2018
Zes manieren om de Heiland altijd indachtig te zijn
August 2018


Nog een gedachte

Zes manieren om de Heiland altijd indachtig te zijn

Naar een toespraak gehouden tijdens de algemene aprilconferentie van 2016.

Afbeelding
Six Ways to Always Remember the Savior

Elke week beloven we, door aan het avondmaal deel te nemen, de Heiland altijd indachtig te zijn. Er gaan meer dan vierhonderd Schriftteksten over indachtig zijn. Hier zijn zes manieren waarop we Hem altijd indachtig kunnen zijn.

1. We kunnen Hem altijd indachtig zijn door vertrouwen in zijn verbonden, beloften en zekerheden te hebben.

2. We kunnen Hem altijd indachtig zijn door dankbaar zijn hand in ons hele leven te erkennen.

3. We kunnen Hem altijd indachtig zijn door de Heer te vertrouwen als Hij ons verzekert: ‘Wie zich van zijn zonden bekeerd heeft, die ontvangt vergeving, en Ik, de Heer, denk er niet meer aan’ (LV 58:42).

4. Hij nodigt ons uit indachtig te zijn dat Hij ons altijd thuis verwelkomt.

5. We kunnen Hem op de sabbat altijd indachtig zijn tijdens het avondmaal. Aan het einde van zijn sterfelijke bediening en het begin van zijn nasterfelijke bediening nam onze Heiland beide keren brood en wijn en vroeg ons zijn lichaam en bloed indachtig te zijn.

In de verordening van het avondmaal betuigen wij dat wij gewillig zijn de naam van zijn Zoon op ons te nemen en Hem altijd indachtig te zijn, en zijn geboden te onderhouden die Hij ons heeft gegeven, opdat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben. (Zie Moroni 4:3; 5:2; LV 20:77, 79.)

6. Onze Heiland nodigt ons uit Hem altijd indachtig te zijn zoals Hij ons ook altijd indachtig is.

Onze Heiland verklaart:

‘Zelfs al zouden die het vergeten, Ík zal u niet vergeten.

‘Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegraveerd’ (Jesaja 49:15–16; zie ook 1 Nephi 21:15–16).

Hij getuigt: ‘Ik ben het die verhoogd is. Ik ben Jezus die gekruisigd is. Ik ben de Zoon van God’ (LV 45:52).

Ik getuig nederig en bid dat wij Hem altijd indachtig zullen zijn – altijd, in alles, en waar we ook mogen zijn (zie Mosiah 18:9).