2010–2019
Het eeuwig alledaagse
Oktober 2017


Het eeuwig alledaagse

Een nederige kijk op onszelf en Gods doeleinden voor ons is essentieel.

Sinds mijn zending in Engeland hou ik van Britse humor. Zelfspot en een bescheiden levenshouding zijn daarin kenmerkend. Neem bijvoorbeeld de manier waarop ze de zomer beschrijven. Britse zomers zijn relatief kort en grillig. Een auteur schreef eens onderkoeld: ‘Ik hou van de Britse zomer, het is mijn lievelingsdag van het jaar.’1 Een van mijn favoriete Britse stripfiguren was afgebeeld in haar bed terwijl ze op een ochtend laat wakker werd en tegen haar honden uitriep: ‘Lieve hemel! Volgens mij hebben we ons verslapen en de zomer gemist.’2

In deze humor schuilt een analogie met ons leven op deze prachtige aarde. De Schriften geven duidelijk aan dat ons kostbare aardse bestaan zeer kort is. Vanuit een eeuwig perspectief is onze tijd op aarde zo kortstondig als een Britse zomer, zou je kunnen zeggen.3

Soms worden de doeleinden en het bestaan van de mens zelf in zeer bescheiden termen geformuleerd. De profeet Mozes was opgegroeid in wat sommigen nu bevoorrechte omstandigheden zouden noemen. In de Parel van grote waarde staat dat de Heer Mozes bij de voorbereiding op zijn taak als profeet de wereld en alle mensenkinderen toonde die worden en zijn geschapen.4 Mozes reageerde enigszins onthutst: ‘Nu weet ik dat de mens niets is, hetgeen ik nimmer heb verondersteld.’5

Daarop verklaarde God, mogelijk om eventuele nietswaardige gevoelens van Mozes weg te nemen, zijn ware doeleinden: ‘Want zie, dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.’6

We zijn allemaal gelijk voor God. Zijn leer is duidelijk. In het Boek van Mormon staat: ‘Allen zijn voor God gelijk’, zowel ‘zwarte en blanke, geknechte en vrije, man en vrouw.’7 Bijgevolg zijn allen uitgenodigd om tot de Heer te komen.8

Iemand die superioriteit claimt volgens het plan van de Vader vanwege kenmerken zoals ras, geslacht, nationaliteit, taal of economische omstandigheden, is moreel fout. Hij of zij begrijpt de ware doeleinden van de Heer voor alle kinderen van de Vader niet.9

Helaas zien we tegenwoordig in vrijwel alle lagen van de samenleving dat eigendunk en arrogantie opgehemeld worden, terwijl er op bescheidenheid, nederigheid en verantwoordelijkheid tegenover God neergekeken wordt. De samenleving is grotendeels op drift geraakt en begrijpt niet waarom we op aarde zijn. Oprechte bescheidenheid en nederigheid, die essentieel zijn om Gods doeleinden voor ons te verwezenlijken, zie je maar zelden.10

Het is belangrijk dat we de in de Schriften geschetste nederigheid, rechtschapenheid, eigenschappen en intelligentie van Christus in volle omvang begrijpen. Het is dwaas dat de noodzaak wordt onderschat om dagelijks naar deze christelijke kenmerken en eigenschappen, in het bijzonder nederigheid, te streven.11

De Schriften zijn duidelijk: het leven is weliswaar relatief kort, maar ongelofelijk belangrijk. Amulek, een zendingscollega van Alma in het Boek van Mormon, heeft gezegd: ‘Dit leven is de tijd voor de mens om zich erop voor te bereiden God te ontmoeten; ja, zie, de dag van dit leven is de dag voor de mens om zijn arbeid te verrichten.’12 We willen niet, zoals mijn stripfiguur, ons leven verslapen.

Het voorbeeld van de Heiland van nederigheid en opoffering voor het hele mensdom kent in de geschiedenis zijn weerga niet. De Heiland, een lid van de Godheid, was bereid om als nederig kindje op aarde te komen. Hij begon aan een bestaan waarin Hij zijn broeders en zusters onderwees en genas. Uiteindelijk leed Hij onbeschrijfelijke pijn in Gethsémané en aan het kruis om zijn verzoening te voleindigen. Deze daad van liefde en nederigheid wordt zijn goedgunstigheid genoemd.13 Hij deed dit voor iedere man en vrouw die God geschapen heeft en nog scheppen zal.

