Ter wille van de schoonheid van de aarde

Dus hoe waarderen wij deze prachtige aarde die voor ons is geschapen, en hoe zorgen wij ervoor? Eén manier is om te bedenken hoe onze huidige keuzes met betrekking tot de planeet al Gods kinderen raken, en niet alleen onszelf.

Tenslotte hebben de keuzes van onze voorvaders ons rechtstreeks of indirect geraakt, of die nu goed of slecht waren. We kunnen ons afvragen of we voor Gods scheppingen zorgen, gul voor anderen zijn, onze grondstoffen en middelen niet verspillen, en dankbaar zijn voor alles wat Hij ons heeft gegeven. We kunnen bedenken of we een wereld scheppen waarin toekomstige generaties het evangelie kunnen leren en naleven – en of we de aarde op de wederkomst van Jezus Christus voorbereiden.

Tijdens een congres van de organisatie LDS Earth Stewardship² vroeg zuster Sharon Eubank, eerste raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium: ‘Als we verspillen wat anderen dringend nodig hebben, wat zijn dan de consequenties voor ons fysieke hart en onze eensgezindheid? Dat is een moeilijke vraag voor mensen die in welvaartslanden wonen, want het is vrijwel onmogelijk om niet van alles te verspillen. Maar onze Heer en God, onze Schepper, verspilt niets: zijn systeem werkt zonder verspilling. Als wij verspillen wat anderen dringend nodig hebben, wat voor consequenties heeft dat dan voor onze verbondenheid met onze medemens?’³

Wat kunnen wij doen om goed voor de aarde te zorgen en haar kostbare grondstoffen niet te verspillen? Hoe kunnen wij ertoe bijdragen dat de schoonheid van de aarde behouden blijft? Hier zijn enkele ideeën om je op weg te helpen:

• Vergeet de Schepper niet. Het is makkelijk om de schoonheid en de kracht van de natuur te zien, maar soms vergeten we misschien waar die schoonheid vandaan komt. Aanbid de schepping niet in plaats van de Schepper. De aarde getuigt van een oppermachtige Schepper (zie Alma 30:44).

• Leef lagom. Het Zweedse woord lagom betekent ‘genoeg’, of ‘net voldoende’. Als we matig zijn in alles wat we consumeren – voedsel, kleding, producten – dan kunnen we verspilling van waardevolle grondstoffen en middelen vermijden. Lagom betekent dat we een evenwicht bereiken tussen niet te veel maar ook niet te weinig gebruiken.

• Kom meer over je omgeving te weten. Zoek uit welke dieren en planten er bij jou in de buurt leven. Leer hun namen uit je hoofd, en wat basisfeiten (bijvoorbeeld ‘deze planten hebben niet veel water nodig’ of ‘dit zijn nachtdieren’). Als je meer over je omgeving te weten komt, beïnvloedt dat de manier waarop je ermee omgaat.

• Leef het woord van wijsheid na. Het is makkelijk om het verband te zien tussen de aarde en het voedsel dat we eten. We kunnen bijdragen aan de zorg voor Gods scheppingen door het woord van wijsheid na te leven – wat onder meer inhoudt dat we vruchten en granen eten, en vlees ‘spaarzaam’ eten, en met dankzegging (zie Leer en Verbonden 89).

• Denk eens aan alles wat je doet. Hoe beïnvloeden jouw daden je omgeving en het milieu? Je omgeving en het milieu omvatten de natuur, de ruimte en de mensen om je heen. Als je eens goed kijkt wat voor impact jij op de wereld hebt, zal dat je informatie opleveren die je nodig hebt om inspiratie van je hemelse Vader te krijgen over de vraag wat jij kunt doen om voor de wereld te zorgen.

God heeft de aarde geschapen om in onze behoeften te voorzien, dus door onze zorg voor de aarde dragen we ook bij aan de zorg voor zijn kinderen en al zijn scheppingen. President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Wat moeten we als [vruchtgebruiker] van de goddelijke schepping doen? We moeten als verstandige rentmeesters goed voor de aarde zorgen en haar voor toekomstige generaties behouden. En we moeten elkaar liefhebben en voor elkaar zorgen.’⁴ Volgen wij die raad op, en doen wij ons deel in de zorg voor de aarde, dan gaan we ‘zee, rivieren, berg en dal’ steeds meer waarderen.⁵ Het is de moeite waard voor onszelf, voor toekomstige generaties en voor de blijvende schoonheid van de aarde.