2008
De oneindige kracht van hoop
November 2008


De oneindige kracht van hoop

Hoop in God, zijn goedheid en zijn macht stellen, verkwikt ons met moed in moeilijke tijden.

Afbeelding
President Dieter F. Uchtdorf

Broeders en zusters en vrienden, wat een glorieuze dag, waarop onze geliefde profeet de bouw van vijf nieuwe tempels aankondigt. Wat een prachtige dag voor ons allemaal.

Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog moest mijn vader in militaire dienst bij het Duitse leger. Hij werd naar het westelijke front gestuurd, waardoor mijn moeder met de kinderen achterbleef. Hoewel ik pas drie jaar oud was, kan ik me nog goed de angst en de honger herinneren. We woonden in Tsjecho-Slowakije, en de oorlog en het gevaar kwamen iedere dag dichterbij.

In de koude winter van 1944 besloot mijn moeder uiteindelijk om naar Duitsland te vluchten, waar haar ouders woonden. Ze pakte ons dik in en was op de een of andere manier in staat om een plekje voor ons te bemachtigen op een van de laatste vluchtelingentreinen naar het westen. Het was in die tijd erg gevaarlijk om te reizen. Overal werden we er door de explosies, de gekwelde gezichten en de voortdurende honger aan herinnerd dat we ons in oorlogsgebied bevonden.

Onderweg stopte de trein af en toe om te bevoorraden. Toen de trein op een avond gestopt was, ging mijn moeder snel de trein uit om wat voedsel voor haar vier kinderen te vinden. Toen ze terugkwam, zag ze tot haar ontzetting dat de trein en haar kinderen weg waren!

Overmand door zorgen, vulde haar hart zich met wanhopige gebeden. Buiten zichzelf zocht ze het grote en donkere station af. Ze liep tussen talrijke sporen door in de hoop dat de trein nog niet was vertrokken.

Ik zal misschien nooit precies weten wat er op die donkere nacht door het hart en verstand van mijn moeder ging toen ze op dat donkere station naar haar kinderen zocht. Maar ik twijfel er niet aan dat ze radeloos was. Ik weet zeker dat ze moet hebben gedacht dat als ze de trein niet zou vinden, ze haar kinderen nooit meer zou zien. Maar dit weet ik zeker: haar geloof overwon haar angst, en haar hoop overwon haar wanhoop. Ze was niet een vrouw die bij de pakken ging neerzitten en over haar ellende ging klagen. Ze kwam in beweging. Met haar geloof en hoop kwam ze in actie.

Ze rende van spoor tot spoor en van trein tot trein totdat ze eindelijk de onze had gevonden. De trein was naar een afgelegen deel van het station verplaatst. Daar vond ze gelukkig haar kinderen weer.

Ik heb vaak over die avond nagedacht en wat mijn moeder moet hebben doorstaan. Als ik terug in de tijd zou kunnen gaan en naast haar kon zitten, zou ik haar vragen hoe ze in staat was om ondanks haar angst door te gaan. Dan zou ik naar geloof en hoop vragen en hoe ze haar wanhoop had overwonnen.

Omdat dit echter niet mogelijk is, kan ik vandaag misschien naast u zitten en naast mensen die ontmoedigd, bezorgd of eenzaam zijn. Vandaag wil ik het over de oneindige kracht van hoop hebben.

Het belang van hoop

Hoop is een poot van een kruk met drie poten, samen met geloof en naastenliefde. Die drie stabiliseren ons leven, hoe ruw of oneffen de ondergrond ook mag zijn. De Schriften zijn duidelijk en zeker over het belang van hoop. De apostel Paulus heeft verklaard dat de Schriften geschreven zijn met het doel om ‘de hoop’1 vast te houden.

Hoop heeft de kracht om ons leven met geluk te vullen.2 Als dit verlangen van ons hart echter wordt vertraagd, kan ‘het hart ziek’3 worden.

