Romeinen 7–12

Thomas is lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Hij wil Jezus Christus wel volgen, maar heeft het gevoel dat hij dat meestal niet zo goed doet als hij zou moeten. Vaak voelt hij zich schuldig vanwege zijn zwakheden en hij maakt zich zorgen dat hij nooit goed genoeg zal zijn.

Herken je jezelf in de gevoelens van Thomas?

• Wat voor effect kunnen deze gevoelens hebben op je relatie met je hemelse Vader en Jezus Christus, en met andere mensen?

• Waarom is het belangrijk om je hemelse Vader en Jezus Christus om hulp te vragen met het overwinnen van je zwakheden en tekortkomingen?

President Russell M. Nelson heeft gezegd dat ‘de Heer onze sterfelijke zwakheid [begrijpt]. We wankelen allemaal weleens. Maar Hij kent ook ons grote potentieel.’ (‘Christus is opgestaan – met geloof in Hem kunt u bergen verzetten’, Liahona, mei 2021, 102.) Houd de woorden van president Nelson bij je studie van deze les in gedachten. Let op leringen die je kunnen helpen als je sterfelijke zwakheden tegenkomt. Bedenk hoe deze leringen je vertrouwen in de hulp en macht van Jezus Christus kunnen versterken.

De apostel Paulus worstelde ook met gevoelens van zwakheid en de strijd tussen het ‘vlees’ ( Romeinen 7:18), oftewel onze lichamelijke begeerten, en de ‘innerlijke mens’ ( vers 22), oftewel onze geestelijke instelling.

Lees Romeinen 7:14, 18–19, 24–25 , zowel in de Bijbel als in de Bijbelvertaling van Joseph Smith. Let op woorden en zinsneden waaruit Paulus’ gedachten en gevoelens blijken. Je kunt wat je vindt eventueel markeren. Houd in gedachten dat ‘deze dood’ in vers 24 verwijst naar de geestelijke dood, oftewel het van God gescheiden zijn, die het gevolg is van de zonde.

• Kun je overeenkomsten noemen tussen de gedachten en gevoelens die Paulus beschrijft en wat je zelf misschien weleens ervaart?

• Welke waarheden onderwees Paulus?

Een waarheid die je wellicht uit deze verzen hebt gehaald, is dat Jezus Christus ons uit de gevangenschap van de zonde kan bevrijden. Schrijf deze waarheid eventueel in de kantlijn van Romeinen 7:24–25 .

• Waarom zou deze waarheid je, net als Paulus, hoop kunnen geven als je met je zwakheden worstelt?

Het Boek van Mormon is een krachtig hulpmiddel om waarheden in de Bijbel beter te begrijpen (zie 1 Nephi 13:40 ; 2 Nephi 3:12).

In 2 Nephi 4 zegt Nephi bijvoorbeeld soortgelijke dingen als Paulus in Romeinen 7 .

Lees 2 Nephi 4:17–20, 26–32 en ga na hoe Nephi soortgelijke gevoelens als Paulus noemde.

• Welke woorden of zinsneden van Nephi spraken je het meeste aan? Waarom?

• Op welke manier helpen Nephi’s leringen je om je dichter bij je hemelse Vader en Jezus Christus te voelen wanneer je met zwakheden worstelt of aan jezelf twijfelt?

Net zoals 2 Nephi 4 meer inzicht gaf in wat Paulus in Romeinen 7 zegt, zijn er nog veel andere verzen in het Boek van Mormon waardoor je de leringen van Paulus beter gaat begrijpen.

Oefen het gebruik van het Boek van Mormon om de leringen van Paulus beter te begrijpen door twee of meer van de volgende passages uit Romeinen te lezen. Vergelijk die vervolgens met de corresponderende passages uit het Boek van Mormon (of zoek zelf met behulp van de Gids bij de Schriften naar verzen in het Boek van Mormon die daaraan verwant zijn). Ga na op welke manier de verzen in het Boek van Mormon de waarheden in Romeinen bevestigen of verduidelijken.

• In welke opzichten hebben de verzen uit het Boek van Mormon je geholpen de leringen van Paulus in Romeinen beter te begrijpen?

Denk na over je ervaring dat het Boek van Mormon je bij het bestuderen van de Bijbel heeft geholpen. Probeer voortaan steeds het Boek van Mormon te gebruiken bij je studie van het Nieuwe Testament.