Onze hemelse Vader wil niet dat zijn kinderen ontmoedigd raken of hun zoektocht naar celestiale heerlijkheid opgeven. Als we werkelijk over God de Vader en Christus de Zoon nadenken, wie Ze zijn en wat Ze voor ons tot stand hebben gebracht, vult ons dat met eerbied, ontzag, dankbaarheid en nederigheid.

Nederigheid is essentieel om de Heer bij het vestigen van zijn kerk te helpen

Alma stelde in zijn tijd een vraag die ook nu opgaat: ‘Indien u een verandering van hart hebt ondergaan, en indien u gestemd was het lied van de verlossende liefde te zingen, zou ik willen vragen: Kunt u nu zo gestemd zijn?’14 Alma vervolgde: ‘Zou u, indien u werd geroepen om nu te sterven, […] kunnen zeggen dat u ootmoedig genoeg bent geweest?’15

Telkens wanneer ik lees dat Alma de jonge zijn taak als staatshoofd neerlegde om het woord van God te prediken,16 ben ik onder de indruk. Alma had duidelijk een diepgeworteld getuigenis van God de Vader en Jezus Christus. Hij voelde zich volkomen en zonder voorbehoud verantwoordelijk tegenover Hen. Hij had de juiste prioriteiten en de nederigheid om zijn status en positie op te geven. Hij zag in dat de Heer dienen belangrijker was.

Voldoende nederig zijn om de kerk te helpen vestigen is bijzonder waardevol. Een voorbeeld uit de kerkgeschiedenis is veelzeggend. In juni 1837 werd de profeet Joseph in de Kirtlandtempel geïnspireerd apostel Heber C. Kimball te roepen om het evangelie van Jezus Christus naar Engeland te brengen ‘en de deur naar eeuwig heil voor die natie te openen’.17 Apostel Orson Hyde en enkele anderen werden aangewezen om hem te vergezellen. Ouderling Kimballs reactie was opmerkelijk. ‘De gedachte aan een benoeming tot zo’n belangrijke zending was bijna meer dan ik kon verdragen. […] [Ik] bezweek bijna onder de last die daarmee op mijn schouders was gelegd.’18 Desalniettemin ondernam hij de zending met absoluut geloof, toewijding en nederigheid.

Soms bestaat nederigheid erin om een roeping te aanvaarden waarvoor we ons niet capabel voelen. Soms bestaat nederigheid erin om trouw te dienen wanneer we ons capabel voelen voor een taak met meer aanzien. Nederige leiders hebben in woord en daad te kennen gegeven dat het niet uitmaakt waar we dienen, maar hoe we trouw dienen.19 Soms bestaat nederigheid erin om gekrenkte gevoelens opzij te zetten wanneer leiders of anderen ons slecht behandeld hebben.

Op 23 juli 1837 had de profeet Joseph een onderhoud met ouderling Thomas B. Marsh, president van het Quorum der Twaalf. Ouderling Marsh was kennelijk gefrustreerd dat de profeet twee leden van zijn quorum zonder overleg met hem naar Engeland had geroepen. Joseph en ouderling Marsh stapten tijdens het gesprek over de gekrenkte gevoelens heen. De profeet ontving bovendien een opmerkelijke openbaring. Die staat nu in afdeling 112 van de Leer en Verbonden.20 Er staan ongelofelijke hemelse aanwijzingen in wat nederigheid en zendingswerk betreft. In vers 10 staat: ‘Wees nederig; en de Heer, uw God, zal u aan de hand leiden en u antwoord geven op uw gebeden.’21

Deze openbaring vond precies op de dag plaats waarop de ouderlingen Kimball, Hyde en John Goodson nederig de herstelling van het evangelie van Jezus Christus predikten in de Vauxhall Chapel in Preston (Engeland).22 Dit was de eerste keer dat zendelingen het herstelde evangelie in deze bedeling buiten Noord-Amerika verkondigden. Hun zendingswerk had vrijwel onmiddellijk de doop van bekeerlingen tot gevolg en bracht talloze trouwe leden voort.23

De openbaring bevat verder richtlijnen voor het zendingswerk in onze tijd. Er staat onder meer in ‘dat wie u ook in mijn naam zult zenden, […] de macht zullen hebben om de deur van mijn koninkrijk te ontsluiten voor iedere natie […] voor zover zij zich verootmoedigen voor mijn aangezicht en in mijn woord verblijven en naar de stem van mijn Geest luisteren.’24

De Heer kon zijn kerk op een opmerkelijke wijze vestigen dankzij de nederigheid waarmee dit ongelofelijke zendingswerk gedaan werd.

