Kom dan en volg Mij 2024
Aanhangsel C: Voor het jeugdwerk – instructies voor de zangperiode en het kinderprogramma in de avondmaalsdienst


‘Aanhangsel C: Voor het jeugdwerk – instructies voor de zangperiode en het kinderprogramma in de avondmaalsdienst’, Kom dan en volg Mij – voor thuis en in de kerk: Boek van Mormon 2024 (2023)

‘Aanhangsel C’, Kom dan en volg Mij – voor thuis en in de kerk: 2024

Afbeelding
zingende kinderen en leerkracht

Aanhangsel C

Voor het jeugdwerk – instructies voor de zangperiode en het kinderprogramma in de avondmaalsdienst

Door middel van jeugdwerkliedjes kunnen kinderen veel leren over het geluksplan van onze hemelse Vader en de eenvoudige waarheden van het evangelie van Jezus Christus. Wanneer kinderen over evangeliebeginselen zingen, zal de Heilige Geest van de waarheid ervan getuigen. De woorden en de muziek zullen de kinderen hun hele leven bijblijven.

Streef naar hulp van de Geest bij je voorbereiding om het evangelie door middel van muziek te onderwijzen. Getuig van de waarheden waarover je zingt. Maak de kinderen duidelijk dat de muziek verband houdt met wat ze thuis en in de jeugdwerklessen leren en meemaken.

Richtlijnen voor het kinderprogramma in de avondmaalsdienst

In overleg met de bisschop of gemeentepresident wordt het kinderprogramma in de avondmaalsdienst gewoonlijk tijdens het vierde kwartaal gepresenteerd. Werk als jeugdwerkpresidium en dirigent(e) samen met de raadgever in de bisschap die toeziet op het jeugdwerk om plannen voor het programma te maken.

De kinderen moeten door dit programma de kans krijgen om te laten zien wat zij en hun gezinsleden thuis en in het jeugdwerk van het Boek van Mormon hebben geleerd. Daarbij horen ook de jeugdwerkliedjes die ze dit jaar hebben gezongen. Bedenk bij het plannen van het programma hoe het de aandacht van de wijkleden op de Heiland en zijn leringen kan richten.

Als je in je wijk weinig kinderen hebt, kun je overwegen hoe je er gezinsleden van de kinderen bij kunt betrekken. Een lid van de bisschap kan een kort slotwoord uitspreken.

Houd bij je voorbereiding van het programma de volgende richtlijnen in gedachten:

  • Repetities dienen niet onnodig tijd van de lessen of het gezin in beslag te nemen.

  • Visuele middelen, kostuums en mediapresentaties zijn niet gepast voor een avondmaalsdienst.

Zie Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, 12.2.1.2.

Instructies voor de zangperiode

5 minuten (jeugdwerkpresidium): openingsgebed, een Schrifttekst of geloofsartikel, en een toespraakje

20 minuten (dirigent[e]): zangperiode

Het jeugdwerkpresidium en de dirigent(e) kiezen voor elke maand liedjes uit om de beginselen die de kinderen in de les en thuis leren te bekrachtigen. Er is een lijst met liedjes die deze beginselen bekrachtigen in deze gids opgenomen.

Wanneer je de kinderen liedjes aanleert, nodig ze dan uit om te vertellen wat ze al over de verhalen en leerstellige beginselen in die liedjes geleerd hebben. Vraag de kinderen naar hun gedachten en gevoelens over de waarheden in de liedjes.

Kinderliedjes vormt de voornaamste bron van muziek in het jeugdwerk. Er kunnen ook lofzangen uit het zangboek en liedjes uit de Vriend gebruikt worden. Elke andere soort muziek in het jeugdwerk moet door de bisschap goedgekeurd worden. (Zie Algemeen handboek, 12.3.4.)

