2010
Het spreekgestoelte in het Conferentiecentrum
September 2010


Wist je?

Het spreekgestoelte in het Conferentiecentrum

Van president Gordon B. Hinckley (1910–2008), ‘Als getuigenis in de hele wereld’, Liahona, juli 2000, p. 6.

Het spreekgestoelte in het Conferentiecentrum heeft een uniek verhaal. Hier volgen de woorden van president Gordon B. Hinckley daarover:

‘Ik houd van bomen. Toen ik klein was, brachten we de zomer door op een fruitkwekerij. We plantten elk jaar in dit seizoen bomen. Ik heb volgens mij sinds mijn huwelijk nooit een voorjaar met bomen planten overgeslagen, afgezien van twee of drie jaren dat we niet in de stad waren. (…)

‘Zo’n 36 jaar geleden plantte ik een zwarte walnotenboom. Hij stond in een dicht beplant deel van de tuin en groeide recht omhoog naar het zonlicht. Om de een of andere reden ging de boom vorig jaar dood. Maar walnotenhout is een kostbare grondstof voor meubels. Ik belde broeder Ben Banks van de Zeventig, die voordat hij voltijds werkzaam werd in de kerk een handel in hardhout had gevoerd. Hij nam zijn twee zoons mee, de een bisschop en de ander onlangs ontheven als bisschop, die de zaak nu leiden, om naar de boom te kijken. Voor zover zij konden zien was het stevig, goed en prachtig hout. Een van hen stelde voor om er een spreekgestoelte voor deze zaal van te maken. Dat idee maakte mij enthousiast. De boom werd omgezaagd en in tweeën gesplitst. Daarna volgde het droogproces, eerst natuurlijk en daarna in een oven. De twee halve stammen werden in planken gezaagd in een zagerij in Salem (Utah, VS). Daarna werden de planken naar het houtbewerkingsbedrijf Fetzer gebracht waar ambachtslieden dit prachtige spreekgestoelte bouwden van het hout.

‘Het eindproduct is prachtig. Ik zou willen dat u het allemaal van dichtbij kon bekijken. Het is een prachtig staaltje vakmanschap. En hier sta ik nu tot u te spreken vanaf de boom die in mijn achtertuin groeide, waar mijn kinderen speelden en ook opgroeiden.

‘Ik heb er een emotionele band mee. Ik heb nog een paar zwarte walnotenbomen geplant. Ik ben er al lang niet meer als die groot geworden zijn. Maar als die dag gekomen is en dit prachtige spreekgestoelte oud is geworden, misschien is een ervan dan goed genoeg om dit te vervangen. Ik ben ouderling Banks en zijn zoons, Ben en Bradley, en de ambachtslieden die dit hebben ontworpen en gebouwd, erg dankbaar dat zij het mogelijk hebben gemaakt om een kleine herinnering aan mij te hebben in deze geweldige zaal waar de stem van de profeten de hele wereld in zal gaan tot een getuigenis van de Verlosser van de mensheid.’