Dat vinden we tegenwoordig gelukkig ook in kerk terug. Leden, ook het opkomende geslacht, offeren hun tijd op en stellen studie en werk uit om op zending te gaan. Veel leden op leeftijd stoppen met werken en brengen andere offers om God in verschillende hoedanigheden te dienen. We staan niet toe dat persoonlijke kwesties ons afhouden van het doen van zijn werk.25 Kerkwerk vereist nederigheid. We dienen nederig met alle macht, verstand en sterkte in onze roeping. Het is belangrijk dat iedereen in de kerk, welke functie we ook vervullen, de christelijke eigenschap van nederigheid begrijpt.

Dagelijkse nederigheid is van essentieel belang om mensen God te helpen ontmoeten

De samenleving hecht tegenwoordig minder dan vroeger waarde aan het eren van God en ons aan zijn wil onderwerpen.26 Sommige christelijke leiders van andere geloven zijn van mening dat we in een post-christelijke wereld leven.27

Generaties lang zijn godsdienstige nederigheid en de maatschappelijke deugden bescheidenheid en discretie de heersende norm geweest.

De huidige wereld juicht hoogmoed, zelfverheerlijking en zogeheten ‘authenticiteit’ steeds meer toe, soms ten koste van oprechte bescheidenheid en nederigheid. Sommige mensen beweren dat je volgens de huidige morele waarden ‘echt, sterk en productief moet zijn – en vooral niet op andere mensen moet bouwen, […] want je lot ligt […] in je eigen handen.’28

De Schriften staan een andere benadering voor. Ze geven aan dat we ware discipelen van Jezus Christus dienen te zijn. Dat houdt een sterk verantwoordelijkheidsgevoel tegenover God en een bescheiden levenshouding in. Koning Benjamin heeft gezegd dat de natuurlijke mens een vijand van God is. Hij pleitte ervoor dat we ons ‘aan de ingevingen van de Heilige Geest’ overgeven. Hij legde onder meer uit dat we dan ‘onderworpen, zachtmoedig, ootmoedig, geduldig [en] vol liefde’ zullen zijn.29

Sommige mensen misbruiken authentiek zijn om de natuurlijke mens en natuurlijke eigenschappen die lijnrecht tegen nederigheid, vriendelijkheid, barmhartigheid, vergevensgezindheid en hoffelijkheid ingaan, vrij spel te geven. We kunnen onze unieke individualiteit als kinderen van God tot uiting brengen zonder authenticiteit als excuus voor onchristelijk gedrag te gebruiken.

In ons streven naar bescheidenheid en nederigheid maakt het moderne internet het moeilijk om niet hoogmoedig te worden. Twee voorbeelden zijn het zelfvoldane ‘kijk mij eens’ of tegen anderen op sociale media uitvaren. Nog een voorbeeld is ‘humblebrag’. Humblebrag [vrij vertaald met nederige opschepperij] wordt gedefinieerd als ‘een zogenaamde bescheiden of zelfkritische opmerking [of foto] met als werkelijk doel de aandacht te vestigen op iets waarop men trots is.’30 De profeten hebben altijd gewaarschuwd tegen hoogmoed en te veel aandacht voor de ijdele dingen van de wereld.31

De wijdverspreide teloorgang van goede omgangsvormen is ook zorgelijk. Het eeuwige beginsel keuzevrijheid noopt ons ertoe vele keuzes te respecteren waar we het niet mee eens zijn. Conflicten en twist overschrijden tegenwoordig vaak ‘de grenzen van gewoon fatsoen’.32 We hebben meer bescheidenheid en nederigheid nodig.

