2012
Het overvloedige leven
januari 2012


Boodschap van het Eerste Presidium

Het overvloedige leven

Afbeelding
President Thomas S. Monson

Met een nieuw jaar voor de boeg moedig ik de heiligen der laatste dagen over de hele wereld aan om ijverig naar het overvloedige leven te streven — een leven vol succes, goedheid en zegeningen. Net zoals we op school de basisregels voor het spellen hebben geleerd, wil ik u graag mijn basisregels voor een overvloedig leven meegeven.

Een positieve instelling

De eerste basisregel heeft te maken met onze instelling. William James, een baanbrekend Amerikaans psycholoog en filosoof, heeft geschreven: ‘De grootste revolutie van onze generatie is de ontdekking dat de mens de uiterlijke aspecten van zijn leven kan veranderen door de innerlijke instelling van zijn geest.’1

Zoveel in het leven hangt af van onze instelling. Hoe we naar dingen kijken en op anderen reageren heeft heel veel invloed. Als we ons uiterste best doen en ervoor kiezen om tevreden te zijn met onze omstandigheden, wat die ook mogen zijn, geeft ons dat gemoedsrust en voldoening.

Charles Swindoll — auteur, leraar en predikant — heeft gezegd: ‘Onze instelling is in mijn ogen belangrijker dan (…) het verleden, (…) dan geld, dan omstandigheden, dan mislukkingen, dan successen, dan wat andere mensen denken, zeggen of doen. Zij is belangrijker dan iemands uiterlijk, talent of vaardigheid. Zij kan een bedrijf, een kerk of een gezin maken of breken. Het is opmerkelijk dat we iedere dag kunnen kiezen wat voor instelling we die dag zullen nastreven.’2

We hebben geen invloed op de wind, maar we kunnen wel onze zeilen bijstellen. Wie kiest voor een positieve levenshouding, ervaart maximaal geluk, gemoedsrust en tevredenheid.

Geloof in onszelf

De tweede basisregel is geloof: in onszelf, in de mensen om ons heen en in eeuwige beginselen.

Wees eerlijk tegenover uzelf, anderen en uw hemelse Vader. Kardinaal Wolsey was volgens Shakespeare niet eerlijk tegenover God, totdat het te laat was. Hij diende onder drie vorsten en verwierf in zijn leven veel rijkdom en macht. Uiteindelijk werden zijn macht en bezittingen hem door een ongeduldige koning afgenomen. Kardinaal Wolsey riep uit:

Had ik mijn God maar half zo ijverig gediend

als mijn koning, dan had Hij mij nu niet

berooid achtergelaten in de handen van mijn vijanden.3

Thomas Fuller, een Engelse geestelijke en historicus uit de zeventiende eeuw, heeft de volgende waarheid opgeschreven: ‘Wie niet volgens zijn geloof leeft, gelooft niet echt.’4

Beperk uzelf niet en laat anderen u niet wijsmaken dat u beperkt bent in wat u kunt bereiken. Geloof in uzelf en leef zo dat u uw potentieel kunt verwezenlijken.

U kunt datgene bereiken waarin u gelooft. Heb geloof en vertrouwen.

Moeilijkheden moedig onder ogen zien

De derde basisregel is moed. Moed wordt een waardevolle en nuttige deugd als we die niet zozeer zien als de bereidheid om dapper te sterven, maar als het voornemen om eerzaam te leven.

De Amerikaanse schrijver en dichter Ralph Waldo Emerson heeft gezegd: ‘Wat u ook doet, u hebt moed nodig. Welk pad u ook kiest, er is altijd iemand die u zal vertellen dat u verkeerd bezig bent. Er zijn altijd moeilijkheden die ons laten geloven dat onze critici gelijk hebben. Een koers uitstippelen en daaraan vasthouden vergen in zekere zin ware heldenmoed. Er zijn moedige mannen en vrouwen voor nodig om de vredesoverwinning te behalen.’5

Er zullen momenten zijn dat we bang en ontmoedigd zijn. Dan voelen we ons wellicht verslagen. Dan lijken de kansen op een overwinning verkeken. Soms lijkt het of we net als David tegen Goliat moeten vechten. Maar vergeet niet dat David die strijd won!

Er is moed voor nodig om die eerste stap richting ons begeerde doel te zetten, maar er is nog meer moed nodig als we struikelen en een tweede poging moeten wagen.

Blijf vastberaden naar een eerbaar doel toewerken. Heb de moed om niet alleen de onvermijdelijke moeilijkheden op uw pad het hoofd te bieden, maar ook om zo nodig een tweede poging te wagen. ‘Soms is moed dat zachte stemmetje aan het eind van de dag dat zegt: “Ik probeer het morgen opnieuw.”’6

Aan het begin van dit nieuwe jaar hoop en bid ik dat we die drie basisregels in gedachten zullen houden: dat we een positieve instelling hebben, dat we geloven dat we onze doelen en voornemens kunnen verwezenlijken, en dat we de moed zullen hebben om alle moeilijkheden op ons pad het hoofd te bieden. Dan zullen we een overvloedig leven leiden.

Noten

  1. William James, in: Lloyd Albert Johnson, A Toolbox for Humanity: More Than 9000 Years of Thought (2003), p. 127.

  2. Charles Swindoll, in: Daniel H. Johnston, Lessons for Living (2001), p. 29.

  3. William Shakespeare, King Henry the Eighth, derde bedrijf, tweede toneel, regels 456–458.

  4. Thomas Fuller, in: H. L. Mencken, A New Dictionary of Quotations (1942), p. 96.

  5. Ralph Waldo Emerson, in: Roy B. Zuck, The Speaker’s Quote Book (2009), p. 113.

  6. Mary Anne Radmacher, Courage Doesn’t Always Roar (2009).

Lesgeven met deze boodschap

U kunt gezinsleden vragen hoe een positieve instelling, zelfvertrouwen of moed hun geholpen heeft. Of ze kunnen voorbeelden van deze drie beginselen in de Schriften opzoeken. U kunt tijdens de voorbereiding van de les met een gebed in uw hart over teksten of persoonlijke ervaringen nadenken.

Illustraties Steve Kropp