Kom dan en volg Mij
24–30 augustus. Helaman 7–12: ‘Zij begonnen aan de Heer […] te denken’


‘24–30 augustus: “Zij begonnen aan de Heer […] te denken”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)

‘24–30 augustus. Helaman 7–12’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020

Afbeelding
Nephi bidt op de toren in zijn tuin

Illustratie van Nephi op de toren in zijn tuin, Jerry Thompson

24–30 augustus

Helaman 7–12

‘Zij begonnen aan de Heer […] te denken’

Nephi spoorde zijn volk aan de Heer indachtig te zijn. U kunt hetzelfde voor de deelnemers aan uw les doen. Noteer bij het lezen van Helaman 7–12 uw ingevingen inzake hoe u uw klas aan de Heer kunt laten denken.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag de deelnemers aan uw les op het bord enkele evangeliebeginselen te schrijven die ze in Helaman 7–12 hebben ontdekt, samen met de Schriftverwijzingen waar ze deze beginselen hebben gevonden. Dan kunt u klassikaal bepalen welke van deze beginselen en verzen u wilt bespreken.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Helaman 7–11

Profeten openbaren de wil van God aan het volk.

  • Om uw klas met behulp van Helaman 7–11 over de rollen en taken van de profeten te leren, kunt u om te beginnen klassikaal het lemma ‘Profeet’ in de Gids bij de Schriften (scriptures.ChurchofJesusChrist.org) lezen. De klas kan de vermelde rollen van de profeten benoemen en ze op het bord zetten. Vraag daarna aan uw klasleden om ieder een hoofdstuk uit Helaman 7–11 door te nemen. Vraag ze na te gaan hoe Nephi de rollen op het bord vervulde. Hoe vervullen onze hedendaagse profeten en apostelen deze rollen? Hoe kunnen wij hen in hun taken steunen?

  • Waarom moeten profeten soms net als Nephi vrijmoedig spreken? Vraag uw klas Helaman 7:11–29 te lezen en na te gaan welke waarschuwingen Nephi gaf, en welke redenen hij had om ze zo vrijmoedig te geven. Welke profetische waarschuwingen hebben ons aangezet om ons te bekeren en ons tot de Heer te wenden? In de ‘Bijkomende leermiddelen’ staat een gelijkenis die ouderling Neil L. Andersen heeft gebruikt om ons duidelijk te maken hoe gevaarlijk het is profetische waarschuwingen te negeren.

Helaman 9:1–20; 10:1, 11–15

Geloof moet op meer dan tekens en wonderen zijn gebaseerd.

  • U kunt deze verzen bespreken door de klas in twee groepen te verdelen en elke groep te vragen om Helaman 9:1–20 te lezen en zich voor te stellen dat zij de vijf mannen of de rechters waren. Hoe zouden die mensen zich gevoeld hebben? Wat zou elke groep beïnvloed kunnen hebben om zo anders op dezelfde wonderbaarlijke profetie te reageren? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ons getuigenis door wonderen wordt opgebouwd, maar dat die niet de enige basis ervoor vormen? Hoe kunnen we bepalen of de woorden van de hedendaagse profeet waar zijn?

Helaman 10:1–12

De Heer geeft macht aan wie zijn wil nastreeft en zijn geboden naleeft.

  • In Helaman 10 staat hoe de Heer Nephi zegent. Dit verhaal kan uw klasleden aanzetten om de wil van de Heer na te streven en uit te voeren. Uw klas kan de verzen 1–12 lezen en nagaan wat Nephi deed om het vertrouwen van de Heer te winnen en hoe de Heer hem zegende. Ze kunnen dan andere voorbeelden geven van personen uit de Schriften of hun kennissenkring die de wil van de Heer ‘onvermoeid’ (Helaman 10:4) zochten en deden. In welk opzicht zegende de Heer die personen met de macht om de figuurlijke bergen in hun leven neer te werpen (zie Helaman 10:9)? Gun de mensen in uw les de tijd om te bedenken hoe zij beter de wil van de Heer kunnen nastreven en zijn geboden kunnen naleven.

Helaman 12

De Heer wil dat wij Hem indachtig zijn.

  • Meerdere leden van uw klas hebben verbonden gesloten om Jezus Christus altijd indachtig te zijn. Ze kunnen elkaar enkele dingen vertellen die hen helpen ‘Hem altijd indachtig’ te zijn (Moroni 4:3; LV 20:77), zowel in voorspoed als in tegenspoed. Laat uw klas dan in Helaman 12 naar redenen zoeken waardoor mensen de Heer neigen te vergeten. Hoe kunnen we weerstand bieden aan de neigingen die in dit hoofdstuk worden beschreven? Hoe zijn we God door tegenspoed indachtig geweest (zie Helaman 11:4–7)?