Alma waarschuwt tegen het ‘opgeblazen zijn in de hoogmoed van uw hart’, ‘de veronderstelling dat de een beter is dan de ander’ en de vervolging van de ootmoedigen die ‘wandelen volgens de heilige orde van God’.33

Ik heb oprechte goedheid aangetroffen onder mensen van alle geloofsrichtingen die ootmoedig zijn en zich tegenover God verantwoordelijk voelen. Velen van hen onderschrijven de woorden van de profeet Micha in het Oude Testament: ‘Wat de Heere van u vraagt: niets anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God.’34

Als we echt nederig zijn, bidden we om vergeving en vergeven we anderen. Alma zette in het boek Mosiah uiteen dat de Heer onze overtredingen zal vergeven zo vaak als wij ons bekeren.35 Aan de andere kant staat er in het Onzevader36 dat we anderen hun overtredingen moeten vergeven, anders brengen we onszelf onder veroordeling.37 Dankzij de verzoening van Jezus Christus en door bekering worden onze zonden vergeven. Als wij mensen die overtredingen tegen ons begaan niet vergeven, verwerpen we in feite de verzoening van de Heiland. Wrok koesteren, weigeren te vergeven en weigeren onze relaties op christelijke wijze te benaderen, brengen ons waarlijk onder veroordeling. Wrok koesteren werkt als gif op onze ziel.38

Ik waarschuw ook tegen elke vorm van arrogantie. De Heer trekt bij monde van de profeet Moroni een duidelijke scheidslijn tussen arrogantie en nederigheid: ‘Dwazen spotten, maar zij zullen treuren; en mijn genade is genoeg voor de zachtmoedigen.’ De Heer heeft verder verklaard: ‘Ik geef de mensen zwakheid, opdat zij ootmoedig zullen zijn; en mijn genade is genoeg voor alle mensen die zich voor mijn aangezicht verootmoedigen; want indien zij zich voor mijn aangezicht verootmoedigen en geloof hebben in Mij, zal Ik maken dat zwakke dingen sterk voor hen worden.’39

Nederigheid houdt ook dankbaarheid voor onze talloze zegeningen en hemelse bijstand in. Nederigheid is geen grote aantoonbare prestatie of zelfs het overwinnen van een grote moeilijkheid. Nederigheid is een teken van geestelijke kracht. Nederigheid is de kalme zekerheid dat we dag na dag en uur na uur op de Heer kunnen vertrouwen, Hem kunnen dienen en zijn doeleinden kunnen verwezenlijken. Ik bid dat we in deze twistzieke wereld dagelijks steeds naar ware nederigheid zullen streven. In een lievelingsgedicht staat het volgende:

Niets bewijst onze grootsheid meer

dan het eeuwig alledaagse doen, keer op keer.40

Ik getuig met zekerheid van de Heiland en zijn verzoening. Ik getuig van het enorme belang om Hem elke dag nederig te dienen. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Kathy Lette, in ‘Town and Country Notebook’, red. Victoria Marston, Country Life, 7 juni 2017, 32; cursivering toegevoegd.

  2. Annie Tempest, ‘Tottering-by-Gently’, Country Life, 3 oktober 2012, 128.

  3. Zie Psalmen 90:4. Of ons leven in aardse jaren nu kort of lang is, vanuit een eeuwig perspectief duurt het maar even. ‘Alles is als één dag bij God, en tijd wordt alleen gemeten door de mens’ (Alma 40:8). De apostel Petrus heeft verklaard: ‘Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag’ (2 Petrus 3:8).

  4. Zie Mozes 1:6–9. Christus spreekt hier met goddelijke investituur van gezag. (Zie Leringen van kerkpresidenten: Joseph Fielding Smith [2013], 49, voetnoot 11.)

  5. Mozes 1:10.

  6. Mozes 1:39.

  7. 2 Nephi 26:33; zie ook Leer en Verbonden 1:34–35; 38:16; Officiële Verklaring 2.

  8. In Leer en Verbonden 20:37 staat eerst: ‘Allen die zich voor het aangezicht van God verootmoedigen.’ Daarna worden de vereisten voor de doop uiteengezet. Zie ook Mattheüs 11:28.