Als lid van het Eerste Presidium heeft president Dieter F. Uchtdorf gezegd:

Afbeelding

Official portrait of Elder Dieter F. Uchtdorf of the Quorum of the Twelve Apostles, 2006. Called as Second Counselor in the First Presidency, 3 February 2008. Made official portrait in 2008 replacing portrait taken in 2004.

Veel mensen zijn ontmoedigd omdat ze voortdurend tekortschieten. Zij weten uit eigen ervaring dat ‘de geest wel gewillig [is], maar het vlees […] zwak’ [ Mattheüs 26:41 ]. Zij verheffen met Nephi hun stem en zeggen: ‘Mijn ziel rouwt wegens mijn ongerechtigheden’ [ 2 Nephi 4:17 ]. […]

Als ik bedenk wat de Heiland voor ons in de aanloop naar die eerste paaszondag heeft gedaan, wil ik mijn stem verheffen en de allerhoogste God en zijn Zoon, Jezus Christus, lof bezingen!

De poort van de hemel is ontsloten!

De vensters van de hemel zijn opengezet!

Gods genade staat allen die een gebroken hart en een berouwvolle geest hebben nu en voor altijd ter beschikking [zie 3 Nephi 9:19–20 ]. Jezus Christus heeft de weg vrijgemaakt zodat wij tot hoogten kunnen stijgen die het sterfelijk verstand niet kan bevatten [zie 1 Korinthe 2:9 ].

(Dieter F. Uchtdorf, ‘De gave van genade’, Liahona, mei 2015, 110.)

In de video ‘Are We Christians?’ (tijdcode 0:00 tot 2:15) beschrijft ouderling Gary J. Coleman, destijds lid van de Zeventig, hoe het Boek van Mormon hem hielp om waarheden beter te begrijpen en zijn christen-zijn te bevestigen. Deze video staat op ChurchofJesusChrist.org.

President Harold B. Lee (1899–1973) heeft dat als volgt uitgelegd:

Afbeelding

Head and shoulders portrait of LDS Church President Harold B. Lee.

Onze eeuwige hemelse Vader, die Zich altijd bekommert om het geestelijk welzijn van zijn kinderen, [heeft] ons een Schriftuurlijke pendant, het Boek van Mormon, gegeven ter verdediging van de waarheden van de Bijbel die de profeten op aanwijzing van de Heer schreven en spraken. […]

Door deze tweede getuige leren we de betekenis van de leringen van de vroegere profeten met meer zekerheid kennen, ja, en die van de Meester zelf en van zijn discipelen, die zij gedurende hun leven onder de mensen predikten. Dat zou alle oprechte zoekers naar waarheid moeten inspireren om deze twee heilige Schriften bij elkaar te voegen, die als één boek te bestuderen en, net als wij, begrip te krijgen van hun onderlinge relatie.

(Harold B. Lee, Ye Are the Light of the World [1974], 89, 91.)

Romeinen 10:1–13 wordt vaak aangehaald om de positie te verdedigen dat we alleen de naam van Jezus Christus hoeven aan te roepen om te worden gered. De Heiland heeft deze leer echter specifiek tegengesproken toen Hij zei: ‘Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is’ ( Mattheüs 7:21).

Bovendien benadrukte Paulus eerder in zijn brief aan de Romeinen het belang van de verordening van de doop (zie Romeinen 6:1–6) en sprak hij ook over het belang van goede werken en een verandering van hart (zie Romeinen 2:1, 3, 6–13, 25–29).

Verder zou ook het woord ‘belijdt’ in Romeinen 10:9 kunnen worden vertaald met ‘zich verbinden’, en zou ‘aanroepen’ in Romeinen 10:13 kunnen worden vertaald met ‘zich een bijnaam laten geven, naar iemand genoemd worden’. (Zie James Strong, The New Strong’s Exhaustive Concordance of the Bible, te vinden in http://lexiconcordance.com/greek/3670.html; http://lexiconcordance.com/greek/1941.html.) Deze woorden zouden kunnen verwijzen naar verbonden sluiten en de naam van Christus op ons nemen, wat overeenkomt met andere leringen van Paulus (zie Galaten 3:27 ; Romeinen 6:14–22) en andere verwante gedeelten in het Boek van Mormon, zoals Mosiah 5:1–9 .