2008
‘Ik ben de weg’
Maart 2008


‘Ik ben de weg’

De Heiland leerde ons belangrijke lessen als Hij zei: ‘Ik ben …’

Soms hebben we de gedenkwaardigste momenten met de Schriften als we ons onder het lezen plotseling bewust worden van bepaalde patronen. Is het u bijvoorbeeld in het evangelie naar Johannes opgevallen hoe vaak Jezus de woorden ‘Ik ben’ gebruikte? Als Jezus dat zei, maakte hij doorgaans een vergelijking om de mensen te leren wie Hij is en wat Hij voor hen doet. Kijk eens goed naar die vergelijkingen, u zult er een heleboel over de Heiland door te weten komen.

Het brood des levens

‘Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. (…) Ik ben het levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is. Indien iemand van dit brood eet, hij zal in eeuwigheid leven’ (Johannes 6:35, 51).

Met het Joodse paasfeest wordt de uittocht van de Israëlieten uit Egypte herdacht en dat omvat het eten van ongezuurde broden. Toen dit feest ten einde liep, verrichtte Jezus het wonder van de spijziging van vijfduizend mensen. Velen die getuige waren van dit wonder volgden Hem, omdat Hij hun van brood had voorzien. Daarom leerde Hij hun op zoek te gaan naar ‘spijs, die blijft tot in het eeuwige leven’ (Johannes 6:27). Toen sprak Hij met hen over het manna en herinnerde hen eraan dat het uit de hemel kwam om de Israëlieten in de woestijn te voeden. Hij verklaarde: ‘Ik ben het brood des levens’, dat wil zeggen, de geestelijke voeding die de hemelse Vader in en door Hem zond, alsmede de belofte van het eeuwige leven die Hij bracht.

Op een later paasfeest gebruikte Jezus brood om aan te duiden dat zijn lichaam deel van het avondmaal was. Wanneer we elke week tijdens het avondmaal van het brood nemen, worden wij herinnerd aan Jezus Christus — zijn offer, zijn opstanding, en de belofte van voortdurende geestelijke voeding door het gezelschap van zijn Geest.

Het licht van de wereld

‘Ik ben het licht der wereld, wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben’ (Johannes 8:12).

Jezus noemde Zich tijdens het Loofhuttenfeest het licht der wereld. Gedurende dit feest was de tempel elke avond verlicht als symbool van het licht van God, dat over de wereld was uitgezonden. Johannes verklaarde dat Jezus ‘het waarachtige licht [is] dat ieder mens verlicht’ die in de wereld komt (Johannes 1:9). En bij monde van de profeet Joseph Smith openbaarde de Heer dat het licht van Christus ‘uit Hem [is] die uw ogen verlicht, hetgeen hetzelfde licht is dat uw verstand verlevendigt’ en dat ‘leven geeft aan alle dingen [en] de wet is waardoor alle dingen worden bestuurd’ (LV 88:11, 13).

Ons verstand en onze geest worden verlicht door Jezus Christus. Zijn licht gaat ons vooruit en laat ons het verschil tussen goed en kwaad zien en de weg naar het eeuwige leven.

De wijnstok

‘Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in Hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen’ (Johannes 15:5).

Jezus vergeleek Zichzelf met een wijnstok. Deze wijnstok houdt niet alleen de hele plant in de grond geworteld, hij verschaft ook voeding aan de ranken, die zich vertakken en vrucht dragen. Jezus Christus is onze tronk der hope en onze bron van geestelijke voeding en groei. Door Hem kunnen we de kracht krijgen die we nodig hebben om een rechtschapen leven te leiden en goede werken te doen. Hij is ook het fundament van de kerk en de bron van haar gezag om het evangelie te prediken en overal ter wereld vertakkingen te hebben.

De goede herder

‘Ik ben de goede herder en Ik ken de mijne en de mijne kennen Mij’ (Johannes 10:14).

De belangrijkste plichten van een herder zijn de schapen naar voedsel en water te leiden en ze weer veilig in de schaapskooi terug te brengen. Ook beschermt een herder de schapen tegen gevaren, zoals wilde dieren en rovers. Omdat hij zijn kudde kent, weet hij precies wanneer er een schaap ontbreekt, dat hij dan gaat zoeken. Zijn schapen luisteren naar hem en vertrouwen hem volledig.

Jezus, de goede Herder, roept ons als we afdwalen, en als we naar zijn stem leren luisteren, zal Hij ons naar veilige weiden van heil en eeuwig leven leiden, en ons beschermen tegen de gevaren van dood en zonde.

‘Ik Ben’

‘Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Eer Abraham was, ben ik’ (Johannes 8:58).

Door ‘Ik ben’ te zeggen, zei Jezus in feite alles. Daarmee verklaarde Hij dat Hij de Schepper van de wereld en Jehova was, de God van het Oude testament, wiens naam letterlijk ‘ik ben’ betekent (zie Exodus 3:14).

Jezus is de Zoon van God, de Messias en Redder, die ons redt van zonde en dood. Door wat Hij is en wat Hij voor ons heeft gedaan, kunnen wij het eeuwige leven hebben en ons potentieel dat diep binnen in ons zit, verwezenlijken.