Alma 43–52

• In hun individuele en gezinsstudie van deze week hebben uw klasleden wellicht overdacht, en zo mogelijk genoteerd, hoe de Nephieten erin slaagden zich tegen de Lamanieten te verdedigen en hoe de Lamanieten de Nephieten aanvielen. Als uw klasleden dit thuis gedaan hebben, kunt u hun vragen om hun bevindingen te bespreken. Of u kunt de klasleden de tijd gunnen om deze inzichten tijdens de les te vinden aan de hand van de Schriftteksten in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Moedig de klasleden aan om daarbij te vertellen hoe ze het voorbeeld van de Nephieten kunnen volgen om zich tegen het kwaad te verdedigen, en hoe we Satans geestelijke aanvallen op ons kunnen herkennen.

• Hoe kunt u de klasleden helpen om het voorbeeld van Moroni te volgen en hun geloof in het herstelde evangelie van Jezus Christus moedig te verdedigen? Uw klas kan Alma 46:11–22 lezen en benoemen wat Moroni deed en zei om zijn volk te leren getrouwer te zijn. U kunt deze dingen op het bord onder het kopje Voorbeeld van Moroni zetten. Vraag de deelnemers aan de les de handelingen van Moroni te overwegen en voor te stellen wat we tegenwoordig kunnen doen om ons geloof te verdedigen. U kunt hun inzichten onder het kopje Het evangelie tegenwoordig moedig verdedigen schrijven. Welke beginselen en waarden heeft onze profeet ons onlangs bijgebracht die we zouden moeten onderwijzen en verdedigen?

• Hoe kunt u uw klasleden op hun eigen leven laten toepassen wat Moroni met het vrijheidsvaandel deed? Laat ze Alma 46:11–22 lezen en de beginselen benoemen waarin Moroni zijn volk onderwees. Welke beginselen en waarden hebben onze huidige leidinggevenden beklemtoond? (Bestudeer er eventueel enkele van in Voor de kracht van de jeugd, ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, of de recente conferentietoespraken.) Welke moeilijkheden ondervinden we als we onze overtuigingen in de hedendaagse wereld verdedigen? Wat kunnen we van het voorbeeld van Moroni leren? Geef de deelnemers aan de les de kans om hun eigen vrijheidsvaandel te maken waardoor ze eraan denken moedig hun geloofsopvattingen na te leven en te verdedigen.

  Afbeelding

  Nephieten vechten tegen Lamanieten

• Het is zinvol om klassikaal Alma 47 te bestuderen. In dit hoofdstuk staat in welke opzichten het verraad van Amalickiah lijkt op wat Satan doet om ons te misleiden. U kunt iemand vragen het verhaal van Alma 47 samen te vatten. Om extra interesse op te wekken, kunt u twee aanwezigen vragen om zich voor te doen als Amalickiah en Lehonti en zo het verhaal te vertellen. Wat heeft Amalickiah gedaan dat ons aan dingen herinnert die Satan doet om ons te verleiden en misleiden? Spoor de cursisten aan om tijdens de bespreking van deze vraag specifieke verzen in gedachten te houden. Het citaat in de ‘Bijkomende leermiddelen’ bevat een ander goed voorbeeld van de manieren waarop Satan ons misleidt. Welk advies kunnen we elkaar geven om ons bewust te maken van de manieren waarop Satan ons tegenwoordig verleidt? Wat kunnen wij doen om ons te beschermen?

• Een bespreking van de eigenschappen van Moroni kan uw klasleden ertoe aanzetten zijn voorbeeld te volgen. Toon eerst een afbeelding van Moroni zoals die in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen staat. Vraag uw klasleden vervolgens om Alma 44:3–4 en Alma 48:7–13 te bestuderen en op het bord de woorden en zinsneden te zetten die Moroni beschrijven. U kunt dan samen Alma 48:17 lezen, en bespreken hoe de eigenschappen van Moroni, waaronder die op het bord, hem in staat stelden de invloed van Satan te overwinnen en meer als Jezus Christus te worden. Hoe kunnen we meer zoals Moroni worden?

• De leden van uw klas hebben er mogelijk iets aan om te horen hoe de andere leden zichzelf en hun gezin tegen Satans misleidingen en verleidingen beschermen. U kunt klassikaal Alma 48:7–9; 49:1–9; en 50:1–6 lezen om die bespreking op gang te brengen. Als we stilstaan bij onze behoefte aan geestelijke verdedigingswerken tegen zonde, wat kunnen we dan uit de inspanningen van de Nephieten leren om zich te verdedigen? Hoe kunnen we geestelijke bolwerken bouwen om ons en ons gezin tegen zonden en kwade invloeden te beschermen? Spoor de klasleden aan om ideeën uit te wisselen die voor hen werken. Waarom is het belangrijk om niet op te houden met ‘toebereidselen’ maken (zie Alma 50:1)?

President Spencer W. Kimball onderwees met de onderstaande fabel het volgende: ‘Ernstige zonde komt in ons leven doordat we om te beginnen toegeven aan kleine verleidingen.’

‘[Een] kameel en zijn eigenaar [reisden] door de woestijn toen er een zandstorm kwam. De reiziger zette snel zijn tent op en ging naar binnen. Hij deed hem dicht om zichzelf te beschermen tegen de snijdende, schurende zandkorrels die de storm in het rond slingerde. De kameel bleef uiteraard buiten. Maar toen de krachtige winden zand tegen zijn lichaam aansmeten en het in zijn ogen en neusgaten kwam, vond hij het ondraaglijk en begon uiteindelijk te smeken om in de tent gelaten te worden.

‘“Er is alleen maar ruimte voor mijzelf”, zei de reiziger.

‘“Maar mag ik dan alleen mijn neus naar binnen steken, zodat ik lucht zonder zand kan inademen?” vroeg de kameel.

‘“Nou, ja, dat zou misschien wel kunnen”, antwoordde de reiziger, en deed de flap een heel klein beetje open, waarop de lange neus van de kameel de tent in kwam. Dat was best prettig voor de kameel! Maar al gauw werd de kameel zich bewust van het stekende zand in zijn ogen en oren […]:

‘“De wind blaast het zand zo hard tegen mijn kop aan dat het aanvoelt als een rasp. Kan ik alleen mijn kop naar binnen steken?”

‘Weer redeneerde de reiziger dat toestemmen geen kwaad kon, want de kameel kon zijn kop in de top van de tent steken – een ruimte die hij zelf niet gebruikte. Dus stak de kameel zijn kop naar binnen en het dier was weer tevreden – maar slechts voor even.

‘“Alleen mijn voorlijf”, smeekte hij, en weer gaf de reiziger toe. Al gauw bevonden de voorste schouders en benen van de kameel zich in de tent. Doordat het smeken en toegeven zo doorging, was de kameel uiteindelijk met zijn hele lijf in de tent. Maar omdat het nu te krap was voor allebei, schopte de kameel de reiziger de wind en storm in.’ (Zie Leringen van kerkpresidenten: Spencer W. Kimball [2006], 119–120.)