Hoop is een gave van de Geest.4 Het is de hoop dat wij, door de verzoening van Jezus Christus en de kracht van zijn opstanding, het eeuwige leven zullen beërven, en wel door ons geloof in de Heiland.5 Deze soort hoop is zowel een beginsel met een belofte als een gebod6, met de verantwoordelijkheid die voor alle geboden geldt — we moeten het met ons leven verweven en de verleiding overwinnen om de hoop te veronachtzamen. Hoop in het genadige plan van geluk van onze hemelse Vader leidt tot vrede,7 barmhartigheid,8 verheuging,9 en blijdschap10. Deze heilshoop is als een beschermende helm11; en is het fundament van ons geloof12 en een anker voor onze ziel.13

Hoewel hij eenzaam was, geloofde Moroni in hoop — zelfs nadat hij de volledige vernietiging van zijn volk had aanschouwd. In de nadagen van het Nephitische volk schreef Moroni dat we zonder hoop geen erfgoed in het koninkrijk van God kunnen verkrijgen.14

Maar waarom is er dan wanhoop?

In de Schriften staat dat er ‘een tegenstelling in alle dingen’15 moet zijn. Dat geldt ook voor geloof, hoop en liefde. Twijfel, wanhoop en falen om voor onze naasten te zorgen, leiden ons tot verzoeking, waardoor wij goede en kostbare zegeningen kunnen mislopen.

De tegenstander gebruikt wanhoop om hart en verstand in verstikkende duisternis te binden. Wanhoop berooft ons van alles wat levendig en vreugdevol is, en laat de lege overblijfselen achter van wat het leven had moeten zijn. Wanhoop doet ambitie teniet, verhoogt de kans op ziekte, verontreinigt de ziel en verzwakt het hart. Wanhoop kan met een trap vergeleken worden die alleen maar naar beneden gaat.

Aan de andere kant is hoop te vergelijken met een zonnestraal die opkomt en boven de horizon van onze omstandigheden schijnt. Hij doordringt de duisternis met een stralende zonsopgang. Hij moedigt ons aan en inspireert ons om te vertrouwen op de liefdevolle zorg van een eeuwige hemelse Vader die een weg heeft bereid voor wie in deze wereld van relativisme, verwarring en angst op zoek is naar eeuwige waarheid.

Wat is hoop?

De ingewikkelde mogelijkheden van taal bieden verschillende variaties en betekenissen van het woord hoop. Een peuter hoopt bijvoorbeeld dat hij een speelgoedtelefoon krijgt, een tiener hoopt op een telefoontje van een vriend of vriendin, en een volwassene hoopt misschien dat de telefoon even helemaal niet gaat.

Ik wil het vandaag hebben over de hoop die het oppervlakkige te boven gaat en op de Hoop van Israël16 is gericht, de grote Hoop van de mensheid, onze Verlosser, Jezus Christus.

Hoop is geen kennis17, maar het blijvende vertrouwen dat de Heer zijn beloften zal vervullen, het vertrouwen dat we, als we nu in actie komen, in de toekomst de verlangde zegeningen zullen ontvangen.18 Dan geloven en verwachten we dat onze gebeden verhoord zullen worden. Dat komt tot uitdrukking in vertrouwen, optimisme, enthousiasme en geduldige volharding.

In evangelietaal is deze hoop zeker, onwrikbaar en actief. De profeten vanouds spreken van een ‘onwrikbare hoop’19 en een ‘levende hoop’20. Het is een hoop die God door goede werken verheerlijkt. Bij hoop hoort vreugde en geluk.21 Met hoop kunnen we geduld hebben en onze benauwingen verdragen.22

Datgene waar we op hopen en datgene waar we hoop in stellen

Datgene waar we op hopen, zijn toekomstige gebeurtenissen. Als we maar verder konden kijken dan de horizon van het sterfelijk leven, naar wat ons in het volgende leven te wachten staat. Is het mogelijk om ons een glorieuzere toekomst voor te stellen dan die welke is voorbereid door onze hemelse Vader? Door het offer van Jezus Christus hoeven we niet te vrezen, want we zullen voor altijd leven en nooit meer sterven.23 Door zijn oneindige verzoening kunnen we van zonde gereinigd worden, en zuiver en heilig voor de rechterstoel staan.24 De Heiland is de Leidsman van onze behoudenis.25

