2008
Het doel van de ZHV verwezenlijken
November 2008


Het doel van de ZHV verwezenlijken

De ZHV is door de Heer opgericht om zijn dochters te organiseren, te onderwijzen en te inspireren, en hen op de zegeningen van het eeuwige leven voor te bereiden.

Afbeelding
Julie B. Beck

Dierbare zusters, wat een prachtig gezicht om u hier te zien. Wat ben ik dankbaar om bij u te zijn. We hebben u bijzonder lief.

Als algemeen ZHV-presidium zijn we dit afgelopen jaar in de gelegenheid geweest om velen van u te bezoeken. We hebben met u gesproken in Duitsland, Denemarken, Australië en Ghana. We hebben met u gebeden in Singapore, Hongkong, India en Sri Lanka. We hebben elkaar opgebouwd in Brazilië, Chili, Puerto Rico, Canada en de Verenigde Staten.

We verheugen ons in de kennis dat u net als de Heiland bent rondgegaan, weldoende. U doet geweldig werk. Toch hebben we het gevoel dat we meer kunnen doen. We hebben om de inspiratie van de Heer gevraagd om erachter te komen hoe we de priesterschap kunnen helpen bij de opbouw van het koninkrijk van God op aarde. Het is tijd dat de ZHV als nooit tevoren haar doel verwezenlijkt. Als we vooruitgang willen maken en willen bereiken wat de Heer van ons verwacht, moeten we goed begrijpen wat het doel van de ZHV is.

Om te beginnen wil ik het over de geschiedenis van de ZHV hebben, om uit te leggen waarom de ZHV is opgericht. Vervolgens wil ik drie taken bespreken die alle ZHV-zusters hebben. Tot slot wil ik uitleggen hoe de Heer wil dat wij de goddelijke taak vervullen die we hebben ontvangen, persoonlijk en als organisatie.

I. Waarom de ZHV is opgericht

Het is onmogelijk om te bevatten waarom we een vrouwenorganisatie in de kerk hebben als we de herstelling van het evangelie van Jezus Christus niet begrijpen. De Heer, die op de hoogte was van de rampen die in deze laatste dagen zouden plaatsvinden, sprak tot zijn dienstknecht Joseph Smith jr.: ‘En [heeft] hem geboden gegeven; (…)

‘opdat (…) geloof kon toenemen op aarde;

‘opdat [zijn] eeuwigdurend verbond kon worden gevestigd;

‘opdat de volheid van [zijn] evangelie door de zwakken en eenvoudigen zou worden verkondigd aan de einden der wereld.’1

Het werk van de Heer wordt verwezenlijkt doordat nu zijn evangelie ‘tot alle natie, geslacht, taal en volk [wordt] gepredikt’2 en zijn eeuwig verbond wordt gerealiseerd door de verordeningen van de tempel.

Net als de Heiland in het Nieuwe Testament Maria en Marta uitnodigde om aan zijn werk deel te nemen3, hebben de vrouwen in deze bedeling officieel de opdracht gekregen om aan het werk van de Heer deel te nemen. Vanaf het begin van de herstelling waren de vrouwen actief bezig om de kerk op te bouwen. Ze steunden het zendingswerk, ze droegen bij aan de bouw van tempels en vestigden gemeenschappen waar de heiligen God konden aanbidden. De oprichting van de ZHV in 1842 mobiliseerde de gezamenlijke kracht van de vrouwen en hun specifieke taken om het koninkrijk van de Heer op te bouwen, net als de priesterschapsquorums de mannen specifieke taken oplegde.

Sinds de oprichting is de ZHV over de hele wereld verbreid. Het wordt ‘de grootste, en in alle opzichten, de beste vrouwenorganisatie op aarde’4 genoemd. De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat de ZHV formeel deel uitmaakt van de herstelling en dat er in de oorspronkelijke kerk een soortgelijke organisatie voor vrouwen was.5 President Joseph F. Smith heeft verklaard dat de ZHV ‘door God [is] gemaakt, door God [is] goedgekeurd en door God [is] ingesteld’6, ‘volgens de wet des hemels’7 om de Heer te helpen ‘het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.’8

