Mattheüs 19–20; Markus 10; Lukas 18

Deze conversatie tussen de Heiland en de Farizeeën is een van de weinige opgetekende keren dat de Heiland specifiek over het huwelijk sprak. Lees Mattheüs 19:1–9 en Markus 10:1–12. Maak een lijst met uitspraken die volgens u de opvattingen van de Heer over het huwelijk samenvatten. Bestudeer vervolgens ‘Marriage’ in Gospel Topics, topics.lds.org en voeg gaandeweg meer uitspraken aan uw lijst toe. Hoe kunt u door de kennis van het heilsplan beter begrijpen waarom het huwelijk tussen man en vrouw door God is ingesteld?

Afbeelding

ouder echtpaar bij tempel

U kent wellicht mensen die de normen van de Heer aangaande het huwelijk niet onderschrijven of ertegen gekant zijn.

Ouderling Dallin H. Oaks heeft in een toespraak over echtscheiding gezegd dat onze hemelse Vader een eeuwige huwelijksband voor ogen heeft. Maar God begrijpt ook dat een echtscheiding ‘vanwege de hardheid van [ons] hart’ (Mattheüs 19:8) soms noodzakelijk is. Denk bijvoorbeeld aan verkeerde keuzes en zelfzucht van een of beide echtelieden.

Ouderling Oaks heeft gezegd: ‘[De Heer] staat toe dat gescheiden personen hertrouwen zonder de eeuwige schandvlek die in de hogere wet genoemd wordt. Als een gescheiden lid geen ernstige overtredingen heeft begaan, kan hij of zij in aanmerking komen voor een tempelaanbeveling door te voldoen aan dezelfde eisen als andere leden. (‘Echtscheiding’, Liahona, mei 2007, 70.)

Zie ook ‘Divorce’, Gospel Topics, topics.lds.org.

Het verhaal van de rijke jongeman kan zelfs een altijd trouwe discipel tot nadenken stemmen. Welk bewijs vindt u in Markus 10:17–22 dat de jongeman trouw en oprecht was?

We zijn allemaal onvolmaakt en niet compleet, net als de rijke jongeman. Als discipel moeten we ons altijd afvragen: ‘Wat ontbreekt mij nog?’ Hij die ons beziet zoals we werkelijk zijn, geeft ons uit liefde het antwoord (zie Markus 10:21). Hoe kunt u zich voorbereiden om aan de Heer te vragen wat u nog ontbreekt, en zijn antwoord aan te nemen?

Zie ook Larry R. Lawrence, ‘Wat ontbreekt mij nog?’, Liahona, november 2015, 33–35; S. Mark Palmer, ‘En Jezus keek hem aan en had hem lief’, Liahona, mei 2017, 114–116.

Kunt u zich met een van de arbeiders in de wijngaard vereenzelvigen? Wat kunt u van deze passages leren? Ouderling Jeffrey R. Hollands boodschap ‘De arbeiders in de wijngaard’ (Liahona, mei 2012, 31–33) kan nieuw licht op de toepassing van deze gelijkenis werpen. Wat geeft de Geest u nog meer in?

Heeft uw gezin baat bij een bespreking van Gods leringen aangaande huwelijk en gezin? U zou in dat geval ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ (Liahona, november 2010, 129) kunnen lezen. Hoe scheppen de leringen in de proclamatie duidelijkheid in de verwarrende en valse boodschappen van de wereld inzake huwelijk en gezin?

Wat is het verschil tussen rijkdommen bezitten en op rijkdommen vertrouwen? (Zie Markus 10:23–24.) Wijs desgewenst bij vers 27 op de Bijbelvertaling van Joseph Smith: ‘Voor mensen die op rijkdommen vertrouwen is het onmogelijk; maar het is niet onmogelijk voor mensen die op God vertrouwen en alles omwille van Mij verlaten, want voor zulke mensen zijn alle dingen mogelijk.’

Ter illustratie van de beginselen in Mattheüs 20:1–16 kunt u een eenvoudige wedstrijd houden. Denk bijvoorbeeld aan een stukje hardlopen. Stel de winnaar een prijs in het vooruitzicht. Na de wedstrijd geeft u iedereen dezelfde prijs. Begin bij de persoon die als laatste eindigt en eindig bij de persoon die als eerste eindigt. Wat leren we hieruit over wie volgens het plan van onze hemelse Vader de zegeningen van het eeuwige leven krijgen?

Wat betekent de zinsnede ‘wie onder u de eerste wil zijn, die moet uw slaaf zijn’? (Mattheüs 20:27.) Hoe was Jezus Christus een toonbeeld van dit beginsel? Hoe kunnen wij zijn voorbeeld in ons gezin, onze wijk of gemeente, en onze omgeving volgen?

Wat kunnen we uit deze twee gelijkenissen over gebed leren?