En wat voor bestaan kunnen we op hopen? Zij die tot Christus komen, zich van hun zonden bekeren en gelovig door het leven gaan, zullen in vrede leven. Denk aan de waarde van deze eeuwige gave. Omgeven door de mensen die we liefhebben, zullen we uiterste vreugde hebben en meer kennis en geluk ontvangen. Hoe somber ons leven er momenteel ook uitziet, door het leven en offer van Jezus Christus mogen we erop hopen, en ervan verzekerd zijn, dat het laatste hoofdstuk van ons leven onze grootste verwachtingen te boven zal gaan. ‘Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben.’26

De dingen waar we hoop in stellen, houden ons in het leven staande. Zij helpen ons in tijden van beproevingen, verleidingen en verdriet. Iedereen heeft ontmoediging en moeilijkheden ervaren. Er zijn inderdaad momenten waarop de duisternis ondraaglijk lijkt. Op dergelijke momenten zullen de goddelijke beginselen van het herstelde evangelie waar we hoop in stellen ons staande houden en steunen totdat we ons opnieuw in het licht bevinden.

We stellen hoop in Jezus Christus, in de goedheid van God, in de manifestaties van de Heilige Geest, in de kennis dat gebeden gehoord en verhoord worden. Omdat God betrouwbaar is en in het verleden zijn beloften is nagekomen, kunnen we vol vertrouwen hoop blijven stellen in Gods beloften aan ons in het heden en de toekomst. Op moeilijke momenten kunnen we ons stevig vasthouden aan de hoop dat dingen ‘voor [ons] welzijn [zullen] samenwerken’27 als we de raad van Gods profeten opvolgen. Zo’n hoop stellen in God, zijn goedheid en zijn macht verkwikt ons met moed in moeilijke tijden en geeft kracht aan mensen die zich bedreigd voelen door de muren van angst, twijfel en wanhoop die steeds dichterbij komen.

Hoop leidt tot goede werken

Het cultiveren van hoop leren we op dezelfde manier als we leren lopen: één stap tegelijk. Door de Schriften te bestuderen, dagelijks met onze hemelse Vader te spreken, ons voornemen de geboden van God na te leven, zoals het woord van wijsheid naleven en een volledige tiende betalen, krijgen we hoop.28 Dan groeien we in ons vermogen om ‘overvloedig te zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes’29 en zullen we ‘nauwkeuriger’ het evangelie naleven.

Er kunnen momenten zijn dat we een moedige beslissing moeten nemen, ook als alles om ons heen in tegenspraak is met die hoop. Net als Abraham zullen we ‘tegen hoop op hoop’ geloven.30 Of, om de woorden van een schrijver aan te halen: ‘Midden in de winter vinden we in ons een onwankelbare zomer.’31

Geloof, hoop en liefde vullen elkaar aan, en als één ervan toeneemt, zullen de andere ook groeien. Hoop komt uit geloof32 voort, want zonder geloof is er geen hoop.33 Maar op dezelfde manier komt geloof uit hoop voort, want geloof is ‘de zekerheid der dingen, die men hoopt’34.

Hoop is essentieel voor geloof en liefde. Als ongehoorzaamheid, teleurstelling en aarzeling ons geloof uithollen, is er hoop om ons geloof te handhaven. Als frustratie en ongeduld onze liefde op de proef stellen, versterkt de hoop ons voornemen en worden we aangemoedigd om voor onze naasten te zorgen, ook als er geen beloning te verwachten is. Hoe groter onze hoop is, hoe groter ons geloof zal zijn. Hoe sterker onze hoop is, hoe zuiverder onze liefde zal zijn.

De dingen waar we op hopen, leiden ons naar geloof. En de dingen waar we hoop in stellen, leiden tot liefde. Doordat deze drie eigenschappen — geloof, hoop en naastenliefde35 — samenwerken, gegrondvest op de waarheid en het licht van het herstelde evangelie van Jezus Christus, zullen we veel goede werken verrichten.36

Hoop uit persoonlijke ervaring

Iedere keer dat hoop vervuld wordt, krijgen we vertrouwen en meer hoop. Ik kan veel voorbeelden uit mijn leven bedenken dat ik de kracht van hoop heb ervaren. Ik weet nog dat ik als kind omgeven werd door het afgrijzen en de wanhoop van een wereldoorlog, door gebrek aan onderwijsmogelijkheden, door levensbedreigende gezondheidsproblemen en door de moeilijke en ontmoedigende ervaringen als vluchteling. Het voorbeeld van onze moeder die zelfs op de moeilijkste momenten doorging, en geloof en hoop in daden omzette, zonder zich zorgen te maken of te wensdenken, was een steun voor ons gezin en gaf me het vertrouwen dat de toenmalige omstandigheden toekomstige zegeningen betekenden.