De ZHV geeft de vrouw een officiële rol in de kerk met veel verantwoordelijkheid, ‘waaronder tempelwerk en evangelieonderwijs.’9 De ZHV heeft ook tot doel de vrouw te helpen ‘een getuigenis van [Jezus Christus] en het evangelie te planten en te verzorgen’10, ‘het gezin te versterken’11 en ‘alle taken in het gezin te vervullen.’12 De ZHV heeft tot taak te voorzien in ‘de benodigdheden voor de armen, de zieken en de behoeftigen’, maar president Joseph F. Smith heeft gezegd dat haar grootste taak ‘het geestelijk welzijn en het heil [is] (…) van alle vrouwelijk leden van de kerk.’13

Kortom, het doel van de ZHV, zoals door de Heer vastgesteld, is het organiseren, onderwijzen en inspireren van zijn dochters om hen voor te bereiden op de zegeningen van het eeuwige leven. Dat wil ik graag herhalen. Het doel van de ZHV, zoals door de Heer vastgesteld, is het organiseren, onderwijzen en inspireren van zijn dochters om hen voor te bereiden op de zegeningen van het eeuwige leven.

II. Onze taken

Teneinde het doel van de ZHV te verwezenlijken heeft de Heer alle ZHV-zusters en de organisatie de volgende taken gegeven:

  1. In geloof en rechtschapenheid toenemen.

  2. Het gezin versterken.

  3. De Heer en zijn kinderen dienen.

Deze drie taken steunen en bekrachtigen elkaar. Als ons geloof toeneemt, zal ons gezin versterkt worden. Als we de Heer en zijn kinderen dienen, zullen ons geloof en onze rechtschapenheid toenemen. De drie taken zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden. Laten we met de eerste taak beginnen.

1. In geloof en rechtschapenheid toenemen. Als wij ons deel doen in het plan van de Heer moeten ons geloof en onze rechtschapenheid toenemen. Lidmaatschap in de kerk vereist geloof, dat we gedurende ons hele leven met ‘ijver en geduld en lankmoedigheid’14 voeden. In ons gezamenlijke erfgoed treffen we opmerkelijke voorbeelden aan van geloof onder de vrouwen in de kerk. De pioniersvrouwen werden uit hun huizen verdreven en omwille van hun geloof vervolgd. Anderen overleefden vuurzeeën en overstromingen. Ze staken oceanen over en liepen duizenden kilometers en verdroegen vuil, ziekte en honger om het koninkrijk van de Heer op aarde te helpen opbouwen. Velen van hen begroeven hun echtgenoot, kinderen, ouders, broers en zussen. Waarom deden ze dat? Omdat het vuur van hun geloof in hun ziel brandde. Deze opmerkelijke vrouwen verlangden niet naar mooie kleding, meer vrije tijd, een groot huis of meer bezittingen. Net als u hadden ze een overtuiging en een getuigenis dat het herstelde evangelie van Jezus Christus waar is en dat de Heer ze nodig had om zijn koninkrijk op aarde te vestigen. Hun streven naar rechtschapenheid was een dagelijkse inspanning om meer op de Heiland te lijken door bekering, schriftstudie, gebed, gehoorzaamheid aan de geboden en hun verlangen naar alles wat ‘deugdzaam, liefelijk, of eerzaam of prijzenswaardig is’15.

2. Het gezin versterken. Onze tweede taak is het gezin versterken. Het gezin wordt in de hele wereld aangevallen en verzwakt door verdorven praktijken en valse leerstellingen. Daarom, of we nu gehuwd of ongehuwd zijn, oud of jong, we hebben de plicht om de waarheden in ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ te verdedigen en na te leven.

Het Eerste Presidium heeft gezegd: ‘Zelfs als andere werkzaamheden en bezigheden waardevol en nuttig zijn, men moet niet toestaan dat die de plaats gaan innemen van de taken die God heeft toegewezen aan ouders en gezin.’16 Kinderen die nu geboren worden, groeien op in een wereld die steeds zondiger wordt. Ons gezin moet een toevluchtsoord zijn, want zij worden dagelijks met het kwaad geconfronteerd.