  9. Zie Leer en Verbonden 20:37.

  10. Als we ons niet bekeren, de verordeningen niet ontvangen en het verbondspad niet volgen dat ons op de eeuwigheid voorbereidt, ‘dan komt de nacht van duisternis, waarin geen arbeid kan worden verricht’ (Alma 34:33).

  11. Zie 3 Nephi 27:27.

  12. Alma 34:32.

  13. Zie 1 Nephi 11:26–33; 2 Nephi 9:53; Jakob 4:7; Leer en Verbonden 122:8.

  14. Alma 5:26.

  15. Alma 5:27.

  16. Zie Alma 4:19.

  17. Joseph Smith, in Heber C. Kimball, ‘History of Heber Chase Kimball by His Own Dictation’, ca. 1842–1856, Heber C. Kimball Papers, 54, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis; zie ook Orson F. Whitney, Life of Heber C. Kimball, an Apostle; the Father and Founder of the British Mission (1888), 116.

  18. Heber C. Kimball, ‘History of Heber Chase Kimball by His Own Dictation’, 54; zie ook Orson F. Whitney, Life of Heber C. Kimball, 116.

  19. President J. Reuben Clark jr. heeft gezegd: ‘In de dienst van de Heer maakt het niet uit waar je dient, maar hoe. In De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen neemt ieder de plek in waartoe hij wordt geroepen, een plek die hij ambieert noch afwijst.’ (Conference Report, april 1951, 154.)

  20. Zie The Joseph Smith Papers, Documents, Volume 5: October 1835–January 1838, red. Brent M. Rogers en anderen (2017), 412–417. Vilate Kimball meldde in een brief aan haar man, Heber C. Kimball, dat ze de openbaring had overgenomen uit ‘ouderling Marsh’s boek zoals hij het uit Josephs mond had opgetekend.’ (Vilate Murray Kimball aan Heber C. Kimball, 6 september 1837, in The Joseph Smith Papers, Documents, Volume 5: October 1835–January 1838, 412.)

  21. Leer en Verbonden 112:10; cursivering toegevoegd.

  22. Zie Orson F. Whitney, Life of Heber C. Kimball, 136–137.

  23. Zie Orson F. Whitney, Life of Heber C. Kimball, 149.

  24. Leer en Verbonden 112:21–22; cursivering toegevoegd.

  25. ‘We vragen niet om ontheffing van een roeping. Toch is het zeker gepast om bij veranderende omstandigheden in gesprek te gaan met degenen die ons geroepen hebben en de beslissing dan aan hen te laten.’ (Boyd K. Packer, ‘Called to Serve’, Ensign, november 1997, 8.)

  26. Zie ‘Nederigheid’, in hoofdstuk 6 van Predik mijn evangelie: handleiding voor zendingswerk (2004), 131.

  27. Zie Charles J. Chaput, Strangers in a Strange Land (2017), 14–15; zie ook Rod Dreher, The Benedict Option (2017).

  28. Carl Cederstrom, ‘The Dangers of Happiness’, New York Times, 19 juli 2015, SR8.

  29. Mosiah 3:19.

  30. English Oxford Living Dictionaries, ‘humblebrag’, oxforddictionaries.com.

  31. In sommige opzichten doet dit denken aan de beschrijving in het boek Alma van mensen met ‘allerlei waardevolle zaken, die zij door hun bedrijvigheid hadden verkregen; [maar die] zich in de hoogmoed van hun ogen’ verhieven (Alma 4:6). Nederige opschepperij is nog steeds opschepperij.

  32. David Brooks, ‘Finding a Way to Roll Back Fanaticism’, New York Times, 15 augustus 2017, A23.

  33. Alma 5:53, 54.

  34. Micha 6:8.

  35. Zie Mosiah 26:30.

  36. Zie Mattheüs 6:12, 15.

  37. Zie Mosiah 26:31.

  38. Nelson Mandela heeft gezegd: ‘Wrok is als het drinken van gif en dan hopen dat je vijanden eraan doodgaan.’ (In Jessica Durando, ‘15 of Nelson Mandela’s Best Quotes’, USA Today, 5 december 2013, usatoday.com.)

  39. Ether 12:26, 27; cursivering toegevoegd.

  40. Edmund Vance Cooke, ‘The Eternal Everyday’, Impertinent Poems (1907), 21.