2019
Kon ik in mijn rommelige huis de Geest voelen?
September 2019


Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen

Kon ik in mijn rommelige huis de Geest voelen?

Ik had nooit gedacht dat de Geest in mijn rommelige huis kon vertoeven. Maar ik had het mis.

De auteur woont in Utah (VS).

Ik droeg een dienblad met eten, door mijn schoonmoeder bereid, een rommelig en stoffig huis in. De enige bewoonster zat waar ze altijd zat, in een grote leunstoel van waar ze door het raam kon kijken. Haar gezwollen benen waren uitgestrekt en haar wandelstok, die ze slechts met grote moeite kon hanteren, leunde tegen haar arm. Ze glimlachte toen ze me zag, bedankte me voor het eten en vroeg verontschuldigend wie ik was. Terwijl ik naast haar zat en haar verhalen aanhoorde, werd ik met warmte en vrede vervuld.

Drie jaar later zat ik op de vloer met mijn twee kleintjes op schoot al zingend hobbelpaardje te spelen. Een paar meter verderop was mijn keuken een chaos en de vloer was bezaaid met speelgoed. Ik voelde opeens de verzekering van de Geest dat ik precies was waar ik hoorde te zijn. Warmte en vrede vervulden mijn ziel. Vermoeidheid maakte plaats voor nieuwe energie.

Weer twee jaar later lag ik op bed. Ik zag een berg wasgoed op de vloer liggen en een stapel papieren kriskras op het bureau links van mij, terwijl ik mijn pasgeboren zoontje voor de vierde keer die nacht voedde. Ik streelde zijn lange wimpers met mijn vingertoppen, voelde aan zijn kale hoofdje en was opgetogen toen zijn vingertjes zich om de kant van mijn shirt klemden. Ik was zo met warmte en vrede vervuld dat ik het niet eens erg vond dat ik soms om drie uur ’s ochtends wakker was.

In al die gevallen was de Heilige Geest bij me. Hij liet me weten dat ik op de juiste plek was en het juiste deed. In al die gevallen bevond ik me ook in een rommelig huis.

Ik weet nog hoe geschokt ik was toen ik dit verband voor het eerst legde – ik begon mijn ervaringen in twijfel te trekken. Ik had per slot van rekening als kind altijd gedacht dat de Heilige Geest niet in onreine plaatsen woont – dus daar hoorde een vuil huis naar mijn idee ook bij. En die gedachten gingen vrijwel altijd met een Schriftuurlijke verwijzing gepaard. In 1 Nephi 10:21 staat bijvoorbeeld: ‘Niets wat onrein is, kan bij God wonen.’ En de Heer zegt in Leer en Verbonden 88:124: ‘Houd op lui te zijn [en] houd op onrein te zijn.’

De ironie in dit alles is dat ik aan de diepere betekenis van deze Schriftteksten voorbijging: hoe belangrijk het is om onze eigen tempel, onze gedachten en ons lichaam, rein te houden. Ik dacht eerst alleen aan de fysieke betekenis. Ik had op de een of andere manier de conclusie getrokken dat mijn waarde als jonge echtgenote en moeder volledig afhing van hoe spic en span mijn huis was. En het effect van die opvatting was funest.

Ik raakte altijd verlamd van angst als de toestand van mijn huis te wensen overliet. Ik lette vaak niet op influisteringen van de Geest, want als ik in mijn appartement om mij heen keek, dacht ik altijd: nee, hier kan de Geest echt niet vertoeven.

Ik weet niet meer precies wanneer ik besefte dat ik de Geest wél kon voelen in een huis dat bij lange na niet aan de tempelnormen van reinheid en netheid voldeed. Maar ik weet nog wel wanneer ik besefte dat de Heer, met zijn oneindige vermogen voor mededogen en empathie, mijn verre-van-volmaakte pogingen zag, ze aanvaardde en me het geestelijke gezelschap stuurde waar ik naar smachtte. Hij verlangt niet dat ik op dit moment volmaakt ben – Hij verlangt alleen dat ik mijn best doe.

Het is me niet in één klap gelukt, maar ik laat beetje bij beetje datgene los wat ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen ‘toxisch perfectionisme’ noemt. (Zie ‘Weest u dan volmaakt – uiteindelijk’, Liahona, november 2017, 42.) Ik ga steeds meer geloven dat ik de Heilige Geest bij me kan hebben, zelfs als ik de energie niet heb om de hele nacht op te blijven met een baby die tandjes krijgt en de was bij te houden. Ik doe gewoon wat ik kan en neem daarvoor de liefde van mijn hemelse Vader in ontvangst. Ik wil nog steeds graag een betere huismoeder zijn, maar zeg ook ja tegen de genade en inspiratie die de Heer me al zo lang probeert te geven. Want als ik zelf geestelijk rein blijf en doe wat Hij van me vraagt, dan komt de Heilige Geest wel, rommelig huis of niet.