De ZHV moet georganiseerd, aangepast en gemobiliseerd worden om het gezin te versterken en om van ons thuis een heiligdom uit de wereld te maken. Dat heb ik jaren geleden geleerd toen ik pas getrouwd was. Mijn ouders, die dicht bij ons woonden, kondigden aan dat ze naar een ander deel van de wereld gingen verhuizen. Ik had op het koesterende, verstandige en aanmoedigende voorbeeld van mijn moeder gesteund. Nu ging ze voor langere tijd weg. En toen hadden we nog geen e-mail, fax, mobiele telefoon en webcam, en de posterijen werkten erg langzaam. Voordat ze vertrok zat ik een keer huilend bij haar en vroeg: ‘Wie zal mijn moeder zijn?’ Mijn moeder dacht goed na, en met de Geest en de kracht van openbaring, die dergelijke vrouwen ontvangen, zei ze tegen me: ‘Als ik nooit meer terugkom, als je me nooit meer ziet, als ik je helemaal niets meer kan leren, houd je dan vast aan de ZHV. De ZHV zal je moeder zijn.’

Mijn moeder wist dat als ik ziek was, de zusters voor me zouden zorgen; en als ik een baby kreeg, ze me zouden helpen. Maar mijn moeders grootste hoop was dat de ZHV-zusters krachtige, geestelijke leidsters voor me zouden zijn. Vanaf dat moment begon ik veel van edele en gelovige vrouwen te leren.

Drie verschillende vrouwen waren mijn ZHV-presidente in de jaren dat mijn ouders weg waren. Alta Chamberlain vroeg me of ik de andere zusters timemanagement en huishoudkundige vaardigheden wilde bijbrengen, wellicht omdat ze zag dat ik die vaardigheden moest ontwikkelen. Jeanne Horne moedigde me aan om mijn eerste serieuze studie van het Boek van Mormon af te ronden. Norma Healey gaf me mijn eerste opdracht om als vrijwilligster in de conservenfabriek van de kerk te werken, en ze leerde me veel over hulp aan anderen. Deze geweldige vrouwen begrepen het doel van de ZHV.

3. De Heer en zijn kinderen dienen. Een derde taak van alle vrouwen in de kerk is de Heer en zijn kinderen dienen. Ik vind het interessant dat in de jaren dat mijn moeder weg was, ik werkzaam ben geweest als jeugdwerkpresidente en later als jongevrouwenpresidente in de wijk. Onder leiding van de bisschap was ik lid van de wijkraad. President Boyd K. Packer heeft ons geleerd dat ‘net als [het werk van veel broeders in de Aäronische priesterschap] het hogere priesterschap versterkt, het onzelfzuchtige werk [in de jongevrouwen en het jeugdwerk] van toewijding aan de ZHV getuigt.’17 Als we in een andere hulporganisatie werkzaam zijn, worden we niet ontheven van onze zusterschap in de ZHV. Omdat we de ZHV niet in- of uitgaan, zijn we altijd verbonden met het doel en de taken van de ZHV en worden we gezegend door alle kansen die we krijgen om een voorbeeld en een gelovige herder van de kinderen van onze Vader te zijn.

De ZHV biedt opmerkelijke mogelijkheden tot dienstvaardigheid, waar alle zusters gebruik van kunnen maken. Tijdens mijn reizen over de wereld zie ik dat de duizenden van u die momenteel geen echtgenoot of kinderen hebben een onvoorstelbare bron van geloof, talent en toewijding zijn. Niemand is beter in staat om in de tempel te werken, op zending te gaan, de opkomende generatie te onderwijzen en mensen te helpen die onderdrukt worden. De ZHV heeft u nodig.

Ik heb me ook verbaasd over de jeugdigheid en energie van jullie die pas van de jongevrouwen naar de ZHV zijn gegaan. Ik heb gezien dat jullie het verlangen hebben om iets goeds tot stand te brengen in de wereld. Ik stel me vaak voor wat er bijvoorbeeld met het familiehistorische werk zou gebeuren als jullie de oudere zusters (zoals ik!) in je technische vaardigheden zouden laten delen. We kunnen het ons niet veroorloven om jullie jeugdige en energieke kracht te verkwisten door ervan uit te gaan dat jullie alleen maar naar de oudere, ervaren vrouwen zitten te kijken die de planning, organisatie en het werk van de ZHV voor hun rekening nemen.

