Als deze les kerkleerbeheersing naar een andere week moet worden verplaatst, zorg dan dat u de bijbehorende contextuele les ook in die week geeft.

Uit het hoofd leren en uitleggen

Help de cursisten om de tekstverwijzing en kerngedachte van Jakobus 2:17–18 uit het hoofd te leren en uit te leggen. De volgende activiteit is één manier om dat te doen.

Schrijf Jakobus 2:17–18, Als [geloof] geen werken heeft, [is het] in zichzelf dood op een vel papier met enige ruimte tussen elk woord. Zeg deze tekstverwijzing en kerngedachte op. Knip vervolgens elk woord en elk nummer apart uit, hussel ze door elkaar en leg ze weer in de juiste volgorde. Zeg de Schrifttekst en de verwijzing nog een keer op. Herhaal deze procedure tot je de tekstverwijzing en kerngedachte uit het hoofd kunt opzeggen zonder hulp van papiertjes.

Als het beter voor uw klas werkt, kunt u enkele sets van deze blaadjes vóór de les in stukken knippen en elke set in een envelop doen zodat de cursisten er individueel, in groepjes of met een klasgenoot mee kunnen werken.

Herinner je bij het lezen van Jakobus 2:17–18 uit de vorige les het beginsel dat waar geloof in Jezus Christus rechtschapen handelen vereist.

  • Hoe kun je deze waarheid zo uitleggen dat iemand anders gemotiveerd wordt om naar zijn of haar geloof te handelen?

Praktische toepassing

Bekijk de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis. Vat vervolgens voor elk beginsel de betekenis ervan in één zin in je eigen woorden samen. Neem indien nodig alinea 5–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022) door.

  1. In geloof handelen.

  2. Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken.

  3. Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen.

Het kan moeilijk zijn om in overeenstemming met ons geloof te handelen. Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Wat we weten, wordt niet altijd weerspiegeld in wat we doen.’ (‘Thuis ijveriger zijn en meer betrokken’, Liahona, november 2009, 17.) Bedenk bij het lezen van de volgende scenario’s redenen waarom we niet altijd handelen naar de evangeliebeginselen die we kennen.

  • Een jongevrouw wil elke dag in de Schriften lezen. Soms verliest ze haar motivatie als ze niet begrijpt wat ze leest of er geen betekenis in vindt.

  • Een jongevrouw betaalde als kind trouw tiende. Nu ze ouder is en een vaste baan heeft, is het bedrag aan tiende dat van haar verwacht wordt meer dan ze ooit heeft gegeven, en vindt ze het moeilijker te betalen.

  • Een jongeman verdiept zich al jaren in Jezus Christus en zijn verzoening. Hij gelooft dat Jezus voor de zonden van de mensheid heeft geleden en dat zijn zonden vergeven kunnen worden. Hij had in het verleden een zinvolle ervaring met bekering. Er zijn echter lange periodes in zijn leven waarin hij niet aan bekering denkt.

Kies een van de bovenstaande situaties, of bedenk een ander evangeliebeginsel waarin je gelooft, maar waarmee je in de praktijk moeite hebt. Schrijf op hoe jij of de persoon in je gekozen situatie de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis kan gebruiken om hiermee om te gaan.

Als je hulp wilt bij het toepassen van deze beginselen op de situatie die je hebt gekozen, zou je een of meer van de volgende vragen kunnen beantwoorden.

Beginsel 1: In geloof handelen

  • Met welk evangeliebeginsel heb je in het verleden in geloof gehandeld?

  • Wat heb je uit die ervaring over Jezus Christus geleerd dat je in deze situatie kan helpen?

Beginsel 2: Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken

  • Hoe zou onze hemelse Vader naar deze situatie kijken? Op welke manieren zou Hij kunnen helpen?

  • Hoe kan handelen naar dit beginsel tot zegeningen leiden, in het hier en nu en in de eeuwigheid?

Beginsel 3: Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen

  • Hoe kan Jakobus 2:17–18 in deze situatie van nut zijn? Welke andere Schriftteksten of conferentietoespraken kunnen je helpen dit beginsel beter te begrijpen en gemotiveerd te raken om daarnaar te leven? (Zie bijvoorbeeld Alma 32:27–28 .)

  • Het kan vaak helpen om deze kwesties met een goede vriend(in), familielid of kerkleid(st)er te bespreken. Met wie zou de Heer willen dat je deze situatie bespreekt?

Zorg voor een sfeer waarin de cursisten zich veilig voelen om hun gedachten en zorgen te bespreken. Laat enkele cursisten een of meer manieren noemen waarop ze de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis in hun situatie zouden gebruiken, zonder iets te persoonlijks te vertellen. Stel zo nodig vervolgvragen als ‘Waarom zou dat beginsel helpen?’ en ‘Heeft iemand anders in de klas inzichten of ervaringen die in deze situatie kunnen helpen?’

Denk even na over wat je in deze les hebt geleerd. Als je een evangeliebeginsel hebt gevonden waarmee je zelf moeite hebt, evalueer dan eerlijk of je er op dit moment naar wilt handelen. Als je er nu niet naar wilt handelen, denk dan aan de obstakels die je in de weg staan en hoe de Heer je kan helpen.

Het kan helpen om de vragen in de bovenstaande alinea klassikaal te bespreken. Getuig dat de Heer altijd bereid is om te helpen en dat we zegeningen ontvangen als we in geloof in Jezus Christus handelen.

Herhaling kerkleerbeheersing

Help de cursisten in een toekomstige les deze Schrifttekst kerkleerbeheersing en de kerngedachte van de Schriften nog eens door te nemen. U kunt de cursisten kort met een klasgenoot naar de tekstverwijzing en kerngedachte van de Schrifttekst laten kijken: ‘Jakobus 2:17–18: Als [geloof] geen werken heeft, [is het] in zichzelf dood.’ Laat ze om de beurt één woord of getal zeggen. De eerste cursist zegt dus ‘Jakobus’, de tweede cursist ‘twee’ enzovoort. Ze kunnen zo verder gaan totdat ze de hele tekstverwijzing en kerngedachte hebben opgezegd. Vervolgens kan de ander het eerste woord zeggen en kunnen ze de oefening herhalen.

Aanvullende leeractiviteit 

Naast de twee vragen die volgen op ‘Beginsel 3: Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen’, kunt u de cursisten enkele minuten de tijd geven om in de Evangeliebibliotheek op ChurchofJesusChrist.org onderwerpen te zoeken over het scenario dat ze hebben gekozen (zoals Schriftstudie, tiende of bekering). Wat ze daar leren, kunnen ze vervolgens verwerken in hun antwoord op het gekozen scenario.