3 Nephi 1–7

• In 3 Nephi 1–7 staan personen beschreven die zich tot Jezus Christus en zijn evangelie bekeerden, en anderen die dat niet deden. Om uw klas het verschil tussen deze groepen te laten bepalen, zet u een overzicht op het bord met de volgende kopjes: Overtuigingen en daden die bekering in de weg staan en Overtuigingen en daden die bekering in de hand werken. Verdeel de volgende tekstverwijzingen onder uw klasleden en vraag ze om op het overzicht hun bevindingen in te vullen. (Bij de eerste Schriftverwijzing staan er voorbeelden vermeld.)

  • 3 Nephi 1:4–23, 29–30: Bekeringsbeperkend: de woorden van de profeet niet geloven en rechtvaardige mensen uitlachen (verzen 5–6). Bekeringsversterkend: in de woorden van de profeet geloven en om steun bidden (verzen 8, 11).

  • 3 Nephi 2:1–3

  • 3 Nephi 3:12–16

  • 3 Nephi 4:8–10, 30–33

  • 3 Nephi 6:13–18

  • 3 Nephi 7:15–22

  Hoe kunnen we ons ondanks tegenstand actief blijven bekeren?

• Het kan uw klasleden interesseren hoe ze wat Nephi in 3 Nephi 1:27–30 ‘het opkomende geslacht’ noemt, kunnen versterken. Vraag de klas om in die verzen redenen te zoeken waarom de jonge Nephieten en Lamanieten de goddeloosheid rondom hen niet konden weerstaan. Naar aanleiding hiervan kunt u enkele van de moeilijkheden bespreken waar het hedendaagse opkomende geslacht mee te kampen heeft en de beste manieren om hen geloof in Christus te laten ontwikkelen. In de ‘Bijkomende leermiddelen’ staan enkele voorstellen.

• Lees de verhalen in 3 Nephi 1:4–21 en 5:1–3 om het vertrouwen van uw klasleden in de beloftes van de Heer te versterken. Uw klasleden kunnen 3 Nephi 1:4–7 samen lezen en op het bord schrijven hoe zij zich zouden voelen als zij de gelovigen waren die in deze verzen worden beschreven. Ze kunnen ook soortgelijke omstandigheden van nu noemen. Wat leren we uit 3 Nephi 1:8–21 en 5:1–3 over de Heer en zijn beloftes? U kunt bij deze bespreking ook een lofzang over vertrouwen op God doornemen, bijvoorbeeld ‘Tot U, o Heer, richt ik mijn zang’ (Lofzangen, nr. 107). Uw klasleden kunnen vertellen wanneer ze ondanks tegenstand in God geloofden en op Hem vertrouwden, en daarvoor werden beloond.

• Mormon zei: ‘Zie, ik ben een discipel van Jezus Christus’ (3 Nephi 5:13). Verken met uw klas wat het wil zeggen een discipel te zijn. Vraag ze in 3 Nephi 1:4–15; 5:12–26; 6:10–15; en 7:15–26 naar kwaliteiten, geloofsovertuigingen en handelingen van discipelen van Christus te zoeken. Gun uw klasleden enkele minuten de tijd om te overdenken hoe ze een betere volgeling van Jezus Christus kunnen worden en dat op te schrijven.

• Een van de redenen waarom de Nephieten in staat waren de rovers van Gadianton te verslaan, was dat ze zich bij de bekeerde Lamanieten voegden, en dat ze de geïnspireerde raad van Lachoneüs opvolgden om zich in Zarahemla te ‘verzamelen’ (3 Nephi 3:22). Welke lessen kunnen uw klasleden hieruit leren? U kunt ze vragen wanneer zij door rechtvaardige mensen om hen heen gesterkt werden. Vraag uw klas dan 3 Nephi 3:12–26 te bestuderen en op te zoeken waarom de Nephieten zich verzamelden, en welke zegeningen ze ontvingen. Hoe ervaren wij diezelfde zegeningen als we met familie-, wijk of gemeenteleden bijeenkomen? Wat kunnen wij uit 3 Nephi 5:24–26 nog meer over bijeenkomen leren?

• Als u 3 Nephi 3 leest, kunt u de klas laten zien hoeveel sterker we zijn als we in rechtschapenheid bijeen zijn vergaderd. U kunt aanschouwelijk onderwijs gebruiken om te laten zien hoe iets dat zwak is, sterker wordt als het met andere dingen bijeen wordt gebracht. Vraag uw klasleden zich voor te stellen dat hun werd gevraagd om de Nephieten op basis van 3 Nephi 3:12–26 te overtuigen van de voordelen van samen vergaderen. Ze kunnen eventueel in groepjes bespreken hoe ze dat met de informatie uit die verzen zouden doen. Laat ze hun bevindingen bespreken. U kunt dan klassikaal vragen als deze bespreken: Welke van onze huidige problemen lijken op de moeilijkheden met de rovers van Gadianton? Hoe kunnen we van ons thuis en onze wijk een toevluchtsoord maken?

• De brief die door Giddianhi, de roverhoofdman van Gadianton, werd geschreven, was een poging om de Nephieten te intimideren en te misleiden. De leden van uw klas kunnen zijn woorden in 3 Nephi 3:2–10 vergelijken met de manier waarop Satan ons heden ten dage probeert te misleiden. Wat leren we uit de reactie van Lachoneüs, de opperrechter van de Nephieten?

Ouderling Valeri V. Cordón van de Zeventig stelde drie manieren voor waarop we de opkomende generatie kunnen helpen om het evangelie trouw te blijven:

1. ‘Thuis ijveriger en meer betrokken zijn. […] Grondig onderricht is uiterst belangrijk om het evangelie in onze familie te bewaren. Dat vergt de nodige ijver en moeite. Ons is vaak gevraagd om de gewoonte van dagelijkse Schriftstudie aan te kweken, zowel persoonlijk als in gezinsverband. Veel gezinnen waarin dit gebeurt, worden elke dag met meer eensgezindheid en een nauwere band met de Heer gezegend.’

2. ‘Goede voorbeelden thuis. […] Het is niet genoeg om met onze kinderen alleen te praten over het belang van een tempelhuwelijk, vasten en de sabbat heiligen. Ze moeten ook zien dat we tijd inruimen om zo vaak als we kunnen naar de tempel te gaan. Ze moeten zien dat we ernaar streven om regelmatig te vasten en de hele sabbatdag heilig te houden.’

3. ‘Tradities. […] We moeten als gezin alle tradities mijden die ons ervan weerhouden om de sabbatdag heilig te houden of om thuis dagelijks de Schriften te bestuderen en te bidden. We moeten de digitale deuren van onze woning voor pornografie en alle andere kwade invloeden afsluiten. We moeten de wereldse tradities van deze tijd bestrijden. Daartoe leren we onze kinderen met behulp van de Schriften en de stem van onze hedendaagse profeten over hun goddelijke identiteit, hun doel in het leven en de goddelijke zending van Jezus Christus.’ (‘De taal van het evangelie’, Liahona, mei 2017, 56–57; cursivering toegevoegd.)