III. Het doel bereiken

We kunnen het werk van de Heer op zijn wijze doen als wij persoonlijke openbaring ontvangen en daarnaar handelen. Zonder persoonlijke openbaring kunnen we niet slagen. Als we gehoor geven aan persoonlijke openbaring kunnen we niet falen. De profeet Nephi leert ons dat de Heilige Geest ons ‘alle dingen zal tonen die gij behoort te doen.’18 Er is geprofeteerd dat de Heer in de laatste dagen zijn Geest op zijn dienstmaagden19 zou uitstorten. Dat zal gebeuren als we stil en rustig genoeg naar de stem van de Geest luisteren. Ouderling Neal A. Maxwell heeft gezegd dat het ontvangen van openbaring voor onze roeping en in ons leven ‘serieuze mentale inspanning van ons vereist (…). Openbaring is geen kwestie van knoppen indrukken, maar van druk op onszelf blijven uitoefenen, vaak aangevuld met vasten, schriftstudie en overpeinzing.

Maar bovenal vereist openbaring van ons dat wij voldoende rechtschapenheid bezitten om af en toe ongevraagd openbaring te kunnen krijgen.’20

IV. Tot slot

President Spencer W. Kimball heeft enkele jaren geleden gezegd: ‘Er is kracht in deze organisatie die nog niet ten volle benut wordt om de gezinnen van Zion te sterken en Gods koninkrijk op te bouwen — noch zal die ten volle benut worden als niet zowel de zusters als de priesterschap de juiste visie op de ZHV krijgen.’21 De ZHV is door de Heer gevestigd om zijn dochters te organiseren, te onderwijzen en te inspireren, en hen op de zegeningen van het eeuwige leven voor te bereiden. Het is ons doel om de vrouwen van de kerk te steunen in hun taken door ervoor te zorgen dat iedere bijeenkomst, iedere les en iedere activiteit van de ZHV hen zal helpen hun geloof en rechtschapenheid te vergroten, hun gezin te versterken en de Heer en zijn kinderen te dienen.

De enige manier waarop we dat kunnen bereiken is als we persoonlijke openbaring ontvangen en daarnaar handelen. De ware kracht van deze wereldwijde zusterschap is bij de individuele vrouw te vinden. Hoewel we onszelf misschien als zwak en eenvoudig zien, hebben we allemaal een edel erfgoed en kunnen we het geloof ontwikkelen dat te vergelijken is met dat van de opmerkelijke, gelovige vrouwen die ons zijn voorgegaan. Wij spelen een essentiële rol bij de opbouw van het koninkrijk van God en de voorbereiding op de komst van de Heer. De Heer kan zijn werk niet voltooien zonder de hulp van zijn dochters. Daarom verwacht de Heer van ons dat wij meer offers brengen. Hij verwacht van ons dat wij het doel van de ZHV als nooit tevoren vervullen. Ik ben dankbaar dat ik kan getuigen van de waarheid van het herstelde evangelie van Jezus Christus en van een hedendaagse profeet die zijn werk leidt. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Leer en Verbonden 1:17, 21–23.

  2. LV 133:37.

  3. Zie Lucas 10:38–42.

  4. Boyd K. Packer, ‘The Circle of Sisters’. In: Ensign, november 1980, p. 109.

  5. Zie Eliza R. Snow, ‘Female Relief Society’. In: Deseret News, 22 april 1868, p. 1.

  6. Leringen van kerkpresidenten: Joseph F. Smith (cursus Melchizedekse priesterschap en ZHV 1998), p. 184.

  7. LV 102:4.

  8. Mozes 1:39.

  9. Dallin H. Oaks, ‘De priesterschap en de hulporganisaties’. In: Wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden, 10 januari 2004, p. 17.

  10. Het Eerste Presidium, ‘Memorandum of Suggestions’, 29 maart 1940, p. 2.

  11. Wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden, 10 januari 2004, p. 17.

  12. LV 20:47; zie ook vs. 51.

  13. Leringen van kerkpresidenten: Joseph F. Smith (1998), p. 185.

  14. Alma 32:43.

  15. Geloofsartikelen 1:13.

  16. Brief van het Eerste Presidium, 11 februari 1999.

  17. Ensign, november 1980, p. 110.

  18. 2 Nephi 32:5.

  19. Zie Joël 2:29.

  20. Neal A. Maxwell, ‘Openbaring’. In: Wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden, 11 januari 2003, p. 5.

  21. Spencer W. Kimball, ‘Relief Society—Its Promise and Potential’, Ensign, maart 1976, p. 4.