Van deze ervaringen heb ik geleerd dat het door het evangelie van Jezus Christus en door ons lidmaatschap in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is dat ons geloof wordt versterkt, dat wij hoop krijgen en wij als discipelen van Jezus Christus liefde ontwikkelen.

Hoop houdt ons staande in tijden van wanhoop. Hoop leert ons dat we reden hebben om ons te verheugen, ook als alles om ons heen donker lijkt.

Net als Jeremia zeg ik: ‘Gezegend is de man (…) wiens betrouwen de Here is.37

Net als Joël getuig ik: ‘De Here is een schuilplaats voor zijn volk en een veste voor de kinderen Israëls.’38

En net als Nephi zeg ik: ‘Daarom moet gij standvastig in Christus voorwaarts streven, met volmaakt stralende hoop, en liefde voor God en voor alle mensen (…), u vergastend aan het woord van Christus, en tot het einde volhardt, (…) zo zegt de Vader: Gij zult het eeuwige leven hebben.’39

Dat is de hoop die we moeten koesteren en ontwikkelen. Zo’n volwassen hoop krijgen we alleen door onze Heiland Jezus Christus, want ‘een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk [de Heiland] rein is.’40

De Heer heeft ons een geruststellende boodschap van hoop gegeven: ‘Vreest niet, kleine kudde.’41 God zal ‘met open armen klaarstaan’42 om de mensen te ontvangen die hun zonden afleggen en in geloof, hoop en liefde volharden.

En allen die lijden — allen die ontmoedigd, bezorgd of eenzaam zijn — moedig ik vol liefde en zorg aan om nooit de moed op te geven.

Geef nooit op.

Laat wanhoop nooit uw geest eronder krijgen.

Aanvaard de Hoop van Israël en vertrouw op Hem, want de liefde van de Zoon van God doordringt alle duisternis, verzacht al het leed en verblijdt ieder hart.

Daarvan getuig ik. En ik geef u mijn zegen, in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Romeinen 15:4.

  2. Zie Psalmen 146:5.

  3. Spreuken 13:12.

  4. Zie Mormon 8:26.

  5. Zie Mormon 7:41.

  6. Zie Kolossenzen 1:21–23.

  7. Zie Romeinen 15:13.

  8. Zie Psalmen 33:22.

  9. Zie Romeinen 12:12.

  10. Zie Spreuken 10:28.

  11. Zie 1 Tessalonicensen 5:8.

  12. Zie Hebreeën 11:1; Moroni 7:40.

  13. Zie Hebreeën 6:19; Ether 12:4.

  14. Zie Ether 12:32; zie ook Romeinen 8:24.

  15. 2 Nephi 2:11.

  16. Zie Jeremia 17:13.

  17. Zie Romeinen 8:24.

  18. Zie LV 59:23.

  19. Alma 34:41.

  20. 1 Petrus 1:3.

  21. Zie Psalmen 146:5.

  22. Alma 34:41.

  23. Zie Alma 11:45.

  24. Zie 2 Nephi 2:6–10.

  25. Zie Hebreeën 5:9.

  26. 1 Korintiërs 2:9.

  27. LV 90:24.

  28. Zie Romeinen 15:14.

  29. Romeinen 15:13.

  30. Romeinen 4:18.

  31. Albert Camus. In: John Bartlett, comp., Familiar Quotations, 17de ed. (2002), p. 790.

  32. Zie Ether 12:4.

  33. Zie Mormon 7:42.

  34. Hebreeën 11:1.

  35. Zie Moroni 10:20.

  36. Zie Alma 7:24.

  37. Jeremia 17:7.

  38. Joël 3:16.

  39. 2 Nephi 31:20.

  40. 1 Johannes 3:3.

  41. LV 6:34.

  42. Zie Mormon 6:17.