Enos–Woorden van Mormon

• Hier zijn enkele vragen die u de klas bij de studie van Enos 1:1–17 voor overdenking en bespreking kunt voorleggen: Wat leren we uit de ervaringen van Enos over vergeving van onze zonden? Hoe toonde Enos dat hij geloof in Jezus Christus had? Welke invloed had deze ervaring op Enos en op hoe hij zichzelf en anderen zag?

• Zorg ervoor dat uw klas het gebed beter gaat begrijpen door ze in groepjes te verdelen en dan elke groep te vragen een van de volgende passages uit Enos 1 te bestuderen: verzen 2–8, 9–11, of 12–17. Vraag dan elke groep om de rest van de klas te leren wat ze uit hun verzen over het gebed te weten zijn gekomen. U kunt ze bijvoorbeeld vragen enkele woorden en zinsneden te geven die beschrijven hoe Enos bad.

• We kunnen niet alleen ontdekken hoe Enos bad, maar we kunnen ook veel leren van de onderwerpen waarover Enos bad. Misschien kan de klas benoemen voor wie of wat Enos in Enos 1:4–17 bad. Waarom verlangde Enos er volgens deze verzen naar om voor anderen te bidden? Welke andere gebedsbeginselen kunnen we van Enos leren?

• Jarom en de schrijvers van Omni schreven over de Nephitische natie, maar hun boodschappen kunnen ook op personen worden toegepast. Wat kunnen we uit de boeken van Jarom en Omni leren over de manier waarop rechtvaardigheid tot voorspoed leidt? (Zie bijvoorbeeld Jarom 1:7–12 en Omni 1:5–7, 12–18.) Het kan nuttig zijn voor de klas om de definitie van voorspoed in een woordenboek en de Schriften op te zoeken. (Gebruik daarvoor bijvoorbeeld Alma 37:13; 48:15.) Waarin verschilt de wereldse definitie met die van de Heer? Hoe zorgt de Heer ervoor dat zijn volk voorspoedig is?

• Net zoals de Nephitische profeten ijverig werkten om de mensen de geboden te onderwijzen, leren de hedendaagse profeten ons ook over de geboden. Nadat ze Jarom 1:9–12 hebben gelezen, kan uw klas recente leringen van kerkleiders bespreken die hen inspireren om de geboden na te leven. De klas zal misschien graag recente conferentietoespraken in de kerktijdschriften of in de Evangeliebibliotheek-app nakijken. Of ze kunnen de normen in Voor de kracht van de jeugd bestuderen. U kunt zo nodig naar de lijst met toespraken in de ‘Bijkomende leermiddelen’ verwijzen. Hoe draagt gehoorzaamheid aan de geboden ertoe bij dat wij ‘voorspoedig’ zijn?

• Het Boek van Mormon bevat een ingewikkelde geschiedenis en het kan moeilijk zijn alle verschillende groepen bij te houden. U kunt over alle volkeren in het Boek van Mormon leren door een schema op het bord te tekenen en de klas te vragen er informatie over iedere groep mensen (zoals de Nephieten, Lamanieten en het volk van Zarahemla) in te zetten. Dat schema kan bijvoorbeeld de volgende kopjes hebben: Naam van de groep, Wanneer en hoe ze zijn aangekomen en Wat ermee is gebeurd. Bespreek waarom het nuttig is de zaken te begrijpen die u over elke groep geleerd hebt. Deze lemma’s in de Gids bij de Schriften (ChurchofJesusChrist.org) kunnen daarbij helpen: ‘Coriantumr’, ‘Jaredieten’, ‘Lamanieten’, ‘Mulek’, ‘Nephieten’ en ‘Zarahemla’.

• U kunt een lid van de klas vóór de les vragen om tijdens de bespreking van Woorden van Mormon te vertellen waarom Mormon geïnspireerd was om de kleine platen (1 Nephi–Omni) in het Boek van Mormon op te nemen. Dit lid kan zich hierop voorbereiden door Woorden van Mormon en andere leermiddelen te lezen, zoals Leer en Verbonden 10:8–19, 39–45; het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen; en hoofdstuk 5 van Heiligen, deel 1. Spoor het klaslid aan om te vertellen over ter zake doende details van het verlies van de 116 bladzijden van het manuscript van het Boek van Mormon, en waarom de kleine platen nodig waren om de verloren bladzijden te vervangen. Welke beginselen leert uw klas hieruit over de manier waarop de Heer via de mens werkt? Wat in Woorden van Mormon 1:1–8 inspireert de klas ertoe de leiding van God te volgen zelfs als ze zijn redenen niet helemaal begrijpen?

  Afbeelding

  Mormon stelt de gouden platen samen

• Mormon is duizenden mensen tot zegen geweest doordat hij de ingevingen van de Geest over de kleine platen heeft opgevolgd (zie Woorden van Mormon 1:7). Bedenk manieren waarop u uw klas kunt helpen begrijpen dat ze anderen tot zegen kunnen zijn, als ze ernaar streven een werktuig in Gods handen te zijn en gehoor aan de ingevingen van de Heilige Geest te geven. Hoe werkte God door Mormon? Wat hebben de klasleden de Heer door hen of anderen zien doen wanneer zij gehoor gaven aan de Geest en ernaar streefden de wil van God te doen? Het verhaal over president Thomas S. Monson in de ‘Bijkomende leermiddelen’ is een voorbeeld dat de klas aan eigen voorbeelden kan laten denken.

Voor video’s over het verhaal in Enos gaat u naar de video’s over het Boek van Mormon op ChurchofJesusChrist.org of in de app Evangeliebibliotheek.

• Thomas S. Monson, ‘Onderhoud de geboden’, Liahona, november 2015, 83–85

• Dieter F. Uchtdorf, ‘Het evangelie met vreugde naleven’, Liahona, november 2014, 120–123

• Dallin H. Oaks, ‘Geen andere goden’, Liahona, november 2013, 72–75

President Thomas S. Monson sprak als lid van het Quorum der Twaalf op een bijeenkomst van jeugdwerkkinderen in een Samoaans dorp. Na zijn toespraak kreeg hij de ingeving om ieder van de 247 kinderen persoonlijk te begroeten. Hij besefte echter dat hij er geen tijd voor had, en hij probeerde de gedachte dat hij de kinderen moest groeten uit zijn hoofd te zetten, maar dat lukte niet.

Hij zei uiteindelijk tegen de leerkracht van de kinderen: ‘Ik zou heel graag de hand van iedere jongen en meisje schudden. Kunnen we dat regelen?’

De leerkracht glimlachte en sprak tot de kinderen in het Samoaans. Zij knikten gretig. De leerkracht vertelde ouderling Monson vervolgens dat toen hij had gehoord dat een van de twaalf apostelen Samoa kwam bezoeken hij de kinderen had beloofd dat als ze oprecht zouden bidden en geloof zouden oefenen, ouderling Monson hun dorp zou bezoeken en de ingeving van de Heilige Geest zou krijgen on ieder kind de hand te schudden.’ (Zie Thomas S. Monson, ‘Friend to Friend: Talofa Lava’, Friend, mei 1972, 12–13.)