Afbeelding
zingende kinderen

Muziek voor de zangperiode

Januari

Februari

Maart

April

Mei

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

Muziek kan de leer overbrengen

Het is de bedoeling dat de kinderen in de zangperiode de waarheden van het evangelie leren. De volgende ideeën kunnen je inspiratie geven over manieren om de evangeliebeginselen in de lofzangen en jeugdwerkliedjes te onderwijzen.

Schriftteksten lezen die er verband mee houden. Bij veel liedjes in Kinderliedjes en in het zangboek staan Schriftteksten die er verband mee houden. Laat de kinderen enkele van die teksten lezen en bespreek wat ze met het lied te maken hebben. Je kunt ook enkele Schriftuurplaatsen op het bord schrijven en de kinderen vragen bij welk lied of welke strofe van een lied ze passen.

Lege plekken invullen. Schrijf een strofe van het lied op het bord waarbij je enkele sleutelwoorden weglaat. Laat de kinderen het liedje zingen en letten op de woorden die op de lege plaatsen komen. Bespreek welke evangeliebeginselen ze leren van de toegevoegde woorden.

Afbeelding
dirigente

Getuigen. Geef de kinderen een kort getuigenis van evangeliewaarheden die in het jeugdwerkliedje naar voren komen. Zorg ervoor dat de kinderen begrijpen dat zingen een manier is om je getuigenis te geven en de Geest te voelen.

Als getuige optreden. Laat de kinderen om de beurt opstaan en vertellen wat ze leren van het liedje dat ze zingen, of wat ze vinden van de leringen in het liedje. Vraag ze hoe ze zich voelen terwijl ze het liedje zingen, en help ze om de invloed van de Heilige Geest te herkennen.

Platen gebruiken. Laat de kinderen samen met jou afbeeldingen zoeken of tekenen die bij belangrijke woorden of zinsneden in het liedje passen. Vraag wat de afbeeldingen met het liedje te maken hebben en wat we van het liedje leren. Je kunt verspreid door het lokaal platen ophangen of onder stoelen neerleggen die belangrijke woorden in het liedje voorstellen. Laat de kinderen de afbeeldingen verzamelen en ze in de juiste volgorde omhoog houden terwijl ze het liedje zingen.

Aanschouwelijk onderwijs. Je kunt een voorwerp laten zien om een gesprek over een liedje op gang te brengen. Het liedje ‘Geloof’ (Kinderliedjes, p. 50–51) gaat bijvoorbeeld over een zaadje. Je kunt de kinderen een zaadje laten zien en bespreken hoe we geloof oefenen als we een zaadje planten. En dat kan weer leiden tot een gesprek over manieren waarop we geloof in Jezus Christus laten zien, zoals dat in het liedje naar voren komt.

Eigen ervaringen laten vertellen. Help de kinderen om de beginselen in het liedje te koppelen aan ervaringen die zij met die beginselen hebben gehad. Voordat jullie bijvoorbeeld samen ‘Ik kijk graag naar de tempel’ (Kinderliedjes, p. 99) zingen, kun je de kinderen vragen om hun hand op te steken als ze weleens een tempel hebben gezien. Vraag ze om, terwijl ze zingen, aan het gevoel te denken dat ze hebben als ze een tempel zien.

Vragen stellen. Je kunt bij het zingen allerlei vragen stellen. Vraag de kinderen bijvoorbeeld wat ze van elke strofe in het liedje leren. Je kunt ze ook vragen laten bedenken die het liedje beantwoordt. Dat kan leiden tot een gesprek over de leringen die in het liedje voorkomen.

Maak gebruik van eenvoudige gebaren. Laat de kinderen eenvoudige handgebaren bedenken om zich de woorden en de boodschap van een lied te herinneren. Bijvoorbeeld, als jullie het tweede couplet van ‘Mijn hemelse Vader is goed voor mij’ (Kinderliedjes, p. 16) zingen, kun je de kinderen vragen om naar hun ogen te wijzen, een vlinder na te doen en hun handen achter hun oren te houden. Vraag ze om hun handen op hun hart te leggen als ze ‘en uw liefde oneindig en teer’ zingen.