  • Om te laten zien hoeveel moeite het kost om ons iets te herinneren of indachtig te zijn, kunt u uw klasleden enkele minuten de tijd geven om Helaman 12 te bekijken. Stel ze dan vragen over het hoofdstuk om te bepalen wat ze zich herinneren. Vraag ze hoe ze informatie voor een toets onthouden. Waarin lijkt dit op de inspanning die het kost om ‘aan de Heer, hun God, te denken’ (Helaman 12:5)? Wat zijn de verschillen? Spoor uw klasleden aan uit Helaman 12 een vers of zinsnede te kiezen om thuis op te hangen of van buiten te leren waardoor ze de goedertierenheid en macht van God indachtig blijven.

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Spoor uw klasleden aan Helaman 13–16 te lezen door te vertellen dat de profetieën van Samuel de Lamaniet over de gebeurtenissen inzake de geboorte en kruisiging van de Heiland vergeleken kunnen worden met hedendaagse gebeurtenissen die aan de wederkomst van de Heiland vooraf zullen gaan.

Afbeelding
Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Gehoor aan de raad van de profeten geven.

Ouderling Neil L. Andersen vertelde de volgende ervaring:

‘Wie besluiten de Heer te dienen, zullen altijd goed naar de profeet luisteren. […]

‘Ik wil dat illustreren met een ervaring. Ons gezin woonde jarenlang in de Amerikaanse staat Florida. Omdat Florida erg veel zand heeft, worden de gazons daar ingezaaid met een breedbladig gras dat we St. Augustine noemen. Een klein, bruin insect dat veenmol wordt genoemd, is een van de grote vijanden van de gazons in Florida.

Toen mijn buurman en ik op een avond bij mijn voordeur stonden, zagen we een klein insect het voetpad oversteken. “U kunt uw gazon beter sproeien”, waarschuwde hij. “Daar gaat een veenmol.” Ik had mijn gazon nog maar een paar weken daarvoor met bestrijdingsmiddel besproeid en ik had eigenlijk de tijd en het geld niet om het zo kort daarna nog eens te doen.

‘Toen het de volgende ochtend licht was, onderzocht ik het gazon nauwgezet. Het was weelderig en prachtig groen. Ik keek tussen het gras of ik een insect kon vinden. Ik zag er geen een. Ik herinner me dat ik dacht: misschien was die kleine veenmol gewoon door mijn tuin heen op weg naar die van de buren. […]

‘Maar het verhaal eindigt in mineur. Ongeveer anderhalve week na het gesprek met mijn buurman kwam ik op een ochtend door de voordeur naar buiten. Het was schokkend om te zien dat, vrijwel in één dag, bruine vlekken mijn gazon hadden bedekt. Ik rende naar het tuincentrum, kocht insecticide, besproeide mijn gazon ermee, maar het was te laat. Het gazon was vernield, en om het in de oude staat terug te brengen, vergde een nieuwe lading graszoden en vele uren werk, en het bracht hoge kosten met zich mee.

‘De waarschuwing van mijn buurman was essentieel voor de kwaliteit van mijn gazon. Hij zag iets wat ik niet zag. Hij wist iets wat ik niet kon weten. Hij wist dat veenmollen onder de grond leven en alleen ’s nachts actief zijn, waardoor mijn onderzoeken overdag niet hielpen. Hij wist dat veenmollen niet de bladeren van het gras eten, maar zich met de wortels voeden. Hij wist dat die schepseltjes van twee en een halve centimeter heel veel wortels konden eten voordat ik boven de grond het gevolg kon zien. Ik betaalde een hoge prijs voor mijn zelfingenomen onafhankelijkheid. […]

‘Er zijn geestelijke veenmollen die onze beschermende muren ondergraven en zich tussen onze tere wortels dringen. Veel van die insecten van het kwaad lijken klein, zijn soms zelfs bijna onzichtbaar. […]

‘Laten wij niet het slechte voorbeeld volgen dat ik gaf toen ik de veenmollen in Florida niet aanpakte. Laten wij de waarschuwingen nooit negeren. Laten wij nooit zelfingenomen zijn in onze onafhankelijkheid. Laten wij altijd luisteren en leren in ootmoed en geloof, ten volle bereid ons te bekeren indien dat nodig mocht zijn.’ (‘Prophets and Spiritual Mole Crickets’, Ensign, november 1999, 16–18.)

Ons onderwijs verbeteren

Uw liefde uiten. ‘Afhankelijk van de situatie kan liefde uiten aan uw cursisten inhouden dat u ze een oprecht compliment geeft, interesse toont in hun leven, aandachtig naar hen luistert, hen bij de les betrekt, dienstbetoon voor hen doet of hen eenvoudigweg hartelijk groet wanneer u hen ziet.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 6.)